Spinnen
COLUMN - Ze zijn er weer. Ze zijn met veel en ze zijn groot. Heel groot. Vanmorgen zwaaide ik mezelf bijna een slagaderlijke bloeding tijdens het broodsmeren. Ze rende zo voor mijn neus langs. Dik, zwart, heel erg lelijk en heel erg snel. Wat wil je, met acht poten. Ik schrok zo dat ik het mes nogal wild rondzwiepte. Er stond gelukkig niemand naast me. Dat scheelt toch weer een ritje naar de eerste hulp. Zie nou eens hoe gevaarlijk ze zijn? Met je ‘nuttige beestjes’.
‘Dikker en groter dan normaal’, las ik bij boswachter Frans op Twitter. Ik was hartstikke blij met het voorjaar en de mooie zomer, maar had ik geweten dat het zou leiden tot huisspinnen zo groot als cavia’s, dan had het van mij de hele zomer mogen regenen. Echt.
De kruisspin vind ik cool. Dat is een prachtbeestje, ze blijft lekker buiten, spint mooie webben, hangt vooral heel stil en ik zie haar tenminste muggen en andere insecten eten. Dan fladdert er weer zo’n sukkel in haar web, scheurt ze erheen, rolt ze op als een minirollade en gaat daarna lekker een beetje zitten herkauwen. Prachtig. Dat alles te bewonderen op flinke afstand, de crime scene beslaat 30 vierkante centimeter en er zit altijd een ruit tussen.