Gastauteur

2.333 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wat als de euro instort?

Een gastbijdrage van Germen. De bijdrage is overgenomen van Visionair.nl.

Hoe bescherm je het beste jezelf en je naasten als geld van de ene op de andere dag niets meer waard is? Een visionaire verkenning.

In 2008 was het al bijna zo ver. Insiders zeiden achteraf dat het maar een paar uur had gescheeld of er was geen geld meer uit de pinautomaten gekomen. Sindsdien hebben we een zware economische depressie gehad die voorlopig enigszins voorbij lijkt te zijn. Het is de vraag of dat ook zo blijft. Er wordt nog steeds veel te veel geld bijgedrukt en het schulden maken – vooral in de Verenigde Staten, maar ook hier – gaat onverminderd door. Er is maar één goede oplossing om van die schulden af te komen: de centrale bank koopt ze op en drukt euro’s bij. De kans is dus niet ondenkbeeldig dat er heel veel euro’s in omloop gebracht gaan worden.

Stel dat Zuid-Europa uit de euro stapt, dan betekent dat dat de Zuid-Europese euro’s deze kant op komen. Er zal dan kunnen gebeuren wat er ook in Argentinië gebeurde toen de peso niets meer waard werd. Op basis van de Argentijnse ervaringen dit scenario. Het eerste verschijnsel waarmee we in dit geval te maken zullen krijgen is dus hyperinflatie. Hyperinflatie is vooral schadelijk voor je spaargeld en je pensioen. Op basis van dit verschijnsel de onderstaande tips.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nog lange weg voor Koreaanse feministen

Een bijdrage van correspondent Bas Verbeek, ook te lezen op zijn site.

Op de foto een deelneemster in Seoul afgelopen weekend. Veel deelneemsters gingen onherkenbaar gekleed of droegen rode armbanden dat aangaf dat ze niet gefotografeerd wilden worden. Als namelijk familieleden of collega’s erachter komen dat ze meedoen, zou dat namelijk flink gevolgen kunnen hebben, zie punten 3 t/m 5

Als je aanranding en verkrachting wilt voorkomen, moet je maar niet zo sexy gekleed gaan, adviseerde een politieagent de vrouwen in Toronto. Een groep vrouwen reageerde boos met een protestmars die hun vrijheid van kledingkeuze verdedigde. De naam: Slutwalk. Het fenomeen waaide over naar vele wereldsteden en tot de verrassing van velen was afgelopen weekend was ook Seoul aan de beurt. Verrassing, want Zuid-Korea is nou niet het typische land waar massa’s feministen schaars gekleed de straat opmarcheren. Er zijn veel aspecten die het ingewikkeld maken om de Koreaanse versie van dit evenement te begrijpen. Een poging tot inzicht in de Koreaanse vrouwenwoede in vijf punten.

1. Discussie over de Slutwalk an sich
Alleerst een kritische blik op het Slutwalk concept zelf. De vrouwen klagen over dat kleedgedrag per definitie vrij moet zijn van seksuele interpretatie, maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Mode zit immers boordevol communicatie dat ontzettend veel te maken heeft met seksuele aantrekkingskracht. Natuurlijk niet direct met als doel een man aan te trekken, laat staan een vrijkaart te geven voor seksuele intimidatie – maar wel om die aantrekkingskracht al dan niet onbewust te gebruiken om zelfverzekerd over te komen, er voor je vriend goed uit te zien of welk doel dan ook. En simpelweg; als je een diepe inkijk hebt, blote buik en kort rokje of andere accenten dat het vrouwelijke geslacht benadrukt, heeft dat onmiskenbaar een seksuele impact op de mannelijke toeschouwer. Die uitgezonden seksuele prikkels kunnen niet worden genegeerd in deze discussie. Er zijn wetenschappelijke onderzoeken genoeg die aantonen dat de aantrekkingskracht tussen de seksen een factor is dat de hersenen doet huiveren – ook al is het lang niet de doelstelling van de zender. Zo werd er onlangs nog geconcludeerd dat een nieuwslezeres niet te sexy mag zijn, want dat leidt de mannen af. Totaal onbewust natuurlijk. Zoals Theo Maassen al zei is de biologische klok bij vrouwen de natuur, maar bij mannen smeerlapperij.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Waarom Eindhoven de slimste regio van de wereld is

Een bijdrage van Sjoerd Romme van de TU Eindhoven. Het stuk is overgenomen van Me Judice.

Wat heeft Eindhoven dat andere regio’s in de wereld niet hebben? De kranten waren ronduit sceptisch, maar de Eindhovense hoogleraar Romme vindt de recente uitverkiezing van Eindhoven tot slimste regio in de wereld allerminst vreemd. Brabanders kloppen zichzelf nu eenmaal niet zelf op de borst. De Eindhovense regio moet echter deze uitverkoren status wel goed uitspelen. Het is een bevestiging van de kracht van de regio Eindhoven en kan een positieve uitwerking hebben op het aantrekken van kapitaal en kenniswerkers.

Over de erkenning van Eindhoven als slimste gemeenschap ter wereld, enkele weken geleden door het Intelligent Community Forum (ICF), is recentelijk met enige scepsis in enkele landelijke dagbladen geschreven (zoals: Financieele Dagblad, 29 juni 2011). Het ICF is een internationale denktank op het gebied van economische en sociale ontwikkeling, bestaande uit een vakjury van onafhankelijke academici. Elk jaar melden zich meer dan 300 stedelijke regio’s voor de nominatie World’s Most Intelligent Community, waaruit elk jaar de slimste regio wordt gekozen. Men kan zijn twijfels hebben over de wijze waarop het ICF tot zijn oordeel is gekomen, maar er zijn goede redenen waarom Eindhoven deze status verdient.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Boete voor lekken

Een gastbijdrage van Karin Spaink, ook op haar site te lezen.

De Europese Commissie piekert over een betere richtlijn voor datalekken. Telecombedrijven die de gegevens van hun klanten per ongeluk blootgeven, zijn nu verplicht om hun clientèle daarvan op de hoogte te stellen.

Daarbij maakt het niet uit of die gegevens zijn vrijgekomen door een hack of door slordig beheer. Zulke gegevens horen immers terdege beschermd te worden, en mocht die bescherming hebben gefaald, dan hebben de getroffen klanten op z’n minst het recht dat zo snel mogelijk te weten. Het zijn per slot van rekening hún gegevens die onbedoeld rondslingeren.

De huidige richtlijn – niet veel meer dan een notificatieplicht – helpt weinig: hij is te beperkt, te soepel en te laks.Alleen telecombedrijven vallen onder de richtlijn, ze hebben liefst een week om hun klanten te waarschuwen, en er zijn amper repercussies. Wie zich er enigszins in verdiept weet dat datalekken tegenwoordig aan de orde van de dag zijn, en dat ze behoorlijk ingrijpend kunnen zijn. Honderdduizenden patiëntendossiers hier. Tienduizenden creditcards daar. Een half miljoen accounts elders. Persoonsgegevens verliezen (of hacken) is een internationale sport geworden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Peak-tin: schoolvoorbeeld van Grenzen aan de Groei

Een gastbijdrage van Hans Verbeek, ook te lezen op zijn website.

Voor handelaren en investeerders is zon artikel op Bloomberg (Bear Market in Tin Ending as Shortages Mean PT Timah’s Profit) interessant; de rest van de wereld heeft  geen idee van peak-tin. Alleen insiders kennen het verhaal over de wereldwijde tin-produktie: een schoolvoorbeeld van de Grenzen aan de Groei.

Bloomberg legt uit wat er aan de hand is en wat al jaren aan de gang is.



London Metal Exchange [prijs chart 2000-heden, hierboven]

Op het Indonesische eiland Banka wordt met bamboevlotten tinerts uit de rivieren gebaggerd. Maar de opbrengst ligt dit jaar 33% lager dan in 2008. De mijnwerkers kunnen de vraag, die in twee jaar tijd 14% steeg, niet bijbenen.

De reserves raken uitgeput en de scheepjes halen  slechts 40 kg erts per dag omhoog en dat was  60kg, meldt de voorman in het land dat ‘s werelds grootste tin-exporteur is.

Van Peru tot China werken mijnwerkers keihard om aan de vraag naar tin, een belangrijke component (soldeertin) in vele elektrische apparaten, te kunnen voldoen.

De markt zal voor de vierde keer in 5 jaar onverzadigd zijn volgens Barclays Capital.

In de afgelopen 12 maanden steeg de prijs van tin met 51 procent tot $26185 per ton.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Recht op inzage is een wassen neus

Een gastbijdrage van Jaap-Henk Hoepman, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en TNO. Het stuk is op persoonlijke titel geschreven en ook te lezen op zijn site.

Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) heeft iedere burger het recht om inzage te krijgen in de persoonsgegevens die een organisatie over haar verwerkt. Tevens moet deze organisatie informatie geven over het doel van de verwerking, de herkomst van de persoonsgegevens, en een overzicht van organisaties waaraan deze gegevens eventueel zijn verstrekt. In het kader van het Privacy Seminar dat ik ieder voorjaar geef aan de Radboud Universiteit Nijmegen, heb ik mijn studenten gevraagd om bij een aantal organisaties gebruik te maken van dit recht. Zelf heb ik dat ook gedaan. Doel was om te kijken hoe organisaties met dergelijke inzageverzoeken omgaan. De conclusie is ontluisterend: dat doen ze beroerd. Het recht op inzage is in de praktijk een wassen neus.

We hebben de klantenservice van telecommunicatiebedrijven, verzekeringsmaatschappijen, webwinkels, supermarkten e.d. aangeschreven. De meerderheid (70% in deze beperkte steekproef) van de bedrijven en organisaties reageert simpelweg niet. Van de bedrijven en organisaties die wel reageren, kunnen we stellen dat de reactie zelden voldoet.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Vrijheid van onderwijs en de PVV

Een gastbijdrage in woord en beeld van Ad van der Stok

De huidige samenstelling van de Eerste en de Tweede Kamer maakt verandering van artikel 23 van de grondwet mogelijk. Het uit 1917 stammende artikel dat “de vrijheid van het bijzonder onderwijs betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling der onderwijzers” eerbiedigt. Dit artikel staat – in seculiere woorden – het onderwijzen van een scheppingsverhaal toe waar geen evolutie in voor komt. Tevens laat het – in PVV taal – haatzaai-imams de sharia met de paplepel naar binnen gieten. Indien alle seculiere partijen voor verandering of schrappen van artikel 23 zijn, dan is daarvoor genoeg steun in beide Kamers. De onbegrijpelijke positie van de PVV is hierbij echter cruciaal.

Eerst iets over die grondwet, die verander je niet zomaar. In zowel de Eerste als de Tweede Kamer moet er twee maal over gestemd worden. Eerst over een overwegingswet, die met een gewone meerderheid moet worden aangenomen. Na erop volgende verkiezingen, dienen beide kamers met tweederde meerderheid in te stemmen. Tegenstanders zijn er met name in Christelijke hoek, waar het een gevoelige zaak is. [link op zondag niet bereikbaar] Maar slinkende zetelaantallen – met name bij het CDA – maakt het tegenhouden van zo’n verandering steeds moeilijker. Een solide seculiere tweederde meerderheid in beide kamers lijkt de komende jaren waarschijnlijk. Dat artikel 23 komt dus op de agenda. En of dat nu gebeurd of over enkele jaren hangt af van de PVV en de politieke handigheid van de oppositie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wel/geen blowverbod

Een bijdrage van GB van Publiekrecht & Politiek.

Het gaat de goede kant op met de dialoog in Nederland. De nieuwste casus speelt in Heerlen. Heerlen heeft in zijn APV een verbod op drugsgebruik in het openbaar opgenomen (artikel 3:2a) terwijl de Raad van State dat zou hebben verworpen. De teksten vanuit Heerlen zijn alvast veelbelovend: ‘We leggen ons niet bij de eerste de beste uitspraak neer.’ En: ‘De Raad van State heeft een andere mening dan wij willen, maar als je het accent legt op overlast, oordelen ze misschien anders’, aldus de Stadspartij.

Hoe zit het precies? De uitspraak van de Raad van State had betrekking op de weigering van Cohen om op een speelplaatsje een blowverbod in te stellen. Daarvoor was het nog te vroeg, oordeelde hij. In bezwaar en beroep hield die beslissing stand, waarna de Raad van State zich afvroeg of de bevoegdheid om een plaatselijk blowverbod in te stellen, zoals die is opgenomen in de APV van Amsterdam, wel toegestaan is. De Opiumwet verbiedt het gebruik van softdrugs immers al, gedogen maakt dat niet anders. De Afdeling is buitengewoon helder: ‘Voor gemeentelijke verbods- en strafbepalingen die deze voorschriften uit de Opiumwet dupliceren bestaat, ongeacht het motief dat daaraan ten grondslag ligt, geen ruimte.’ De Afdeling doet de zaak daarmee waarschijnlijk niet op de meest minimalistische manier af, maar duidelijk is het standpunt wel.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het failliet van de Doha-ronde

Een gastbijdrage van Steven Brakman en Arjen van Witteloostuijn, overgenomen van Me Judice.

De onderhandelingsronde tussen 153 landen (de zogenaamde Doha-ronde) georganiseerd door de WHO (wereldhandelsorganisatie) heeft als doel de handelsbarrières in de wereld op te heffen en vrijhandel mogelijk te maken. Deze ronde mist echter scherpte en wordt belemmerd door een tweedeling tussen arme en rijke landen. Het aantal onderwerpen, waarover onderhandeld wordt, moet sterk beperkt worden.

Aftakeling waakhond handel
Voor de mondiale welvaart is niets beter dan internationale vrijhandel. De praktijk is echter weerbarstig omdat het hemd nader is dan de rok. Bij interne economische tegenwind zoeken landen vaak hun toevlucht tot protectionistische en kortzichtige maatregelen. Onlangs beperkte China de uitvoer van zeldzame metalen onder het mom van milieumaatregelen, hierbij is de Chinese overheid vooral bezorgd over het milieu in het buitenland, terwijl Chinese producenten geen strobreed in de weg wordt gelegd. De Wereldhandelsorganisatie (WHO) is in het leven geroepen om dergelijk gedrag tegen te gaan. In zogenaamde handelsrondes doet de internationale WHO-gemeenschap pogingen om protectionistische maatregelen te identificeren en vervolgens aan te pakken, liefst in de vorm van afschaffing. De huidige Doha-ronde is echter uitgelopen op een drama. Door het steeds toenemende aantal leden – op dit moment 153 – duurt elke handelsronde weer langer dan de vorige omdat het steeds lastiger wordt om overeenstemming te bereiken. Dit jaar kan het tienjarig jubileum van de huidige ronde worden gevierd. En het einde is nog lang niet in zicht.

Steeds meer bilaterale overeenkomsten

Als reactie op deze stroperige eindeloosheid zijn veel landen overgegaan op het afsluiten van bilaterale overeenkomsten, met als gevolg dat veel landen met de rug naar de WHO zijn gaan staan. Deze landen sluiten zich zich in toenemende mate af van de uniforme en niet-discriminerende maatregelen die juist het fundament vormen van de WHO. Een bijkomend gevolg is dat steeds minder landen bereid zijn om zich neer te leggen bij algemeen geldende WHO-regels, en in plaats daarvan hun toevlucht nemen tot ad hoc regelgeving binnen de context van reeksen van bilaterale verdragen. Op deze manier wordt het bestaande WHO-bouwwerk, waaraan decennialang met man en macht is gewerkt, door de leden zelf van buitenaf ondermijnd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

SGP-vrouwenkwestie is al opgelost

Een gastbijdrage van Rob Kooijman, juridisch en wetenschapshistorisch onderzoeker

Hoe wonderlijk kan een juridische zaak verlopen? In april 2010 oordeelde de Hoge Raad dat de Nederlandse Staat maatregelen tegen de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) moet nemen. Vrouwen bij de partij moeten zich kandidaat kunnen stellen voor de partij bij verkiezingen. Minister Donner zinspeelt op maatregelen, maar heeft niet in de gaten dat maatregelen inmiddels niet meer nodig zijn.

De SGP heeft vanaf haar oprichting een Program van Beginselen met daarin het zogeheten “vrouwenstandpunt”. Het vrouwenstandpunt is de opvatting dat een politieke functie, en daarmee het grondwettelijke recht om kandidaat te zijn voor een politieke functie (het passief kiesrecht), in strijd is met de Bijbelse roeping van de vrouw. Een politieke functie is bijvoorbeeld lid zijn van het parlement, de Eerste en Tweede Kamer. In 1997 bracht de SGP haar reglement voor kandidaatstelling in overeenstemming met die opvatting. Vrouwen bij de partij werd het recht niet toegekend om kandidaat te zijn voor de partij bij verkiezingen voor politieke functies. Vrouwen konden zich dus niet kandidaat stellen voor de partij.

Het was de reden voor het Proefprocessenfonds Clara Wichmann in 2003 een juridische procedure te starten tegen de Nederlandse Staat. De Staat zou volgens het fonds haar verplichtingen uit het VN-Vrouwenverdrag niet zijn nagekomen door geen maatregelen te nemen tegen de SGP. Volgens het fonds moest het voor vrouwen het juridisch mogelijk zijn, dat zij voor de SGP kandidaat zijn. Na zeven jaar procederen gaf ook de Hoge Raad het fonds gelijk. De SGP mag haar vrouwenstandpunt wel verkondigen bij verkiezingen en in het parlement, maar haar reglement voor kandidaatstelling mag niet in overeenstemming zijn met die opvatting. Van de SGP wordt gevergd, zo staat in de uitspraak, dat zolang de SGP die opvatting verkondigt, het reglement in strijd is met die opvatting – daaruit volgt meteen ook dat van de SGP niet wordt gevergd ook andere opvattingen te verkondigen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Fideel

Een gastbijdrage van Karin Spaink, ook te lezen in Het Parool en op haar site.

Vader Yaseen heeft een fotostudio in Bagdad, waar mensen al decennia lang hun portret laten maken. Het zijn vreemd vormelijke foto’s. Voor een portret van broer en zus zijn bijvoorbeeld slechts drie poses voorhanden, waarbij in alle gevallen de broer op een stoel zit en zijn zus achter hem staat opgesteld. En het fotograferen was nooit makkelijk: de fotograaf mocht de vrouwen absoluut niet aanraken, zodat het moeite kostte hen in de juiste houding te krijgen.

Zaid en zijn broer werkten in vaders studio. Zaid zag hoe de foto’s in de loop der jaren veranderden. In de jaren tachtig vroegen families hen vaak om een portretfoto te reconstrueren uit allerhande pasfoto’s, en in een hoek daarvan moest een zwarte band worden gemonteerd. Het waren rouwfoto’s van jonge mannen die gesneuveld waren in de oorlog met Iran. Of van jonge mannen die juist níet in die oorlog wilden vechten en die als deserteur waren doodgeschoten.

In de jaren negentig fotografeerde de familie Yaseen vooral kinderen. Die afbeeldingen werden sterk geromantiseerd: er werd een kleurige, Disneyachtige achtergrond in gemonteerd, zodat alle Bagdadse kindjes uit een sprookje leken te zijn geplukt. Terwijl moeders vroeger trots met hun kinderen poseerden, verdwenen zij nu gaandeweg uit beeld. Nog later konden zelfs gesluierde vrouwen niet meer worden geportretteerd: ze gingen achter hun kind schuil of moesten van de foto’s worden afgeknipt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Jonge boefjes moet je vooral opvoeden

Een gastbijdrage van Peer van der Helm, onlangs gepromoveerd aan de Vrije Universiteit op zijn onderzoek naar het leefklimaat in Justitiele Jeugdinrichtingen. Het stuk is ook op Sociale Vraagstukken te lezen.

Het plan van de staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie om het jeugdstrafrecht aan te scherpen, is heilloos. Strenger straffen helpt niet, dat is wetenschappelijk aangetoond. Opvoeden helpt wel. Maar het is, mede in het huidige beleidsklimaat, een uiterst delicate opdracht.

Staatssecretaris Fred Teeven wil volgens een brief van 25 juni aan de Kamer de maximale celstraf voor jongeren van 15, 16 en 17 jaar verhogen van twee naar vier jaar.  Daarnaast wil de staatssecretaris de mogelijkheden tot het opleggen van taakstraffen beperken en de jeugd-tbs laten overgaan in tbs voor volwassenen. Gezamenlijk leiden deze maatregelen tot een enorme verharding van het jeugdstrafrecht.

Met zijn voorstel lijkt Teeven een diepe knieval te willen maken voor de PVV. Deze partij roept in de maatschappelijke discussie over de aanpak van jonge criminelen (12-18 jaar) vaak het beeld op van ‘onverbeterlijke stadsroofdieren waarbij niks werkt’. Ik vraag mij af of een zinvol debat over de bestrijding van jeugdcriminaliteit gebaat is bij dit soort metaforen. Natuurlijk raken we boos, verdrietig of gefrustreerd door de daden van sommige jongeren, maar we moeten ons altijd blijven realiseren dat zij kinderen zijn wier hersenen – en daarmee hun gedrag – nog niet uitontwikkeld zijn. Er is dus een mogelijkheid voor gedragsverandering.

Vorige Volgende