Dimitri Tokmetzis

1.273 Artikelen
1.248 Waanlinks
534 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Oncontroleerbare verkiezingsprogramma’s

De verkiezingsprogramma’s van politieke partijen staan bol van mooie beloften. Maar wat blijft daar na de campagne van over? Sargasso controleert het voor het thema zorg.

Rond verkiezingstijd vindt steevast een rituele dans plaats rond de partijprogramma’s. Die worden nog steeds gepresenteerd als primaire informatiebron voor de kiezer. Veel stemwijzers worden op deze programma’s gebouwd. En menig politicus wordt later in een debat met eerdere beloften om de oren geslagen.

Je zou denken dat wat in de programma’s staat achteraf te controleren is, zodat de kiezer een partij daarop kan aanspreken, en misschien belonen of juist afrekenen. Op zich zou zo’n controle simpel moeten zijn. Je vergelijkt de standpunten in de programma’s en kijkt welke wetsvoorstellen partijen hebben gesteund en welke amendementen en moties ze hebben ingebracht.

Zo simpel is het helaas niet. Zelfs als we een deel van de taken automatiseren, is het nog vreselijk veel werk om alle verkiezingsbeloften van alle partijen te controleren (geloof me, we hebben het geprobeerd). We hebben daarom een casus genomen,de grootste kostenpost van dit moment: de zorg. 

We hebben de programma’s van VVD en CDA uit 2010 vergeleken met hun stemgedrag in de Tweede Kamer, vanaf het aantreden van de vernieuwde Kamer in 2010 tot het afgelopen zomerreces. Beide verkiezingsprogramma’s zijn vaag en slecht geschreven. Ze bieden veel principe-uitspraken, maar weinig concreets.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Scheurende christenen

DATA - Tot aan de verkiezingen publiceren we iedere dag een niet al te serieuze correlatie tussen stemgedrag en een verschijnsel. Vandaag: partijvoorkeur versus motorbezit.

Wie had dat kunnen bevroeden? Ik dacht zelf als je op gemeenteniveau naar het gemiddelde motorbezit kijkt en naar partijvoorkeur, dan zul je bij D66 een sterke correlatie zien. Vrij oude kiezers, mannen met geld, pragmatisch in het leven, maar ja, het zijn vooral de pragmatici die met een dijk van een midlife crisis rondlopen. En zeg nou zelf, wie zie je eerder op een motor: Pechtold of Haersma Buma?

Maar niets is minder waar.

Onze christelijke CDA-vrienden blijken grotere motorvrienden te zijn dan D66’ers en PvdA’ers. Neem Dalfsen. Veel motoren (80 per duizend inwoner) en maar liefst dertig procent stemt CDA. Of Boekel: 74 motormuizen per duizend inwoners en 28 procent voor het CDA.

Kom daar met D66 maar eens om. D66-bolwerk Wageningen (vijftien procent stemt liberaal) en 23 motoren per duizend inwoners. Amsterdam: 12 procent voor D66, 21 motoren per duizend inwoners. Maar ja, misschien rijden de mensen daar liever op een Holleeder-brommer.

Het PvdA-stemvee zit lekker door het midden.

<a href=”#”><img alt=”Dashboard 6 ” src=”http:&#47;&#47;public.tableausoftware.com&#47;static&#47;images&#47;co&#47;correlaties2&#47;Dashboard6&#47;1_rss.png” style=”border: none” /></a>
Foto: copyright ok. Gecheckt 08-09-2022

Waar wonen de grillige kiezers?

DATA - Kiezers zijn niet trouw, maar in sommige gemeenten lijken ze ontrouwer dan in andere. Waar wonen de meest grillige stemmers? En waar is als partij veel te winnen en te verliezen?

Dit wordt een vreemd verhaal. We kunnen de hierboven gestelde vragen namelijk (nog) niet beantwoorden. We hebben prachtige data, we  hebben prima analyses en we hebben een trend gevonden. Maar wat zegt deze trend? Dat levert ons dermate veel hoofdbrekens op, dat we uw hulp inroepen. Bij deze.

Wat is er aan de hand?

Het lijkt erop dat de zuidelijke gemeenten – Brabant, Limburg –  grilliger kiesgedrag vertonen dan de noordelijke en oostelijke gemeenten. Grillig betekent in dit verhaal dat partijen veel kiezers winnen en verliezen in het zuiden dan in het noorden. Een grillige kiezer is niet per se een zwevende kiezer: een grillige kiezer kan immers heel doelbewust stemmen.

Dit is een hypothese met een belangrijke implicatie. Als het klopt, zou je kunnen concluderen dat partijen hun campagnestrategie meer op het zuiden moeten richten: mogelijk winst en verlies zijn daar namelijk groter. Zie onderstaande kaart die de mate van ‘grilligheid’ aangeeft. Daarom spreken we op onze burelen van ‘swing-gemeenten’. 

Een links conservatieve bitch fight

DATA - Tot aan de verkiezingen komen we dagelijks met een opmerkelijke, niet al te serieuze correlatie, of zetten we een aantal partijen tegen elkaar af op gemeenteniveau. Vandaag: wat valt waar te halen voor SP, PvdA en PVV?

Een interessante stemmenstelerij speelt zich af tussen drie partijen, met SP in het midden. De PvdA lijkt stemmers weg te zuigen ter ‘rechterzijde’ van de SP. De SP op zijn beurt lijkt weer stemmers weg te zuigen bij de linkse PVV’ers. Er kan nog een paar dagen campagne gevoerd worden. Als we de partijen tegenover elkaar projecteren, krijgen we een idee waar de laatste inzet nut heeft, want sommige gemeenten lijken zeer stevige voorkeuren te hebben. Die kun je wellicht beter links laten liggen.


In onderstaande interactieve grafiek heb ik de SP afgezet tegen PVV en tegen de PvdA. Als je een denkbeeldige lijn trekt van linksonder naar rechtsboven, zie je in welke gemeenten meer voor de ene partij dan voor de andere wordt gestemd. Wat in het midden zit, verreweg de meeste gemeenten, is mogelijk interessant. Een aantal gemeenten echter kun je met je campagnebus zo voorbij rijden.

De PVV heeft bijvoorbeeld weinig te zoeken in Boxmeer. In 2010 stemde 34 procent van het electoraat op de SP. Niet zo verwonderlijk, het is de thuisbasis van Roemer. Twaalf procent stemde PVV. Ook Sint-Anthonis is een SP-bolwerk: 24 procent voor de rooien, 10 voor de bruinen.

Wassenaarse PVV’ers

DATA - Tot aan de verkiezingen komen we iedere dag met een opmerkelijke, maar niet al te serieuze, electorale correlatie. Vandaag: stemgedrag per gemeente versus woningwaarde. Zijn er een hoop wannebe-VVD’ers?

Wie een eigen huis bezit, doet er goed aan om VVD te stemmen. Ook al mort het binnen de partij, er zijn maar weinig partijen die zo standvastig achter de hypotheekrente blijven staan.

Op gemeentelijk niveau gaat het adagium dat huizenbezitters rechts stemmen wel op. Er is een duidelijke correlatie tussen gemiddelde woningwaarde per gemeente (grote regionale verschillen) en het percentage dat VVD stemt. Een paar zaken vallen op.

Het mag geen verbazing wekken dat in Laren (gemiddelde woningwaarde, proest, 630.000 euro) veel VVD wordt gestemd: 46 procent in 2010. In Blaricum (gemiddelde woningwaarde 633.000 euro) wordt relatief iets minder VVD gestemd 39 procent. We komen die Blaricumnezen weer later tegen bij de PVV.

Opvallend is ook dat de gemeenten boven en onder de trendlijn tot verschillende regio’s behoren. Boven de trendlijn (relatief veel VVD-stemmers, afgezet tegen woningwaarde) bevinden zich veel Randstad-gemeenten. Onder de lijn de rest van Nederland.

De GroenLinks gemeenten zijn minder duidelijk verdeeld. Daar lijkt nauwelijks een correlatie te zijn tussen gemiddelde woningwaarde en partijvoorkeur. Er is wel een aantal outliers. Rozendaal heeft relatief veel GroenLinks-stemmers, maar ook een hoge gemiddelde woningwaarde. Dat geldt ook voor Heemstede en Bergen (N.H.).

VVD meest te winnen bij kiesdrempel en districtenstelsel

DATA - Stel dat we in Nederland een kiesdrempel of een districtenstelsel hebben, dan heeft de VVD daar het meest bij te winnen. Sargasso zet een aantal scenario’s op een rij.

Het politieke landschap is versplinterd. In hoeverre onderscheiden partijen zich nu echt van elkaar? En leidt die versnippering niet tot waterige (regeer)akkoorden en hopeloze formaties? Bij iedere verkiezing wordt weer gepleit voor een ander partijstelsel. Ofwel partijen moeten over hun schaduw stappen en fuseren. Dat gaat voorlopig niet gebeuren. Ofwel het kiesstelsel zelf leidt tot een uitslag waar een overzichtelijk aantal partijen mee uit de voeten kan.

We hebben een aantal scenario’s bekeken voor de vorige verkiezingen. Hoe zou het politieke landschap eruit zien als we een districtenstelsel hebben en als we kiesdrempels zouden hanteren. Heel anders in ieder geval.


Nu heeft iedere analyse een hoog wat-als gehalte. We hebben geen kiesdrempel of een districtenstelsel, dus we moeten zelf onze regels formuleren.

Laten we beginnen met het districtenstelsel. We kiezen hier voor het Amerikaanse systeem: the winner takes all. Het maakt niet uit hoeveel partijen er in een bepaald gebied zijn, de grootste krijgt alle stemmen. Maar welk gebied neem je dan? De kieskringen? Weet u überhaupt tot welke kieskring u behoort? We hebben ervoor gekozen om het herkenbaar te houden: gemeenten en provincies.

Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

CDA-stemmers houden niet van verhuizen, PvdA’ers wel

DATA - Tot de verkiezingen presenteren we dagelijks een opmerkelijke, maar niet al te serieuze correlatie. Vandaag kijken we naar hoe vaak er in gemeenten wordt verhuisd, vergeleken met de populariteit van CDA en PvdA. Hoe honkvast zijn ze?

In sommige gemeenten wordt (veel) meer verhuisd dan in andere. Het CBS hanteert een cijfer die alle verhuizingen op gemeenteniveau vangt: de verhuismobiliteit. Dit bestaat uit verhuizingen in een jaar tussen gemeenten en binnen gemeenten. Hoe hoger het cijfer, hoe meer er verhuisd wordt. In studentenstad Groningen werd in 2010 bijvoorbeeld 173,5 x per 1000 inwoners (volgt u het nog) verhuisd. In Edam-Volendam 44,1 x per 1000.

Zou er een correlatie zijn tussen voorkeur voor PvdA of CDA en de hoogte van de verhuismobiliteit?

Ja. Onderstaande grafiek lijkt een vormloze wolk van gemeenten, maar onze eigen HAL kan er een patroon in ontdekken. Voor het CDA geldt in grote lijnen: hoe meer stemmen voor het CDA hoe honkvaster men is. Voor de PvdA geldt dat andersom.

Wat voorbeelden. Tubbergen: 43 procent CDA, een verhuismobiliteit van rond de vijftig. Dinkelland 38 procent CDA, verhuismobiliteit van 53. Omgekeerd geldt: Amsterdam, CDA drie procent, verhuismobiliteit van 138.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Waar is het Barneveldse kippenbevrijdingsfront?

DATA - Tot de verkiezingen presenteren we dagelijks een opmerkelijke, meestal niet al te serieuze electorale correlatie. Vandaag: aantal kippen per gemeente en partijvoorkeur.

Hoe meer kippen per gemeente, hoe meer CDA-stemmers. Voor de meest diervriendelijke partij op de verkiezingslijst is dat juist precies omgekeerd.

Het CBS houdt jaarlijks bij hoeveel kippen er rondlopen op gemeenteniveau. Via de Kiesraad hebben we de partijvoorkeuren per gemeente per verkiezingsjaar bekeken en die twee waarden (van 2010) met elkaar vergeleken.

Wat zegt dit? De eerste conclusie mag geen verbazing wekken. In gemeenten waar veel kippen aanwezig zijn, wordt ook veel CDA gestemd. In Nederweert kakelden bijna in 2010 bijna drie miljoen kippen en ving CDA een kwart van de stemmen. Boxtel had maar 20.000 kippen en het CDA moest het doen met 16 procent van de stemmen.

Toch is het meer geweest. Onder de ‘kippenstemmers’ zitten veel Limburgse gemeenten en die zijn de laatste twee verkiezingen aardig van kleur verschoten (van CDA naar PVV). De correlatie kippen-CDA wordt dunner. En in het huidige verkiezingsprogramma wordt met geen woord gerept over onze gevederde vriendjes. Zo win je het zuiden niet terug, CDA.

Ik vind de dierenpartij interessanter. Hier is een negatieve trend te zien, dus hoe meer kippen in een gemeente, hoe minder er Partij voor de Dieren gestemd wordt.

Vorige Volgende