Simon Otjes

146 Artikelen
16 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Politicoloog en politiek filosoof. Promovendus bij de Universiteit Leiden. Blogt met name over Nederlandse politiek vanuit vergelijkend, historisch en filosofisch perspectief.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mulisch’ Gouden Muur

De grote gouden muur (Foto: Flickr/rich115)

De Ontdekking van de Hemel, van de pas overleden schrijver Harry Mulisch, vertelt naast het verhaal van een vriendschap, ook iets over de politiek. Ten minste, het heeft een kort hoofdstuk over politiek. Een kleine detour waarin Mulisch in mijn ogen de vinger op de zere plek legt, maar helaas niet door pakt op de echte implicaties van zijn vondst.

Onno Quist, de jurist/taalkundige/politicus, spreekbuis voor Mulisch, legt in dat hoofdstuk uit wat zijn visie op de politiek is. Daar zit een interessant idee in: Mulisch/Quist stelt zich een gouden muur voor die de samenleving van de politiek scheidt. Achter de gouden muur ligt de macht, daar worden echte beslissingen genomen door staatsmannen. De mensen in de samenleving denken dat achter die gouden muur staatsmannen staan die, gebonden door regels en protocollen, een tactisch schaakspel op het hoogste niveau spelen, waarin allerlei inhoudelijke argumenten een belangrijke rol spelen. Maar niets is minder waar: achter die muur gaat alles er even rommelig aan toe als voor die muur. Rationale overwegingen en zelfs formele regels spelen geen rol, het is een zooitje waarin allerlei kleine gebeurtenissen en persoonlijke overwegingen een belangrijkere rol spelen dan de Rede of de Grondwet.

Dit is natuurlijk absoluut waar. Een mooi voorbeeld komt van Ruud Koole. Tijdens het debat in de Eerste Kamer over de grondwetswijziging die de gekozen burgemeester mogelijk zou moeten maken was er een onenigheid tussen de minister Thom de Graaf en Ed van Thijn, de PvdA-woordvoerder. Het leek erop neer te komen dat de PvdA-fractie tegen zou stemmen. Koole zat in het gebouw van de Tweede Kamer te kijken met Wouter Bos, een groot voorstander van de gekozen burgemeester. In een tweede termijn zouden de minister en de PvdA-senator mogelijk dichter tot elkaar kunnen komen, en zou met een paar toezeggingen de gekozen burgemeester er zijn gekomen. Maar dan moest wel een tweede termijn aangevraagd worden. Geen van de fracties had dat gedaan. En nog tijdens het debat SMS’ten Koole en Bos druk richting Van Thijn en Noten (de fractievoorzitter) dat zij zo’n termijn moesten aanvragen. De senatoren hadden echter hun telefoon niet opgeladen en deze stonden dus uit. Er werd dus geen tweede termijn aangevraagd. De PvdA stemde tegen de deconstitutionalisering. En de rest is geschiedenis: Thom de Graaf trad af, D66 liet haar kroonjuwelen varen, regelde wat extra geld voor onderwijs en Alexander Pechtold werd D66-minister. Hij en Lousewies van der Laan stelden zich kandidaat om De Graaf op te volgen als D66-leider. Pechtold wint van Van der Laan. Het was uiteindelijk het conflict tussen Pechtold en Lousewies van der Laan waarom D66 zo snel de stekker uit het kabinet trok bij de kwestie Hirshi Ali. Allemaal dus vanwege die ene telefoon die uitstond. Politiek hangt dus samen van chaotische besluitvorming waarbij de big picture afwezig is.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het is de schuld van de schuldeneconomie

Sinds het uitbreken van de kredietcrisis benadrukken GroenLinks en D66 steeds stelliger dat de Nederlandse economie een schuldeneconomie is geworden. Het is een economie “waarin mensen op jacht naar meer consumptie steeds hogere schulden maken” zo stelt het laatste verkiezingsprogramma van GroenLinks. Zo’n schuldeneconomie is op lange termijn niet houdbaar en brengt zo de financiale veiligheid van mensen in gevaar. Ook D66 pleitte voor een verschuiving van schuld naar bezit.

En vanuit deze visie doet GroenLinks een aantal voorstellen voor hervorming van de economie: een reclameverbod op consumptief krediet, kredietverleners moeten zich financieel inzetten voor de schuldhulpverlening, een scheiding van consumentenbanken en handelsbanken (zodat de risico’s van de laatste, geen gevolg hebben voor de eerste) en het beperken van de schuldenaftrek voor het bedrijfsleven. En als klap op de vuurpijl, het geleidelijk afschaffen c.q. beperken van de hypotheekrenteaftrek. Deze regeling die zeker op dit moment het hebben van een schuld stimuleert boven het aflossen hiervan is voor GroenLinks en D66 een doorn in het oog. En ook de overheid moet minder schulden maken. Er moet flink op de grootte van de overheid bespaard worden omdat grote overheidstekorten financieel niet duurzaam zouden zijn.

Al met al moet de economie minder afhankelijk worden van schulden, zeker als we door een crisis heen zijn gekomen die het gevolg is van het feit dat heel veel mensen grote schulden aangingen (op de Amerikaanse huizenmarkt) zonder dat ze deze konden aflossen. Maar ook in Nederland viel een bank (DSB) die afhankelijk was van het (aggressief aanbieden van) consumptief krediet.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Links in Finland

Finse vlag op een ijsbreker (Foto: Flickr/ezioman)

Weinig politieke systemen lijken zo veel op Nederland als Finland: een verdeeld electoraat, veel politieke tegenstellingen en heel veel ongeveer even grote partijen. Er is een belangrijk verschil: de Groenen regeren al sinds 1995 regelmatig mee in verschillende coalitiekabinetten.

De huidige regeringspartners van de Groene Liga zijn de Nationaal Conservatieve Partij, een pro-europese centrum-rechtse partij en twee min-of-meer liberale partijen: de Centrumpartij, een voormalige boerenpartij met euroskeptische en groene neigingen en een centrum-rechts economisch profiel en de Zweedse Volkspartij, een pragmatische partij die het traditioneel opneemt voor de Zweedse minderheid. Deze partij heeft een sterk progressief, multicultureel profiel. Naast deze twee centrum-rechtse partijen zijn er nog twee kleinere rechtse partijen in het Finse parlement: de orthodox christelijke christen-democraten en de rechts populistische Ware Finnen.

Op links zijn er nog twee grote krachten: de sociaal-democratische SDP en de de Linkse Alliantie. De SDP is een brede centrum-linkse sociaal-democratische partij van Scandinavische signatuur. De Linkse Alliantie is een radicaal, linkse, euroskeptische partij, die voortkomt uit de communistische partij die lange tijd nauwe banden onderhield met de Sovjetunie. Nog steeds is deze partij in haar retoriek radicaal links, maar zelfs deze partij heeft regeringsverantwoordelijkheid gedragen.

De Groene Liga is een gematigde Groene partij. Sinds 1995 neemt ze dus regelmatig deel aan brede regeringscoalities. Sinds 2007 zit zij in een centrum-rechts kabinet met conservatieven en liberalen. Programmatisch is de Groene Liga echter een typische West-Europese groene partij: vooruitstrevend groen, centrum-links op sociaal-economische vraagstukken, pro-europees en voorstanders voor een open samenleving. Net als GroenLinks combineert de Liga dus een groen, sociaal en tolerant programma met pragmatisme en realisme.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mulisch en Donner: de mentopagus

Harry Mulisch in September 2006 (Foto: Flickr/ANS-online)Harry Mulisch is overleden. Ik heb het werk van Mulisch en in het bijzonder zijn ‘magnum opus’ De Ontdekking van de Hemel altijd zeer indrukwekkend gevonden. In het eerste deel van De Ontdekking van de Hemel vertelt Mulisch het verhaal van zijn eigen leven tijdens de jaren ’60 en ’70 en in het bijzonder zijn hechte vriendschap met Jan-Hein Donner, schaker, publicist en journalist.

Deze karakters heten in het boek Onno en Max. Max, gebaseerd op Mulisch zelf, is een erotomane sterrenkundige met een verwrongen Duits-Joodse achtergrond (met name in de familiegeschiedenis is de gelijkenis tussen Max en Harry zeer groot). Onno is een eigenzinnige taalkundige, uit een gereformeerde politieke familie, die voor de PvdA de politiek in gaat. Onno is deels gebaseerd op de schaker en publicist Jan-Hein Donner, het zwarte schaap uit de familie van minister Donner, alhoewel hij in zijn politieke carriere meer lijkt op Hans van Mierlo of Marcel van Dam, die ook tot de kring van Mulisch behoorden. Zij sluiten aan het begin van het boek een innige, intellectuele vriendschap. In levendige gesprekken in Amsterdam, Leiden en Cuba bespreken ze wetenschap, geschiedenis, politiek, geloof en filosofie. In dit fragment uit de verfilming (met een prachtige rol voor Stephen Fry die qua fysiek en persoonlijkheid sterk op Donner lijkt) kan je daar iets van zien. De gesprekken zijn gevuld met theorieën over de wereld, prachtige kleine beschouwingen van ontwikkelingen om hen heen, maar ook de ironisch-arrogante humor van met name Onno.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Dubbele geluiden uit Duitsland: tussen progressieven & populisten

Duitse vlag op de Reichstag (Foto: Flickr/slowdown)

Er komen dubbele geluiden uit Duitsland: de progressieve Groenen doen het goed in de peilingen maar ook het populistische anti-immigratiegeluid wordt steeds sterker. In de ogen van Habermas, afgelopen week in de New York Times, zijn deze bewegingen onderdeel van een steeds sterker groeiende maatschappelijke onvreden tegen ‘de politiek’. Deze dubbele geluiden doen sterk denken aan de periode 1999-2002 in Nederland.

Nederland in 1999: Tegenover het zittende Paarse kabinet ontstond een steeds grotere maatschappelijke tegenstand. De technocratische stijl van het kabinet dat zich met name richtte op grote infrastructurele projecten was weinig inspirerend. Die onvrede vertaald zich met name aan de linkerkant van het politieke spectrum. GroenLinks stond op meer dan tien procent van de stemmen in de peilingen. ‘De Treveszaal lokte‘ naar GroenLinks.

Maar op hetzelfde moment werd er ook Leefbaar Nederland opgericht: een samenwerkingsverband van lokale protestpartijen. In 2001 kozen zij Pim Fortuyn tot hun leider en vanaf dat moment kennen we de geschiedenis wel: Fortuyn’s populariteit groeide onstuimig. Hij combineerde het anti-establishment sentiment dat GroenLinks had aangeboord, met een harde anti-Islamitische en anti-immigratie retoriek. Er bleek in Nederland een grote onvrede te zijn over de segregatie tussen allochtonen en autochtonen.

In de campagne werd Paars door de LPF in het defensief gedrongen. GroenLinks voerde harde oppositie tegen de intolerante politiek van Fortuyn. Nadat Fortuyn werd vermoord door een dierenrechtenactivist, kreeg ook GroenLinks het steeds harder te verduren. In de periode 2002-2009 voer GroenLinks met haar progressieve maatschappelijke idealen over een open multiculturele samenleving in een steeds verder integrerende Europese Unie, permanent in tegen de maatschappelijke mainstream. En zelfs de electorale opleving in de periode 2009-2010 kon in het huidige politieke klimaat niet in regeringsmacht vertaald worden. Alle hoop die er in 1999 was op regeringsmacht lijkt (nu weer) vervlogen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De droom van het dualisme

Nu de mooiste analyses bij het debat over de regeringsverklaring al gemaakt zijn door Tom Louwerse (verschilt het taalgebruik van Balkenende en Rutte? En wat zijn de patronen in het stemgedrag in de eerste stemmingen met dit nieuwe kabinet?) rest mij niets anders dan een inhoudelijke analyse te geven van het eerste optreden van het Kabinet-Rutte, zijn gedoogpartner Wilders en oppositie.

De formatie van het minderheidskabinet was in mijn ogen een mogelijkheid om de traditionele tegenstelling tussen oppositie en coalitie te overwinnen. Een mogelijkheid voor dualistischere politiek. De progressieve partijen, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie, zouden het CDA en de VVD kunnen overhalen om socialer en groener beleid te maken: papaverlof, AOW-leeftijd, innovatie, dierenwelzijn, ontslagrecht noem maar op. De echte beslissingen zouden kunnen worden overgelaten aan de Tweede Kamer.

Er is in de Nederlandse politiek traditioneel een sterke tegenstelling tussen de coalitie en de oppositie. Dat noemen wij zelf in Nederland monisme. De coalitie steunt de ministersploeg en hun plannen door en door. De ideeën van de oppositie komen er nooit doorheen, onafhankelijk van de kwaliteit, omdat de coalitie en bloc tegenstemt. Alle belangrijke beslissingen worden vooraf genomen door de coalitie, en zo wordt het parlement uitgeschakeld. Een minderheidskabinet zou een mogelijkheid kunnen zijn voor nieuwe dualistischere verhoudingen. Een minderheidskabinet moet voortdurend voor haar voorstellen op zoek gaan naar meerderheden. Dit schept de mogelijkheid van wisselende meerderheden en laat ruimte voor initiatieven van oppositiepartijen. In deze verhoudingen zouden argumenten kunnen tellen en niet de vraag of een voorstel wordt gedaan door een coalitie- of een oppositiepartij.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Links in Duitsland

Duitse vlag op de Reichstag (Foto: Flickr/slowdown)

Links is in Duitsland verdeeld tussen drie partijen: de sociaal-democratische SPD, een van de oudste en invloedrijkste sociaal-democratische partijen van de wereld. De Bundnis ‘90/Die Gruenen, een van de succesvolste groene partijen van Europa. En Die Linke, een socialistische partij van de oude stempel.

De SPD is een van de oudste sociaal-democratische partijen van de wereld. De partijen is een model geweest voor veel sociaal-democratische zusterpartijen. De Nederlandse SDAP (een voorloper van de PvdA) vertaalde de programma’s van de SPD en gebruikte die zelf in verkiezingstijd. Als de SPD bewoog, bewogen de SDAP en later de PvdA mee. Tegenwoordig is dat overigens andersom: binnen de Duitse SPD wordt voortdurend gekeken hoe links in Nederland omgaat met het populisme.

De geschiedenis van de SPD staat vol van de ideologische twisten tussen rechtlijnige en rekkelijke socialisten. Bij een van die twisten splitste de Socialistische Duitse Studentenbeweging (SDS) zich af van de SPD. De SPD bewoog langzaam naar het politieke midden, terwijl de SDS een klassiek linkse, dogmatische koers bleef voorstaan. Gedurende de jaren ’60 begon de SDS ook te bewegen, het werd een van belangrijkste groeperingen in de studentenbeweging, de ‘Buitenparlementaire Oppositie’. De SDS werd de woordvoerder van een anti-autoritaire, ondogmatische linkse stroming. Deze verbond linkse politiek met betrokkenheid voor de derde wereld, tegenstand tegen kernwapens, basis-democratie en feminisme. In de jaren ’70 kwamen veel mensen uit de Buitenparlementaire Oppositie terug in de milieubeweging. Via de milieubeweging kwamen veel mensen uit de SDS uiteindelijk bij Die Gruenen, een partij die gevormd is eind jaren ‘70. Die Grunen verbonden linkse politiek met betrokkenheid voor milieu en andere nieuwe vraagstukken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Immuniteit, vrijheid van meningsuiting & groepsbelediging

Scheiding der machten (foto: flickr/h.koppdelaney)Tijdens de formatie wilden de VVD en de PVV de vrijheid van meningsuiting uitbreiden. Voor politici die deelnemen aan het maatschappelijk debat moest er een uitzondering komen voor het verbod op groepsbelediging. Minderheden reageren geschokt. Er worden vergelijkingen met Berlusconi getrokken omdat deze net als de PVV ook geprobeerd heeft om vervolging tegen zichzelf stop te zetten. Immers Wilders wordt ook vervolgd voor groepsbelediging.

Ik kan om twee redenen wel iets zien in dit voorstel, alhoewel ik gezien de Nederlandse situatie wetgeving hierover overbodig vind. Ten eerste, ik geloof in scheiding der machten. Dat betekent dat kamerleden geen uitspraken mogen doen over zaken die onder de rechter liggen. Waarom zou niet evenzeer moeten gelden dat rechters zich niet bemoeien met een politiek debat? Is het niet evenzeer onwenselijk als in het proces dat iets legaal wordt gemaakt, rechters mensen vervolgen voor het zeggen dat dat legaal wordt gemaakt. Als een politicus in een maatschappelijk debat over zeg, de monarchie, beledigende dingen zegt over ons Staatshoofd, zou het dan niet onwenselijk zijn als hij daarvoor vervolgd wordt? Immers hoe kan je de maatschappelijke situatie anders veranderen? Ten tweede, het OM, is gelukkig relatief onafhankelijk, maar een minister kan sturend optreden, ook in specifieke zaken. Zou het niet zeer onwenselijk zijn als een minister van een bepaalde partij een politicus van een andere partij zou kunnen uitschakelen voor uitspraken waar hij het niet mee eens is? Volgens mij betekent scheiding der machten dus dat juist de vrijheid van politici in het maatschappelijke debat bijzonder bescherming van juridische vervolging verdient.

Het gaat hier specifiek om groepsbelediging. Halsema sprak recent over het onderscheid tussen belediging en vernedering: “vernedering is niet hetzelfde als belediging, als het lasteren van God of het hard bekritiseren van heilige boeken. Bij belediging komt de staat wat mij betreft geen taak toe. Vernedering betekent dat mensen vervolgd worden om hun geloof of gediscrimineerd worden bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt of in het onderwijs.” Ik denk dat ze hierin gelijk heeft: er staan in ons wetboek van Strafrecht te veel, al dan niet slapende, artikelen die over belediging gaan, van het staatshoofd, van het staatshoofd van een ander land, van het openbaar gezag en dan natuurlijk nog godslastering en groepsbelediging. Ik denk dat als ik Halsema volg er onderscheid gemaakt moet worden tussen spreken en (het oproepen tot) handelen. Mensen mogen niet vervolgd of achtergesteld worden vanwege hun geloof of opvattingen, maar je mag wel over hen spreken, zoals je wilt. Aanzetten tot geweld is natuurlijk uit den boze, maar beledigen is heel wat anders. Het mes snijdt aan twee kanten: als je wilt dat mensen niet vervolgd mogen worden voor hun religieuze opvattingen, mogen mensen dan wel vervolgd worden voor hun discriminatoire opvattingen?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Prime Directive

Gastrol van een inmiddels bekend staatshoofd in Star Trek: Voyager (Foto: Memory Alpha Star Trek Wiki)Ik ben al weer een tijdje bezig om Star Trek: the Next Generation terug te kijken. Het is een serie die gaat over het ruimteschip Enterprise dat door de ruimte reist om nieuwe levensvormen en nieuwe culturen te ontmoeten. In het contact met deze culturen geldt echter de prime directive, een principe van non-interventie. Bij het volgen van de serie vraag ik me steeds meer af of dit een juist principe is.

De prime directive valt uiteen twee principes: ten eerste dat in het contact met alle beschaving geldt dat de Enterprise zich niet mag bemoeien met de interne aangelegenheden van die beschaving: er mogen wel verdragen worden gesloten, gehandeld worden of worden samengewerkt maar alleen op basis van vrijwilligheid en zelfstandigheid. In het contact met primitieve culturen (die bijvoorbeeld nog niet door de ruimte kunnen reizen) geldt ook nog dat iedere vorm van culturele contaminatie moet worden voorkomen. Deze culturen mogen niet in contact komen met de moderne techniek van de Enterprise, omdat dit hun culturele ontwikkeling sterk zou kunnen beïnvloeden. De Prime Directive mag alleen worden geschonden als het voortbestaan van de eigen beschaving in gevaar komt.

Ik vraag me af hoe je dit principe kan rechtvaardigen. Een klassieke manier om zulke principes te rechtvaardigen is het utilisme. Dit houdt in dat we proberen om het geluk van alle bewuste wezens proberen te vergroten. Als een samenleving gelukkig is, dan hoeven we inderdaad niet in te grijpen, maar juist het utilisme gebiedt interventie op het moment dat er sprake is van ziekte, natuurrampen of uitbuiting. De tegenhanger van het utilisme is het libertarisme, dit stelt dat er bepaalde rechten zijn die alle bewuste wezens toe komen, zoals de vrijheid van meningsuiting en geloof. Opnieuw vanuit zo’n perspectief hoef je niet in te grijpen in een samenleving die deze rechten respecteert, maar als een samenleving mensen onderdrukt, als er sprake is van slavernij bijvoorbeeld, dan moet je wel ingrijpen. Het idee dat samenlevingen een recht zouden hebben op eigen ontwikkeling is absurd: rechten komen individuen toe, geen groepen.Je zou ook kunnen stellen dat zolang mensen via een democratische procedure toestemming hebben gegeven aan de regels waaraan zij gebonden zijn, je niet mag interveniëren. Dat betekent opnieuw dat je niet hoeft in te grijpen in democratische samenlevingen, maar wel als er sprake is van een dictatuur, die mensen bindt aan regels waar ze geen toestemming aan hebben gegeven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Griekenland: Is er ruimte voor écht linkse politiek?

Typisch Grieks (Foto: Flickr/Aster-oid)

Alhoewel de eenentwintigste eeuw al tien jaar begonnen is, wordt links in Griekenland nog steeds gedomineerd door communisme. Is er tussen Marx, Lenin en Trotski nog ruimte voor groene, linkse en progressieve politiek?

De Griekse geschiedenis in de twintigste eeuw wordt gekenmerkt door een wisseling van periodes van democratie en dictatuur. De laatste periode van dictatuur liep af in 1974. Sindsdien wordt Griekenland om en om geregeerd door de centrum-rechtse Nieuwe Democratie-partij en de sociaal-democratische PASOK. Belangrijke thema’s in Griekenland zijn naast binnenlandse, economische politiek, de relatie tussen Griekenland en buurlanden als Macedonië, Turkije en Cyprus. Links van PASOK zijn er twee communistische groeperingen: de KKE en de Syriza.

De KKE is een communistische partij van de oude snit. Haar geschiedenis, die teruggaat terug tot 1918, wordt gekenmerkt door onderdrukking door en verzet tegen de verschillend rechtse regimes die Griekenland heeft gekend. De KKE houdt zich aan deze geschiedenis vast; een partij van strijd en verzet tegen de dictatuur en het kapitalisme. Bijna even oud als de partij zijn het programma waar ze vanuit gaat: de partij houdt nog steeds vast aan ideeën als centrale planning van de economie en socialisatie van de productiemiddelen. Ze combineert dit met een klassieke communistische retoriek over klassenstrijd en de onvermijdelijke revolutie tegen de bourgeoisie. Ze verzet zich daarnaast hevig tegen het Griekse lidmaatschap van de NAVO en de Europese Unie. Griekenland moet zichzelf bevrijden van de imperialistische orde van de Verenigde Staten: het Griekse volk moet onder het socialisme haar eigen koers kiezen. Dat betekent ook dat de partij zich tegenover de buurlanden van Griekenland tamelijk fel opstelt. Een partij dus die is blijven hangen in de geschiedenis. Geen logische keuze voor progressieven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bij het vertrek van Femke Halsema

Femke Halsema (Foto: GroenLinks)

Gisteren werd bekend dat Femke Halsema de Leonardo leerstoel aan de Universiteit van Tilburg zal aanvaarden. Op 26 mei 2011 zal zij de aanstelling afsluiten met een publieke lezing. Ik denk dat dit een belangrijke datum kan worden in de geschiedenis van GroenLinks.

Tijdens haar tijd aan de Leonardo leerstoel zal Halsema een boek schrijven over politiek in de 21ste eeuw. In 2007-2008 schreef Halsema ook aan een boek “Geluk!”. Dit project was ooit begonnen als een nota in de Tweede Kamerfractie maar groeide al snel uit tot een kritische analyse van de maatschappij en de economie. Het schrijven van dit boek is een van de cruciale momenten geweest in de politieke carriere van Halsema, vanaf dit moment leek Halsema meer plezier in de politiek te krijgen. Halsema’s statuur groeide. En haar partij steeg in de peilingen en maakte een mooie uitslag. Als bevestiging van haar status als grand dame van de Nederlandse politiek kreeg zij onder andere de Thorbecke prijs voor politieke welsprekendheid. Het is overduidelijk dat Halsema, die ooit haar politieke carriere begon bij het wetenschappelijk bureau van de PvdA een echte intellectueel is, die haar standpunten graag onderbouwt met een wetenschappelijke en filosofische analyse. Halsema heeft al eerder aangegeven dat zij net als haar Europese collega Buitenweg, graag zou willen promoveren na haar politieke carriere.

Halsema’s politieke carriere krijgt bij de komende politieke beschouwingen een natuurlijke afsluiting: het was haar ambitie om na de verkiezingen van 2010 met GroenLinks een mooie verkiezingsuitslag te maken en dan GroenLinks te laten toe treden tot het kabinet. Ze had in de laatste acht jaar een verandering in haar partij teweeg gebracht: haar vrijzinnige, anti-dogmatische, progressieve koers wordt nu breed in de partij gedragen en bracht GroenLinks heel dicht bij landelijke regeringsmacht. Het zag ernaar uit dat met Paars+ zou lukken een ook een roti-variant met het CDA, was voor Halsema een optie. Het mocht helaas niet lukken. Tot frustratie van Halsema kozen de VVD en het CDA voor de PVV.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Who nudges the nudgers?

Het schap op ooghoogte (Foto: Flickr/AndyCunningham)

Een tijdje geleden schreef ik over het fenomeen vrijzinnig paternalisme. Dit is een manier om mensen te laten doen wat ze eigenlijk zouden willen. De bedenkers de Amerikaanse onderzoekers Thaler en Sunstein stellen dat veel mensen hun beslissingen maken op basis van irrationele gronden. In een supermarkt worden producten die op ooghoogte staan vaker gekocht dan producten waar je voor moet bukken. Je kan dan die producten op ooghoogte zetten die gezond of goed voor het milieu zijn. Dan zullen mensen vaker het ‘juiste’ kiezen zonder dat ze gedwongen worden en waarbij mensen de vrijheid hebben om een andere keuze te hebben. De argumentatie is helder: mensen maken vaak verkeerde keuzes. En waarom zou de overheid mensen dan niet helpen om het juiste te doen, zeker als mensen gezonder willen leven en meer voor het milieu moeten doen?

Er zijn een aantal problemen, laat ik er twee bekijken: de selectie van politici en de manier waarop politici zelf gemanipuleerd kunnen worden. Het boek bevat veel voorbeelden van hoe mensen de verkeerde keuzes maken bij het het winkelen in de supermarkt, bij het bepalen hoe ze hun geld moeten investeren, bij het maken van keuzes over medicijnen en orgaandonatie. Maar het boek bevat ook een aantal voorbeelden van hoe burgers een irrationele keuze maken bij het selecteren van hun politici, bijvoorbeeld: op basis van de vraag ‘wie ziet er het meest betrouwbaar uit’ maken volslagen niet-geinformeerde burgers uit een ander land, dezelfde keuze als veel kiezers in het stemhokje. Uiterlijk en niet standpunten geven de doorslag. En kandidaten die het eerst op het stembiljet staan, worden vaker verkozen dan mensen die op #2 staan. De recente verkiezing van Alvin Green in een voorverkiezing in South Carolina is hier een mooi voorbeeld van: van de twee relatief onbekende kandidaten stond hij eerder op het stembiljet. Kiezers kiezen niet op basis van een rationele afweging van plannen en competenties, maar op basis van uiterlijk of de manier waarop de keuze wordt aangeboden. Als onze selectie van politici niet rationeel is, dan kunnen we er niet zeker van zijn dat onze politici ons de goede kant op helpen.

Vorige Volgende