Het gelijk van de Tegenpartij

In 2011 verscheen het boek Diplomademocratie van Anchrit Wille en Mark Bovens. Aan de hand van opleidingsgegevens van kiezers en gekozenen laten zij zien hoezeer het politieke bedrijf nu vrijwel volledig in handen is gekomen van academisch geschoolden. 'Weg met de intellectuelen uit de Kamer' Wie in deze eeuw de Nederlandse politiek wil duiden, doet er verstandig aan niet alleen te kijken naar religie of inkomen, maar ook naar opleiding. Een van de eersten die dat aankaartten waren ‘Jacobse en Van Es’, de populistische alter ego’s van Kees van Kooten en Wim de Bie. In hun TV-satire in de jaren '80/'90 van de vorige eeuw richtten zij de fictieve ‘Tegenpartij’ op. Programmapunt nummer één van de Tegenpartij was: “Weg met de intellectuelen uit de Kamer en uit de regering.” Op de vraag van Tedje van Es: “wat er eigenlijk tegen intellectuelen is” antwoordde Jacobse: “Ik heb er niets bijzonders tegen, alleen dat zij alleen mekaar maar begrijpen, Van Es. Dat ze zich verschuilen in commissies en werkgroepen, in triootjes van wijze mannen, en dat ze godver, de godver, tonnen vangen voor het maken van plannen voor 1985. En beleidsnota’s en rapporten voor de jaren negentig. Maar het is de stront van 1981 waar we middenin zitten nou.” Zoals wel vaker legden Van Kooten en De Bie hun vinger op een zere plek. Democratie is in de kern lekenbestuur. Voor politieke functies heb je geen universitaire diploma’s nodig. Maar de realiteit is volstrekt anders. In de eerste editie van ons boek Diplomademocratie uit 2011 lieten we zien hoezeer de democratie in ons land sinds de jaren zeventig het domein is geworden van academisch geschoolden – de ‘intellectuelen’ van Jacobse en Van Es – en waarom dat een probleem zou kunnen zijn. Inmiddels zijn we bijna 15 jaar verder en hebben we in een volledige herziene nieuwe editie van ons boek de balans opgemaakt. Hoe staat het er nu voor met die spanning tussen diploma’s en democratie? We verkennen de stand van zaken aan de hand van tien observaties. Academisch geschoolden in de minderheid 1, We beginnen met de kiezers. Wie in een universitaire bubbel leeft denkt wellicht dat inmiddels vrijwel iedereen academisch is opgeleid. Dat is niet zo. Nog steeds is bijna twee derde van de kiezers lager of middelbaar opgeleid. In 2024 telde het CBS ongeveer twee miljoen mensen met een master-diploma en drie miljoen mensen met een bachelor-diploma. Dat betekent dat ongeveer 36 procent van de bevolking tussen de 15 en de 75 jaar een wo of een hbo-diploma heeft.[1] Elk jaar neemt dat percentage toe, maar het duurt nog heel lang voordat de universitair opgeleiden in de meerderheid zijn. In 2024 kreeg nog steeds 49 procent van de leerlingen in groep acht een advies voor een van de vormen van vmbo. [2] 2. Hoe zit het met de ‘intellectuelen’ in de Tweede Kamer? [3]In 2010 had 66 procent van de Kamerleden een wo-diploma en 22 procent een hbo-diploma. In 2021 bereikte hun aantal een voorlopig hoogtepunt en had 77 procent een wo-diploma en nog eens 16 procent een hbo-diploma. De resterende 7 procent had een mbo of havo/vwo diploma. Een aantal van hen had overigens wel gestudeerd, maar hun studie nooit afgemaakt. Bij de verkiezingen van 2023 daalde voor het eerst het aantal academici in de Kamer, naar 69 procent, en nam het aantal middelbaar opgeleiden iets toe. Dat kwam door de grote verkiezingsoverwinning van de PVV en de BBB. Deze partijen hadden relatief wat meer praktisch opgeleide Kamerleden. In 2025 verloren die partijen en zijn we weer terug op het oude niveau: 75,5 procent heeft een wo-diploma en 12,5 procent een hbo-diploma. De rest heeft een havo/vwo diploma – waarvan sommigen wel universitair zijn geschoold, maar nooit zijn afgestudeerd. Vijf Kamerleden, 3,5 procent, hebben een mbo-diploma 3. Die ontwikkeling in Den Haag staat niet op zichzelf. In het decentrale bestuur zie je inmiddels dezelfde ontwikkelingen als op het Binnenhof. Ook daar zijn de praktisch geschoolden vrijwel volledig uit de politieke lichamen verdwenen. De overgrote meerderheid van de lokale ambtsdragers is tegenwoordig hbo- of universitair geschoold. Om een voorbeeld te geven: in 1979 was 70 procent van de wethouders lager of middelbaar opgeleid; in 2024 gold dat nog maar voor 7 procent. Hetzelfde patroon zien we bij Statenleden en gedeputeerden en bij de waterschappen. Die ‘academisering’ speelt ook in het middenveld, bij belangenorganisaties, in het Europese bestuur en in het ambtelijk apparaat. Alle beleidsarena’s worden gedomineerd door universitair geschoolden. Een scheve politieke agenda 4. In 2011 spraken we de verwachting uit dat de groeiende dominantie van universitair opgeleiden in al deze arena’s ook gevolgen zou hebben voor de politieke agenda. Inmiddels weten we dat dat inderdaad zo is. Onderzoek van politicologen laat overtuigend zien dat er sprake is van scheve agenda’s: de thema’s die hoogopgeleiden belangrijk vinden, krijgen vaker prioriteit, terwijl onderwerpen die lager opgeleiden direct raken, minder snel op de agenda komen. [4] Jacobse en Van Es hadden dat destijds goed gezien. Maar deze dominantie reikt verder dan de politieke agendavorming. Ze werkt ook door in de manier waarop beleid wordt vormgegeven, uitgevoerd en geëvalueerd. In het hele beleidsproces zetten universitair opgeleide professionals de toon. 5. Vijftien jaar geleden wezen we al op de samenhang tussen die scheve vertegenwoordiging en politieke wantrouwen onder de meer praktisch opgeleide delen van de bevolking. Sindsdien is dat beeld alleen maar sterker geworden. Uit tal van onderzoeken blijkt dat veel praktisch geschoolden zich niet vertegenwoordigd voelen in de politiek. Zij zijn structureel cynischer over politiek en politici dan academisch opgeleiden. Een ruime meerderheid heeft het gevoel dat politici niet naar hen luisteren en dat hun stem geen enkele invloed heeft op het beleid van de regering. [5] Universitair opgeleiden daarentegen zijn aanzienlijk positiever: zij hebben meer vertrouwen in Kamerleden en politieke partijen, en ervaren vaker dat hun opvattingen ertoe doen in het regeringsbeleid. Zo weerspiegelt het verschil in vertrouwen de bredere kloof tussen diploma’s en democratie: de overtuiging dat de politiek niet van ons allemaal is. 6. Op de achtergrond spelen meer fundamentele veranderingen in het politieke landschap. De oude politieke tegenstellingen op basis van religie en klasse zijn niet verdwenen, maar ze zijn overschaduwd door een nieuwe, culturele scheidslijn. [6] Die scheidslijn is in Nederland steeds duidelijker zichtbaar geworden. We zien ogenschijnlijk verschillende kwesties steeds meer met elkaar verbonden raken. Opvattingen over Europa, migratie, minderheden en klimaat hangen tegenwoordig sterk met elkaar samen. Wat deze ontwikkeling extra betekenisvol maakt, is dat deze culturele scheidslijn grotendeels samenvalt met opleidingsverschillen. De standpunten van praktisch en academisch geschoolden lopen juist bij deze saillante kwesties sterk uiteen. Dat was niet zo bij de ‘oude’ politieke kwesties. In ons land zie je bijvoorbeeld vrijwel geen opleidingsverschillen bij religieus-seculiere thema’s, zoals euthanasie of abortus. Evenmin zien we grote verschillen tussen opleidingsgroepen bij klassieke links-rechts thema’s, zoals inkomensherverdeling. Partijen onderscheiden zich naar opleidingsniveau 7. Een politieke scheidslijn ontstaat niet alleen door verschillen in opvattingen; ze wordt pas echt zichtbaar wanneer er partijen zijn die deze verschillen vertalen en erin slagen voldoende kiezers te mobiliseren. Dat is inmiddels het geval. Aan de cultureel progressieve kant van deze scheidslijn ontstonden sociaalliberale en groene partijen zoals D66, GroenLinks en later de PvdD en Volt. Bij de afgelopen verkiezingen kregen zij 50 zetels. De ‘tegenpartijen’ kwamen pas later. Ze verschenen veel eerder in Hilversum, bij Koot en Bie, dan in Den Haag. Dat veranderde in één klap in mei 2002 met de enorme verkiezingswinst van de Lijst Pim Fortuyn. Inmiddels zijn nationalistische partijen een vast onderdeel van ons politieke landschap. Eerst de LPF en Trots op Nederland, vervolgens de Partij voor de Vrijheid, Forum voor Democratie, JA21 en de BBB. Bij de afgelopen verkiezingen kregen zij 46 zetels. Bijna één op de drie kiezers stemde in 2025 op die partijen. Onderzoek laat zien dat de politieke partijen sinds 2002 steeds duidelijker te onderscheiden zijn op basis van de opleidingsachtergrond van hun kiezers. [7] Universitair opgeleide Nederlanders stemmen vooral op D66 en GroenLinks/PvdA, gevolgd door de VVD en de Partij voor de Dieren. Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de PVV, die voornamelijk praktisch geschoolde kiezers trekt. Zo is de opleidingsscheidslijn ook zichtbaar in de manier waarop ons politieke landschap is georganiseerd. 8. Hoewel het politieke landschap de afgelopen vijftien jaar ingrijpend is veranderd, is er opvallend weinig gebeurd op het gebied van democratische hervorming. Een van de meest ambitieuze pogingen was de Commissie-Remkes - Staatscommissie parlementair stelsel, die zich expliciet liet inspireren door de inzichten van de diplomademocratie. Ook zij zocht naar manieren om de representatie evenwichtiger te maken, bijvoorbeeld door een correctief referendum, maar haar voorstellen verdwenen uiteindelijk in een lade. Dat heeft vermoedelijk te maken met het feit dat in de afgelopen jaren de directe democratie van kant is gewisseld. Tot 2015 was een grote meerderheid van de Nederlanders – zo’n 80% – voorstander van een bindend referendum. In het begin maakte opleiding daarbij weinig uit. Maar in de afgelopen jaren zijn de verschillen groter geworden: middelbaar opgeleiden bleven het meest positief, gevolgd door lager opgeleiden. Hoger opgeleiden werden steeds minder enthousiast over directe democratie. [8] Waar in 2015 nog driekwart van hen vóór een referendum was, zakte dat in 2017 naar de helft. De data van het Nationaal Kiezersonderzoek over 2023 laten zien dat dit geen tijdelijke dip is. Opvattingen over democratie 9. Opleidingsverschillen zijn daarmee ook zichtbaar in de manier waarop burgers tegen de democratie aankijken. Voor universitair opgeleiden horen checks and balances, expertise en compromissen bij een volwassen democratie. Praktisch geschoolden ervaren die juist als een rem op besluitvaardigheid. Zij hechten meer aan directe invloed – via referenda of een gekozen premier – dan aan overleg en afweging. Zelfs over de vorm van democratie lopen de visies dus uiteen: de één ziet haar als een systeem van waarborgen, de ander als een middel om gehoord te worden. 10. Toen we in 2011 ons boek afsloten, zagen we de opkomst van nationalistische partijen deels als een correctie op de eenzijdige politieke agenda als gevolg van de oververtegenwoordiging van academici in de Tweede Kamer. We hoopten dat de nationalistische nieuwkomers zich gematigder zouden gaan opstellen en zich zouden voegen in het parlementaire stelsel. Inmiddels zijn we daar minder gerust op. Het risico is groot dat ook de rechtsstaat een thema gaat worden op die culturele scheidslijn en dat sommige nationalistische partijen en hun aanhang zich ertegen gaan keren onder het mom van ‘uw rechtsstaat is de onze niet’. Daarmee is de opkomst van de diplomademocratie niet alleen meer een kwestie van representativiteit, maar ook van de legitimiteit van het politieke systeem. Het amusante ‘weg met de intellectuelen’ van de Tegenpartij, dreigt over te gaan in een veel grimmiger ‘weg met de democratische rechtsstaat’. [Redactie Sargasso:  In een reactie op dit artikel noemt emeritus hoogleraar en oud-Eerste Kamerlid Prof. dr. J.Th.J. van den Berg een ontwikkeling die volgens hem veel zorgelijker is: de gemiddeld te lage leeftijd van intrede in het parlement en het gebrek aan ervaring van veruit de meeste parlementariërs; de meeste Kamerleden krijgen niet de tijd om genoeg ervaring op te doen] Noten [1] CBS statline 2024, Bevolking: hoogst behaald onderwijsniveau en herkomst, 2024 2e kwartaal; https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/85271NED?q=beroepsbevolking%20&%20opleiding. Geraadpleegd september 2024. [2] Bron: CBS: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/84274NED/table. [3] Zie ook: Otjes 2025. https://www.montesquieu-instituut.nl/9394000/d/mi_25_otjes.pdf [4] Zie Hakhverdian & Schakel 2017; Aaldring 2017; Schakel & Van der Pas 2021. [5] Alleen al het zien van een academisch geschoold Kamerlid vergroot bij praktisch geschoolden de bereidheid om geweld te gebruiken tegen de overheid. Zie Noordzij 2023. [6] Zie hiervoor Otjes 2021. https://www.montesquieu-instituut.nl/id/vljxdmy1kyxx/nieuws/de_culturele_dimensie_als_de_centrale?colctx=viqz5f37wszf&start_002=12 [7] Zie bijvoorbeeld Ganzenboom & Arab 2019. [8] Ontleend aan Dekker 2019: 94. Referenties Aaldring, L. 2017. ‘Political representation and educational attainment: evidence from the Netherlands (1994-2010)’. Political Studies. 65/1: 4-23. Bovens, M. & A. Wille. 2025. Diplomademocratie: Opleiding als nieuwe scheidslijn. Prometheus. Dekker, P. 2019. Corrigerende tik voor de diplomademocratie: Over het referendum. In: A.W. Heringa & J. Schinkelshoek (red.) Groot onderhoud of kruimelwerk: Ongevraagd commentaar op de aanbevelingen van de Staatscommissie Parlementair Stelsel, Deel 13 van de Montesquieu-reeks. Den Haag: Boom: 89-100. Ganzeboom, H. & Y. Arab 2019. Zijn de verschillen in politieke voorkeuren tussen hoger en lager opgeleiden toegenomen? In: Samenhang in Europa: Eenheid in Verscheidenheid. Proceedings Zesde Nederlandse Workshop European Social Survey – 16 Maart 2018: 121-139. Amsterdam University Press. Noordzij, K. (2023). The revolt of the deplored: Cultural distance and less-educated citizens’ political discontent. Dissertatie EUR. Hakhverdian, A. & W. Schakel 2017. Nepparlement? Een pleidooi voor politiek hokjesdenken. Amsterdam: AUP. Otjes, S. 2021. De Culturele Dimensie als de centrale politieke dimensie in de Nederlandse politiek, De Hofvijver, 28 juni 2021. https://www.montesquieu-instituut.nl/id/vljxdmy1kyxx/nieuws/de_culturele_dimensie_als_de_centrale?colctx=viqz5f37wszf. Otjes, S. 2025. Is de Tweede Kamer een spiegel van de samenleving of een verzameling professionele vertegenwoordigers? De loopbaan en opleiding van Tweede Kamerleden anno 2025. Bundel 25, hoofdstuk 3. Montesquieu Instituut 2025. https://www.montesquieu-instituut.nl/9394000/d/mi_25_otjes.pdf Schakel, W., & van der Pas, D. (2021). Degrees of influence: Educational inequality in policy representation. European Journal of Political Research, 60(2), 418-437. Deze bijdrage stond in De Hofvijver van 24 november 2025

Closing Time | Harmony Korine

Ik ben er nog steeds niet achter wat dit liedje nu precies met Harmony Korine van doen heeft. Zelf had ik overigens slechts van die filmmaker gehoord omdat Werner Herzog meespeelt in ‘Julien Donkey Boy‘.

Daarin speelt Herzog een akelige vader, die zijn gezin emotioneel terroriseert.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Remy Gieling on Unsplash

Het Concertgebouw en de middenweg waar niemand om vroeg

De afgelopen weken liep de spanning rond het geplande Chanukah-concert in het Concertgebouw verder op. De aangekondigde aanwezigheid van een cantor die verbonden is aan het Israëlische leger veroorzaakte protesten, bezwaren en een groeiende druk op de instelling om eindelijk kleur te bekennen. Het Concertgebouw laveerde zichtbaar. Eerst mocht de man komen, daarna werd het afgeblazen, vervolgens werd er weer geschoven met de programmering. Tegelijkertijd nam de druk toe vanuit Israël en de organisaties die nooit verlegen zitten om een telefoontje richting bestuur of directie. Uiteindelijk verscheen er een gezamenlijke verklaring waarin het Concertgebouw “nog steeds” stelt dat een vertegenwoordiger van een leger dat een genocide pleegt niet op het podium kan staan. Het compromis dat geen compromis is, kwam er toch: hij mag wél optreden, maar dan in besloten kring. Met andere woorden, het conflict is formeel opgelost, maar vooral op een manier waar de Israël-lobby geen moment wakker van ligt.

De verklaring van het Concertgebouw en de Stichting Chanukah Concert probeert een explosieve kwestie te presenteren als een kwestie van both sides. Niet de vraag of een vertegenwoordiger van een strijdkracht midden in een genocide geprogrammeerd moet worden wordt dan centraal, maar hoe je een evenement organiseert in tijden van “extreme polarisatie”. Daarmee verschuift het gesprek van inhoud naar toon, van verantwoordelijkheid naar sfeerbeheer. Het is de taal van instellingen die hopen dat iedereen ophoudt met lastige vragen. Geen woord over machtsverhoudingen. Geen woord over geweld dat niet om nuance vraagt maar om ruggengraat.

Foto: © Ad van Denderen - Go No Go

Kunst op Zondag | Ad van Denderen – Go No Go

RECENSIE - Begin jaren 90 fotografeerde Ad van Denderen migranten en vluchtelingen die onderweg waren naar Europa, en de wegen die zij namen om een nieuw leven op te bouwen. Hij verbleef wekenlang in armoedige pensions in Istanbul, waar Pakistanen zich voorbereidde op hun doorreis naar Griekenland. En zag hoe mannen en vrouwen bij Tarifa in Spanje de branding uitliepen richting een nieuw, voor hen onbekend land.

Immigranten aan wal gezet door Marokkaanse smokkelaars. Punta Paloma, Spanje 2001.  © Ad van Denderen

Van Denderen zag in die jaren een schaduwwereld ontstaan van misbruik, maar ook veerkracht.  Migranten die bereid waren van alles te doen voor geld om verder te reizen of een leven te beginnen. Onderbetaald, zwaar veldwerk in Griekenland, in de kassen van Spanje, als prostituee langs de wegen van Italië.

Prostituee nabij Napels, Italië 1999.  © Ad van Denderen

Als documentaire fotograaf ging van Denderen deze mensen volgen in een deel van hun reis, niet om ze als slachtoffer neer te zetten maar om ze een gezicht te geven in hun vaak anoniem bestaan.

Koerdische en Afghaanse vluchtelingen bij het opvangcentrum van het Rode Kruis, Sangatte, Frankrijk 2002. © Ad van Denderen

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Closing Time ☆ Tiwa Savage

Tiwa Savage is een Nigeriaanse zangeres, songwriter die haar carrière begon als achtergrondzangeres voor artiesten als George Michael en Mary J. Blige.

In 2012 voegde zij zich bij Mavin Records, waarna ze uitgroeide tot een prominente figuur in de muziekindustrie, vaak de Queen of Afrobeats genoemd.

 © Riverbeats

Haar muziek combineert Afrobeats met R&B, soul en hiphop. Ze heeft meerdere succesvolle albums uitgebracht, internationale  prijzen gewonnen, zoals de MTV Europe Music Award voor Best African Act. Ze heeft ook samengewerkt met artiesten als Beyoncé en Wizkid.

Foto: Max Fischer on Pexels

Een achterhoedegevecht voor de eentaligheid

Het tij begint voorzichtig te keren. Waar het Nederlandse onderwijs de afgelopen decennia heeft gezucht onder een puur door de politiek afgedwongen eentaligheid – op school moest iedereen altijd en alleen maar Nederlands spreken, we waren toch potdorie in Nederland! – met rampzalige resultaten, begint men nu voorzichtig in te zien dat wat aandacht voor de realiteit – kinderen die thuis andere talen spreken hebben daarmee een enorm reservoir aan kennis dat we kunnen aanboren om hun Nederlands te verbeteren.

Maar onmiddellijk staan er dan mensen op die het negentiende-eeuwse ideaal van één volk heeft één taal niet willen opgeven. Zoals de psycholoog Iris Breetvelt in een stuk op Vakdidactiek Nederlands.

Alle middelen

De mensheid is op het grootste deel van de wereld op een volkomen natuurlijke manier meertalig – in veel samenlevingen in bijvoorbeeld Afrika spreekt iederéén meerdere talen en wisselt die moeiteloos af. Maar het gebruik van meer talen, vooral op school werd in de Nederlandse politiek sinds ongeveer het begin van deze eeuw vooral als probleem gezien – iets wat maar zou leiden tot alles waar iederee bang voor is, zoals “taalachterstand”, “achterstandswijken”, “risicoleerlingen”. Dat is allemaal gebaseerd op een zeer diep in de Nederlandse, in de Europese geest, gewortelde ideologie: dat één volk één taal moet hebben, en dat je als individu slechter af bent als je niet al je talen in alle mogelijke domeinen – van de keukentafel tot het katheder – kunt gebruiken.

Foto: Asif Rahman on Unsplash

Bangladesh en de klimaatadaptatie

Een rechtbank in Bangladesh heeft de voormalige premier Hasina bij verstek ter dood veroordeeld. Zij wordt schuldig geacht aan het neerschieten van honderden demonstranten tijdens antiregerings protesten in juli-augustus 2024. Ze zou de opdracht aan veiligheidstroepen hebben gegeven om “dodelijke wapens” te gebruiken tegen demonstranten. Het maandenlange protest, aanvankelijk geleid door universiteitsstudenten uit protest tegen quota voor overheidsbanen, begon in juni van dat jaar en eindigde nadat Hasina op 5 augustus aftrad en het land verliet. Hasina zit sindsdien in India . Ze noemt haar vonnis “bevooroordeeld en politiek gemotiveerd.” Het is onwaarschijnlijk dat ze door India zal worden uitgeleverd. De doodstraf voor een regeringsleider buiten oorlogstijd is wel een unicum in de moderne geschiedenis. 

De situatie in Bangladesh is nog verre van stabiel. De nieuwe interim-regering onder leiding van de econoom en Nobelprijswinnaar Mohamed Yunus heeft de partij van Hasina, de Awami League, uitgesloten van de verkiezingen, volgend jaar februari. Een rechtbank heeft deze week wel bepaald dat een onafhankelijke verkiezingsprocedure moet worden hersteld, maar dat geldt nog niet voor de eerstvolgende verkiezingen. Honderden leiders en medewerkers van de Awami League en bondgenoten zijn het afgelopen jaar gearresteerd en worden berecht door een speciaal tribunaal. Verschillende medewerkers en leiders van de Awami League zijn door menigten aangevallen en vermoord, partijkantoren zijn in brand gestoken. Officieel is de partij van de politieke kaart geveegd. Maar berichten uit Bangladesh zelf onthullen een andere realiteit. Partijmedewerkers, van wie velen voormalige vrijheidsstrijders of kinderen van degenen die in 1971 vochten, blijven in het geheim opereren, onderhouden communicatienetwerken en bieden steun aan families van gevangen leiders. De Awami League is de oudste partij van Bangladesh en speelde een belangrijke rol in de strijd voor de onafhankelijkheid van het land. 

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Quote du Jour | Coalitievorming hoeft geen probleem te zijn

Nederland is niet langer een land met veel politiek vertrouwen en een goed functionerende overheid, constateert democratie-onderzoeker Carolien van Ham in De Groene. Rond de eeuwwisseling bood de wereldkaart een aanblik van meer democratieën dan autocratieën, inmiddels is die verhouding weer omgedraaid. Onderzoekers als Van Ham wisselen internationaal gegevens uit en speuren naar verklaringen voor democratische erosie.

‘Naast een crisissituatie zijn polarisatie en vastgelopen bestuur ook een vaak terugkerende aanjager van democratische erosie. Polarisatie biedt een voedingsbodem voor wantrouwen tegen onafhankelijke instituties. Daarbij gaat het vooral om zogeheten affectieve polarisatie, oftewel de mate waarin mensen negatieve gevoelens hebben over mensen die andere politieke opvattingen hebben dan zijzelf.

Inhoudelijke polarisatie is op zichzelf niet zo’n probleem: in een democratie verschillen mensen nu eenmaal van mening en als politieke partijen inhoudelijk verschillende standpunten hebben, dan valt er tenminste wat te kiezen. Maar als affectieve polarisatie toeneemt, en mensen elkaar als tegenstander gaan zien, dan wordt het moeilijker om tot compromissen en besluiten te komen.

Het is misschien opmerkelijk, maar het valt in Nederland behoorlijk mee met de polarisatie, zeker als je kijkt naar de inhoud. Uit onderzoeken blijkt dat de inhoudelijke meningsverschillen onder burgers vele malen kleiner zijn dan die tussen politici of stemmen in de media, al is de affectieve polarisatie in Nederland wel toegenomen. Maar als Nederlandse burgers nu een coalitie moesten vormen, kwamen ze er waarschijnlijk prima uit.’

Closing Time | Enemy

Arcane is een gevierde animatieserie, die zich afspeelt in de wereld van de game League of Legends, en die speciaal gemaakt is voor Netflix. De title track is van het gezelschap Imagine Dragons in samenwerking met de rapper JID. Zowel de muziek als de serie kan ik van harte aanbevelen (al heb ik eigenlijk de schurft aan streamingdiensten).

Volgende