Op 22 april 2025 stemde de Eerste Kamer in met de laatste begroting van het reeds lopende jaar. Een verwerping van een begroting (zoals voor het laatst in 1906) was nog niet in zicht, maar het aantal tegenstemmen in de Eerste Kamer bij begrotingsbehandelingen is de afgelopen jaren hoger dan voorheen. 2025 lijkt daarbij een nieuw record.
Achtergrond
Tegen een begroting stemmen is niet alleen gebruikelijker geworden in de Eerste Kamer, maar ook in de Tweede Kamer. De Eerste Kamer stelt zich echter doorgaans zeer terughoudend op bij het behandelen van begrotingen (zie ). Dit komt deels doordat de senaat een begroting niet mag amenderen, maar bij ontevredenheid alleen kan tegenstemmen. Het afwijzen is een zwaar middel, waarvan de gevolgen ook niet geheel duidelijk zijn.
In de periode 1971-2002 werd een begroting vaak eerst ‘administratief afgehandeld’ (zonder stemmen), en daarna pas besproken in het nieuwe jaar. Als er niet gestemd wordt, kunnen partijen nog wel aangeven dat zij tegengestemd zouden hebben als het in stemming was gebracht (dit staat bekend als een ‘aantekening vragen’).
Neem bijvoorbeeld de begroting van 2000. Hierbij werd twee keer een aantekening gevraagd: de vroeg om een aantekening bij de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en wilde geacht worden tegen de artikelen over kernwapens in de begroting van Defensie gestemd te hebben.