ACHTERGROND - door Ellen Mohlmann
De geringe recycling van plastic legt de moeilijkheden van de circulaire economie bloot. Waarom is recycling zo moeilijk? Wat doen we nu, en wat moeten we verbeteren voor de toekomst?
Wie wel eens heeft geprobeerd om minder plastic te gebruiken zal herkennen dat dit frustrerende momenten kan opleveren. Plastic is moeilijk te vermijden, het zit om iedere komkommer in de supermarkt. Tegelijkertijd luidt de noodklok, want we vinden microplastics overal terug: van op de hoogste toppen van de Himalaya tot in de diepste krochten van de oceaan. Zelfs in ongeboren baby’s worden al microplastics gevonden, die zijn doorgegeven door de moederkoek. Nu de vergaande gevolgen van plastics tot ons beginnen door te dringen, wordt er volop ingezet op recycling, zou je denken. Toch zijn we niet zo goed in recycling als we graag zouden willen. Recycling is het fundament van de circulaire economie: je kunt lang producten hergebruiken, maar uiteindelijk moet alles een keer worden gerecycled. Hoog tijd dus, om dit probleem onder de loep te nemen.
Waarom is recycling zo moeilijk?
Van al het plastic wordt slechts twee procent gerecycled. Waarom is dit percentage zo schrikbarend laag? Hier zijn verschillende redenen voor, recycling is namelijk niet zo makkelijk als het lijkt. Ten eerste: het ene plastic is het andere niet, maakt chemicus dr. Ina Vollmer (UU) duidelijk. Plastic is heel veelzijdig en kan voor veel verschillende toepassingen worden gebruikt. Hoewel dit één van de grote voordelen van plastic is, is het een groot nadeel wanneer het aankomt op recycling. Een wegwerpflesje bevat bijvoorbeeld al drie verschillende soorten plastic: één voor het flesje, één voor de dop, en één voor het etiket. Je kunt je misschien voorstellen dat het lastig is om dit te scheiden. Maar als verschillende soorten plastic bij elkaar worden omgesmolten, zal het plastic zijn eigenschappen verliezen en voor geen van deze toepassingen meer geschikt zijn.
Recycling werkt daarnaast het beste wanneer de cirkel zo klein mogelijk is, kortom: als het product zo dicht mogelijk bij de consument blijft. Wanneer je je wegwerpflesje inlevert voor statiegeld, moet deze nog vervoerd worden en gesorteerd, versnipperd en gesmolten worden, om het te kunnen recyclen. Dit kost allemaal energie. Het is daarom veel beter als jij je flesje steeds opnieuw vult en het zelf blijft gebruiken. “Het probleem hierbij is echter dat wegwerpflesjes er niet voor gemaakt zijn om langdurig opnieuw te gebruiken”, benadrukt Vollmer.
Dit leidt ons naar de derde reden waarom recycling zo moeilijk is: “er is sprake van een systeemfout, die vraagt om een systeemoplossing”, aldus milieuwetenschapper prof. dr. Ernst Worrell (UU). We zijn vaak geneigd om het probleem bij één van de actoren te leggen. De campagne Nederland Schoon legt de verantwoordelijkheid volgens hem bijvoorbeeld te veel bij de consument: “terwijl hetzelfde systeem nog niet aan een statiegeldsysteem wil en zich verzet tegen het zorgen dat die flessen op een goede manier terugkomen”. Daarnaast moet het duidelijk worden welke richting we op gaan. Vollmer: “kunnen we alleen plastics naar plastics naar plastics recyclen? Of kunnen we er andere dingen van maken, bijvoorbeeld brandstof?” Zolang dit niet duidelijk is, zullen bedrijven ook niet snel gaan investeren in recyclingmethoden.
Wat doen we op dit moment?
Ook voor consumenten is de recyclingaanpak niet altijd even duidelijk. In de ene gemeente moet je je plastic en karton naar een bak brengen, in de andere gemeente zet je het aan de straat. En ook wat er wel of niet bij het plastic afval mag, kan per gemeente verschillen. De gemeente Utrecht zamelt plastic helemaal niet meer apart in, hier moet al het plastic dus gewoon bij het restafval. Hoewel daardoor een groter deel van het plastic ingezameld wordt, in plaats van alleen het gedeelte wat mensen zelf scheiden, vindt Worrell dit geen slimme zet. In het scheiden van afval zit namelijk ook nog een educatief element: “Het is belangrijk dat mensen zich realiseren wat ze allemaal gebruiken en hoe ze daarmee moeten omgaan”. In sommige andere gemeentes moeten mensen betalen voor iedere grijze container die ze aan de straat zetten. Is dit dan misschien een oplossing? Met betrekking tot karton wijst onderzoek uit dat dit wel leidt tot meer scheiding, maar niet tot betere scheiding. Een pizzadoos, die niet bij het karton mag vanwege het vele vet dat erin zit, belandt dan toch bij het karton omdat je moet betalen voor alles wat je bij het restafval gooit.
De toekomst
In de plastic- en recyclingindustrie wordt er wel geprobeerd om dingen te veranderen en worden er kleine stappen vooruit gezet. Zo werkt Vollmer in het laboratorium aan manieren om de recycling van plastic technisch beter te maken, zodat recycling minder energie kost. De oplossing om écht verder te komen, zit echter niet alleen in technische verandering. Producenten en consumenten zullen allemaal aan de slag moeten, en we moeten oppassen dat we niet één partij verantwoordelijk houden.
Een echt circulaire economie, met effectieve recycling, vraagt om een verandering in ons economische systeem, onze productieketens, productontwerp, technologie, infrastructuur, cultuur en gedrag. Dat vraagt om een hoop afstemming, en dat het lastig is om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen zagen we ook al tijdens de eerdere avonden in deze reeks. Vollmer en Worrell zijn het met elkaar eens dat de overheid de taak heeft om ons de goede richting op te sturen. Worrell: “Als sommigen dan echt niet mee willen werken, hebben we daar toch een overheid voor die niet alleen de interesses van de grote aandeelhouders dient.”
Dit artikel van Ellen Mohlmann verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht. In de lezing legt Vollmer onder andere ook uit hoe in het laboratorium met bouwstoffen van plastic andere plastics gemaakt kunnen worden. Worrell praat verder over de circulaire economie. Kijk de opname hier terug
Reacties (6)
Werkt dat, een overheid die burgers probeert op te voeden? Paternalisme kan ook averechtse effecten hebben. Zeker als diezelfde overheid zo weinig urgentie laat zien dat burgers een proces moeten voeren om haar aan de afgesproken doelen te houden.
De mensen die een proces aanspannen om te zorgen dat wetten m.b.t. milieuvervuiling nagevolgd worden, zijn volgens mij ook wel bereid om hun afval te scheiden.
Het probleem zit, denk ik, eerder bij mensen die een hekel aan de overheid hebben omdat ze de benzine te duur vinden, in het café roken willen en niet in klimaatverandering geloven.
Tsja, de meeste mensen boeit het niet. Wat nu?
Ik meen dat er in Groningen een project was, met een zeer gedifferentieerde afvalscheiding bij de consument. Die had iets van zeven verschillende bakken om uit te kiezen. Het publiek reageerde zeer enthousiast, te enthousiast naar later bleek, want ‘men’ had niet de logistiek om de onverwacht grote massa aan o zo zorgvuldig gescheiden afval ook als zodanig te verwerken. Toen uitkwam dat het gescheiden afval alsnog in één container belandde (en zo de oven in ging), voelde het publiek zich terecht voor de gek gehouden en reageerde navenant.
E=MC^2 …
Circulaire economie. Afval wordt grondstof.
Benodigde energie wordt buiten beschouwing gelaten. Degradatie materialen ook.
Gedoemd te mislukken.
Bij de recycling van staal is in principe geen degradatie.
En het terugwinnen van zeldzame metalen uit oude electronica is misschien net zo rendabel als het delven in de natuur.
Maar het blijft energie opslokken.