U mag de Havelaar gerust ongelezen laten,* als u van Multatuli de Woutertje Pieterse maar leest: het onvoltooid gebleven maar prachtige verhaal over een sensitieve jongen die opgroeit in het negentiende-eeuwse Amsterdam. Een van de voorvallen is dat de tienjarige Wouter, begeesterd door een roman over een roofridder, een roverslied schrijft dat zijn leermeester, Meester Pennewip, bijkans een hartverzakking bezorgt.
Fay Lovsky zette Multatuli’s tekst (hieronder) op muziek (hierboven). Als u de roman wil lezen: er zijn verschillende versies, waaronder een hertaling door Ivo de Wijs (die er een overtuigend einde aan toevoegde), een versie met mooie tekeningen van Jan Kruis, of de online-versie van de DBNL.
Roverslied
Met mijn zwaard,
Op m’n paard,
En mijn helm op het hoofd,
Er op in! En de vijand de schedel gekloofd,
En vooruit!Op de weg,
Langs de heg,
Met een houw en een stoot
De dragonders verjaagd, en de markgraaf gedood,
Om de buit!En die buit
Is mijn bruid,
Mij gekocht met m’n staal,
En ik voer, als een veer, met mij mee haar in ’t zaâl,
Naar de grot!Als de wind
Zo gezwind,
Jaag ik voort met mijn vracht,
En ik sla op haar schreien en kermen geen acht,
Wat genot!En dan weer
Op-en-neer,
Rechts en links door het land,
Hier een villa verwoest, daar een klooster verbrand,
Tot vermaak!En dan voort
Weer gespoord
Naar een nieuw avontuur,
En mijn reisweg getekend met bloed en met vuur,
Om de wraak!Want de wraak
Is de taak
Van de koning van ’t woud…
Die, alleen tegen allen, zijn schepter behoudt…
En banier!Op, hoezee…
Wie gaat mee?
Nu geen schepsel verschoond,
Nu de mannen gehangen, de vrouwen gehoond,
Voor plezier!
*) Nou ja, eigenlijk liever niet. Max Havelaar is namelijk toch wel indrukwekkend.
Reacties (3)
Lijkt me voor een leraar Nederlands m/v , een leuke inleiding ter introductie voor een les over Eduard Douwes Dekker :-)
Ik vond juist Woutertje P niet om door te komen. Max Havelaar dan weer wel.
Woutertje Pieterse is een van de meest imponerende boeken van de Nederlandse literaire canon. Tranen met tuiten. Ik was 16.