COLUMN - De Aboriginals hebben het gedaan. Er bestond al zo’n donkerbruin vermoeden, maar een recente publicatie maakt de beschuldiging een stuk overtuigender. Ooit bestond er in Australië een indrukwekkende en unieke fauna. (Dat krijg je op zo’n continent dat zijn eigen evolutionaire gang kan gaan.) Maar dan ineens, 45.000 jaar geleden, is die fauna in een paar duizend jaar compleet verdwenen. Uitgeroeid. Door de Aboriginals, blijkt nu.
Er waren ooit vele soorten reuzenloopvogels, er waren schilpadden zo groot als Volkswagen Kevers, angstaanjagende vleesetende kangoeroes (sommige soorten besprongen hun prooi vanuit de bomen) en wombats zo groot als (om in stijl te blijven) een Ford Fiesta. En dan waren er de reuzenleguanen, zoals nu alleen te vinden op Komodo. Smakelijke hapjes voor die reuzenkangoeroes, dat begrijpt u. Kortom, Australië was tot zo’n 45.000 jaar geleden een continent vol fabulous beasts. En in een paar duizend jaar was het afgelopen. In die periode gebeurden er twee dingen: ten eerste, de mens arriveerde. Ten tweede, het klimaat schommelde in die millennia ook wel wat. Tientallen jaren lang werd er gediscussieerd over de vraag wat nu de oorzaak geweest zou kunnen zijn van het verdwijnen van die horror-sprookjes-fauna. Was het de mens of het klimaat? Beide opvattingen hadden hun voorstanders. De Aboriginals zeiden dat ze zich niks konden herinneren.
Afgelopen week publiceerde een internationaal team onder leiding van Sander van der Kaars van de Monash University (Victoria, Australië) een zeer gedetailleerde studie van een sedimentkern (een diepe boring) uit de bodem van de Indische Oceaan. Zo’n kern verraadt heel precies wat er op een gegeven moment op het nabijgelegen vasteland groeide en bloeide. En daaruit blijkt dat er in die paar duizend jaar na 45.000 jaar geleden géén significante klimaatsverandering is geweest. Het klimaat is daarmee vrijgesproken. Blijft over: de eerste Aboriginals.
Zoiets is voor velen moeilijk te verteren. Het suggereert dat de oorspronkelijke bewoners van Australië hun bestaan aldaar begonnen met het massaal uitroeien van alles wat vreselijk groot was. Echte massaslachtingen waren daarbij overigens niet nodig (daarvoor zijn ook nooit aanwijzingen gevonden, dan waren we gauw klaar). Bij dergelijke trage voortplanters is een gestaag wegvangen van volwassen exemplaren voldoende. Volgens een oude schatting is één exemplaar per mens per tien jaar al genoeg om een extinctie in twee, drieduizend jaar te veroorzaken. Daarna restte er in Australië weinig anders dan bossen met schattige beestjes, en enorme woestijnen. En na de komst van de blanken drie eeuwen geleden, moesten de Aboriginals genoegen nemen met de woestijnen in de binnenlanden. (Het is niet duidelijk in hoeverre dat menselijk ingrijpen de woestijnvorming heeft veroorzaakt of versneld, maar dat is zeker denkbaar. Antropologen hebben vaak genoeg gezien hoe Aboriginals bewust bosbranden aanstaken om hun voorouderlijke woestijngronden mooi kaal te houden.)
De blanke laatkomers kijken niet verder dan hun superieure neus lang is. Zij hanteren graag de tweedeling: je hebt natuurvolken (passief, onderworpen aan de ‘wilde’ omgeving en dus zonder geschiedenis) en je hebt de westerse mens (actief, voortdurend ingrijpend in de natuur, en dus met een dynamische geschiedenis). Het beeld van de ‘wilde’ die zijn natuurlijke omgeving naar zijn hand zet, hoort daar niet bij. We kunnen de publicatie van Kaars dus beschouwen als een vorm van eerherstel.
Dat is eerder voorkomen. Achttien jaar geleden publiceerde de Amerikaanse antropoloog Shepard Krech III het baanbrekende ‘The Ecological Indian’, waarin hij aantoonde dat de romantische verhalen over de ecologisch ingepaste Noord-Amerikaans indianen in de prullenbak der geschiedenis mogen. Indianen waren allesbehalve vreedzame kampvuurtjesstokers. Ruim voor de komst van de Spanjaarden en de Engelsen hadden zij de ecologie van Noord-Amerika grondig onder handen genomen. Overal waar je keek: niks wildernis, niks natuur, en dus: niks natuurvolken.
Aboriginals, Indianen, en ga zo maar door: voordat ze door de opmars van het Westen dergelijke volken in de armoedige hoek drukte, vormden zij in geen geval een soort ingeslapen deel der mensheid. En ook geen in schaamlapjes geklede aanhangers van GroenLinks. Ook zij hebben zich schuldig gemakt aan de menselijke erfzonde. Ook zij hebben meegeholpen deze planeet grondig en onherroepelijk te veranderen.
Reacties (9)
Kijk, horen jullie het ook eens van Hulspas: ikzelf had hetzelfde hier al eens geschreven n.a.v. een klimaatdiscussie, namelijk dat al wat succesvol is in de natuur het andere wegdrukt en zo z’n omgeving c.q. de ‘balans’ vernietigt, en dat het idee dat alleen de moderne, meer in het bijzonder de kapitalistische, mens de omgeving vernietigt niets anders dan – Rousseau’s versie van – het Bijbelse verhaal van de erfzonde is (de bewustwording van de mens heeft de mens macht over de natuur gegeven waardoor het met God tegenover de natuur is gaan staan en die is gaan exploiteren) en de poging om de ‘natuurlijke balans’ te herstellen een vergeefse poging om naar het paradijs van Adam en Eva terug te keren is.
Beetje oud nieuws Hulspas, volgens ij leef je nog in de veronderstelling dat ieder ietwat linkse goedmens een neo-hippie is.
@1 Het beperken van opwarming tot +2 graden Celsius staat toch echt in schril contrast tot een poging naar het paradijs te wederkeren. Ook lijkt het me sterk dat Aboriginals de warme golfstroom verzwakken en een gat in de ozonlaag hebben geprikt…
@3: Daar heb je gelijk in. Jullie hebben in mij ook nooit een tegenstander gevonden in de klimaatdiscussie, anders dan dat ik – net als Hulspas hier doet – het valse beeld bestrijd dat klimaatalarmisten wel altijd opwekken, namelijk het (christelijke) beeld dat de Aarde en de natuur in rust en harmonie verkeerde totdat de mens met zijn hebzucht dingen begon te vernielen en ”het evenwicht’ ging verstoren. Het milieubewustzijn begon bij mensen als Rousseau en lijkt daar nog steeds schatplichtig aan: het beeld is nog steeds van een goede ‘nobele wilde’ die in harmonie met zichzelf en de natuur leefde vs. de moderne mens c.q. de kapitalist die de natuur, inclusief zijn eigen menselijke natuur, corrumpeert.
Dat beeld is vals op verschillende niveau’s (van algemeen natuurlijk tot bijzonder menselijk):
a) De Aarde en de natuur zijn nooit in rust of in harmonie maar verkeren eeuwig in crisis. Er is altijd beweging, verandering een een strijd om het bestaan. Zodra een roofdier besluit eens een rivier over te steken, kan het het ecologische systeem aan de andere kant van de rivier geheel verstoren (migratie van organismen is een constante verstorende en vernietigende factor van ecosystemen). Zodra een boom om te overleven boven de rest groeit om zonlicht te pakken, kan het de struiken onder hem van het zonlicht afsnijden en doden. Als een virus een manier vindt om het immuunsysteem van een bacterie te omzeilen kan het die bacterie uitroeien en daarmee het hele ecosysteem verstoren, etc. Geologisch idem (vulkaanuitbarstingen etc). En toen vroege bacterieën massa’s zuurstof gingen produceren, vernietigden zij bijna al het leven op Aarde: vernietiging c.q. crisis vormt de motor van de evolutie.
b) Prometheus stal het vuur van de goden. De mens is ontstaan uit vuur (het vuur vernietigde het woud zodat de voorloper van de mens moest zien te overleven op de ontboste grasvlaktes van Afrika) en de mens gebruikt vuur om de omgeving naar zijn hand te zetten. Het is eigen aan de mens dat hij zich niet zozeer aanpast aan z’n omgeving als wel dat hij de omgeving aan de mens aanpast. De eis dat de mens de (resterende) natuur met rust laat komt in die zin neer op de vernietiging van het wezen van de mens. De erfzonde – de Bijbelse straf van God dat de man het land moet bewerken voor zijn brood – is in Hegeliaanse zin wat de mens tegelijk bevrijdt van zijn knechtschap.
Vorig jaar nog stelde de AWG voor het Anthopoceen bij 1950 n. Chr. te laten beginnen:
http://www2.le.ac.uk/offices/press/press-releases/2016/august/media-note-anthropocene-working-group-awg
Ik ben benieuwd of de bevindingen van Van der Kaars de werkgroep ertoe gaan bewegen het begin van het Anthropoceen naar achteren (voren?) te schuiven, naar 45 kA BP.
@0: In Europa is wellicht wat moeilijker ongestoorde bodem te vinden, maar hoe stonden flora en fauna er hier 45000 jaar geleden voor? Was de neanderthaler ecologischer bezig dan de moderne mens die hier zo’n 40000 jaar geleden aankwam?
@5: 45 kA is bijna twee keer een Kosmisch Grootjaar en je kunt daarin rond 1950 n.C. het tijdperk van Aquarius laten beginnen. ;)
Tsja, een bekend verhaal. Ik heb zelf een tijdje in Nieuw Zeeland gewoond. Ook van daar is bekend dat de Maori’s minstens zo desastreus waren voor de locale fauna als de Westerlingen. En ook van de Caribische eilanden is bekend dat locale Indianen verantwoordelijk waren voor de uitroeiing van vele soorten, nog ver voordat Europeanen daar aankwamen.
Volgens mij leeft dat beeld van die nobele, in harmonie met de natuur levende wilde enkel nog in de ogen van romantici en “spiritualiteits”-adapten.
Iedereen, inclusief @0, loopt hier nou te roepen: “Zie je wel? De nobele wilde die in harmonie met de natuur leeft bestaat niet.”
Hou eens op met dat gegeneraliseer.
Het enige wat je uit dit onderzoek kan concluderen is dat mogelijkerwijs de eerste Australische bewoners, 45.000 jaar geleden, verantwoordelijk waren voor het uitsterven van de Australische reuzenfauna. Daarmee is ècht de kous af.
@8: En dan nog, verdringing van soorten is een continu natuurlijk proces. Een dynamisch evenwicht in beweging.
Dat is iets heel anders dan de verstoring van processen die de moderne mens uitvoert. Wat #3 zegt.
En zelfs dan kun je nog argumenteren dat het natuur in beweging is. De mens is nu eenmaal natuur, wat de religieuzen ook beweren, ook in hun consumptisme. Natuur inclusief feedback loops. Zolang we als mensheid beperkt zijn tot de aarde verandert dat niet.
De wereld is ingewikkelder dan je denkt.
Zeker dan wat Hulspas in 670 woorden insinueert/roept: Ook zij (Aboriginals, Indianen, en ga zo maar door dus) hebben zich schuldig gemakt aan de menselijke erfzonde.
Wat een gotspe, ze waren niet eens christelijk, laat staan katholiek.