Ingo Piepers

41 Artikelen
14 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Waarom veroorzaakte de aanval op Pearl Harbor een wereldoorlog en ’11 September’ niet?

ANALYSE - Ja waarom, veroorzaakte de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 – vandaag exact 75 jaar geleden – een wereldoorlog, en de aanval op het WTC in New York op 11 september 2001, niet?

Klaarblijkelijk was het niet een kwestie van het aantal slachtoffers, respectievelijk circa 2500 (Pearl Harbor) en bijna 3000 (WTC).

Netwerken van domino’s

Deze studie laat zien dat de onderliggende structuur van het Systeem – de ‘connectivity’ van kwesties tussen staten, en de ‘hoeveelheid’ spanningen die zich in het Systeem hebben opgebouwd op het moment van de aanval – bepaalt wat de ‘reactie’ van het Systeem zal zijn, inclusief de omvang van de oorlog die volgt.

Op 6 december 1941 (voor de aanval) was het Systeem nog net niet in een kritische conditie op globaal niveau, hetgeen de analyse van de oorlogsdynamiek (zie studie) duidelijk laat zien. De aanval op Pearl Harbor was een nieuwe dominosteen die werd toegevoegd, die vervolgens een globale ‘kettingreactie’ veroorzaakte in het Systeem. Het was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen.

Kwesties tussen staten kunnen worden opgevat als dominostenen, die in meer of mindere mate ‘gelinkt’ zijn en elkaar kunnen activeren. De aanval op Pearl Harbor vergrote de connectiviteit van het netwerk van domino’s. De aanval op Pearl Harbor ‘linkte’ kwesties in Azië, met kwesties in Europa en de oorlog die daar in 1939 al was uitgebroken. Als domino’s – issues – ‘gelinkt’ raken worden spanningen in het Systeem verder opgevoerd. De aanval op Pearl Harbor veroorzaakte de eerste ‘echte’ wereldoorlog.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

‘2020: WARning’ – Samenhang tussen fractale structuren

Samenhang tussen fractale structuren, en ‘failed states’ en ‘failed armies’

In de voorgaande drie artikelen ben ik vooral nader ingegaan op de patronen die in de oorlogsdynamiek van het Internationale Systeem kunnen worden geïdentificeerd gedurende de periode 1495-1945: Er was sprake van vier versnellende cycli, waarvan de frequentie en amplitudes met dezelfde factor versnelden, en die – kort voor de ineenstorting van het anarchistische Systeem (Europa) in 1939 – naar ‘oneindig’ groeiden. Gedurende dezelfde periode nam ook de robuustheid, fragiliteit en stabiliteit van opeenvolgende cycli toe richting oneindig.
Deze patronen hangen nauw samen en zijn consistent. Deze patronen houden verband met de toename van de groei van spanningen in het Systeem, die – dat is mijn veronderstelling – een functie zijn van de (groeiende) bevolkingsomvang en connectiviteit van het Systeem. Voor een volledige uitleg verwijs ik naar de studie die kan worden gedownload op global4cast.org.

‘Fractals’

In het vorige artikel heb ik ook uitgelegd dat de ‘fysieke’ stabiliteit – de omvang en vorm van staten in het Systeem – zich stabiliseerde en een maximale ‘waarde’ bereikte kort voor het uitbreken van de vierde systeemoorlog (de Tweede Wereldoorlog, 1939-1945). Gedurende de periode 1495-1939 ontwikkelde het Systeem zich van zo’n 300 veelvormige kleine en ‘loosely connected’ ‘staatjes’ met 83 miljoen inwoners (1495), tot een ‘highly connected’ anarchistisch systeem van circa 25 staten met een identieke basisstructuur en met circa 544 miljoen inwoners (1939).

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

‘2020: WARning’ – Patronen: Ze zijn er wel degelijk!

ANALYSE - In dit artikel licht ik een volgende ‘onderdeel’ toe van de theorie die ik in de studie ‘2020: WARning’ uitgebreid bespreek.

Dit figuur laat de ontwikkeling zien van een aantal eigenschappen van het Systeem gedurende de periode 1495-1945.

Dit figuur laat de ontwikkeling zien van een aantal eigenschappen van het Systeem gedurende de periode 1495-1945.

In het vorige artikel heb ik kort de patroonvorming in systeemoorlogen besproken. Gedurende de periode 1495-1945 heeft het Systeem vier versnellende cycli geproduceerd, elke cyclus bestaande uit een relatief lange stabiele periode, gevolgd door een relatief ‘korte’ systeemoorlog. Door middel van systeemoorlogen werd de ordening – organisatie – van het Systeem periodiek ‘ge-upgrade’. Opmerkelijk is de versnelling van de cycli (in tijd) identiek was aan de ‘versnelling’ – groei – van de ernst van de vier systeemoorlogen (‘ernst’ gedefinieerd als het aantal militaire slachtoffers door oorlogshandelingen). Deze analyse is gebaseerd op de database van J. S. Levy (War in the Modern Great Power System, 1495-1945, zie ook global4cast.org).
In dit artikel bespreek ik een aantal andere patronen die ook kunnen worden herkend in de oorlogsdynamiek van het Systeem gedurende de periode 1495-1945

Patroonvorming in niet-systeemoorlogen

Tijdens de relatief stabiele periodes van cycli produceerde het Systeem zogenoemde niet-systeemoorlogen.
Als cycli als eenheid van analyse worden gebruikt, dan blijkt sprake van patroonvorming in de dynamiek van niet-systeemoorlogen. Die patronen houden verband met de ontwikkeling van bepaalde eigenschappen van het Systeem.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

‘2020: WARning’ – Patronen tijdens cycli

ANALYSE - In het vorige artikel heb ik uitgelegd dat gedurende de periode 1495-1945 vier versnellende cycli kunnen worden herkend in de oorlogsdynamiek van het International Systeem. Elke cyclus bestaat uit een relatief stabiele periode (internationale orde), waarin ‘slechts’ kleine oorlogen plaatsvinden, gevolgd door een systeemoorlog waarin een nieuwe internationale orde wordt geïmplementeerd.

Ge-upgrade internationale ordes zijn een betere afspiegeling van de veranderde machtsverhoudingen en invloedsferen in het Systeem. Een anarchistisch systeem – dat laat de periode 1495-1945 zien – is niet in staat op een andere wijze dan door middel van een systeemoorlog haar organisatie aan te passen aan veranderde omstandigheden.

Turbine

In het vorige artikel heb ik ook opgemerkt, dat er wat betreft de vier cycli in twee opzichten sprake was van een versnelling: de levensduur van opeenvolgende cycli werd met een bepaalde versnellingsfactor korter, terwijl de ernst van de vier systeemoorlogen (in aantallen militaire slachtoffers) met dezelfde factor toenam. Met andere woorden: frequentie en amplitude van cycli waren gesynchroniseerd.

Deze dynamiek – die kan worden uitgebeeld als een ‘turbine’ – was niet zonder functie: het Systeem stuwde zichzelf door middel van de vier versnellende cycli naar een nieuw niveau van organisatie. Oorlog was (en is nog steeds) instrumenteel in een proces van sociale integratie en expansie. Door middel van de vierde systeemoorlog (de Tweede Wereldoorlog, 1939-1945) kwam (na een vertraging tot 1989) zowel de integratie van een niet-anarchistisch Europa tot stand, als de feitelijke globalisering van het Internationale Systeem (die werd ‘verankerd’ in de Verenigd Naties).

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

‘2020: WARning’ – Nieuwe studie levert verontrustende bevindingen op

ANALYSE - Op het wereldtoneel hangen ontwikkelingen in verschillende landen samen. Het gehele samenspel is een systeem met patronen en gevoeligheden. Een verkiezing zoals in de VS levert bijvoorbeeld weer geheel nieuwe dynamiek op.
Maar hoe onvoorspelbaar en complex het ook op het eerste gezicht lijkt, het is wel mogelijk om op basis van historische patronen bepaalde voorspellingen te doen.
Een van de voorspellingen die uit onderzoek naar voren komt, stemt ongerust. Het kan zoveel impact hebben op ons dagelijks leven dat we daar graag uitgebreid bij stil staan. Ingo Piepers zal ons in een reeks artikelen uitleggen wat er kan gaan gebeuren en waarom die verwachting reëel is.

De komende maanden – in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen 15 maart 2017 – zal ik in een aantal artikelen de dynamiek en ontwikkeling van het Internationale Systeem bespreken. Deze artikelen zijn gebaseerd op recent afgerond onderzoek. Daarbij heb ik gebruik gemaakt van ‘harde’ data en de meest recente inzichten in de werking van complexe systemen en netwerken. Het is een nieuwe benadering die een aantal opzienbarende bevindingen oplevert. Deze bevindingen kunnen en mogen niet zonder politieke consequenties blijven.

De wetenschappelijke titel van het onderzoek luidt: “Social integration and expansion in anarchistic systems: How connectivity and our urge to survive determine and shape the war dynamics and development of the System“. De korte meer begrijpelijke titel, die tevens verwijst naar de meest opvallende conclusie van het onderzoek luidt: “2020: WARning” en verwijst naar de kritieke toestand die het Internationale Systeem rond 2020 zal bereiken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De strategie en tactieken van Wilders

Wilders kan een zekere strategische visie niet worden ontzegd, evenals de consistente toepassing van een aantal goed doordachte tactieken om zijn doel te bereiken. Wilders komt weliswaar telkens weer weg met dubieuze uitspraken in de media en parlement, maar wantrouwen ten aanzien van zijn intenties is op zijn plaats. Onschuldig is dit alles – en Wilders – zeker niet.
Wilders gebruikt uiteenlopende tactieken om zijn doel te bereiken. Wilders verkrijgt macht door angst en verdeeldheid te zaaien; door een vijandsbeeld te creëren en tegelijkertijd zichzelf op te werpen als de ultieme redder van onze dierbare samenleving; uiteraard zonder de gevreesde vijand van Wilders: mensen met een Islamitische religie. Een beproefd concept; onder andere uitvoerig uitgetest door een aantal politici op de Balkan in de jaren negentig.

De tactieken van Wilders:

1. Angst en wantrouwen zaaien
. Wilders maakt daarbij dankbaar gebruik van het beeld dat Bin Laden cs van de Islam oproepen; namelijk dat Al Qaeda de ‘echte’ Islam vertegenwoordigt en handelt uit naam van de Islam. Dit komt Wilders prima uit: Wilders beweert dat de Islam synoniem is voor terreur. Wilders ‘scoort’ hier in Nederland politiek mee, maar speelt op deze wijze ook Al Qaeda in de kaart: Wilders is Bin Ladens beste luitenant. Het gedachtegoed van Wilders vindt in Nederland (en een aantal andere Europese landen) gretig aftrek: problemen met integratie van immigranten en de extra onzekerheid die de economische crisis oplevert, blijken een vruchtbare voedingsbodem voor dit soort manipulatieve politiek. Dat de English Defense League zich solidair met Wilders verklaart is ook vanzelfsprekend (net zo vanzelfsprekend – om tactische redenen- dat Wilders hier publiekelijk afstand van doet). Er zijn overigens verschillende historische parallellen met deze verdeel-en-heers-tactiek van Wilders.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Onherstelbare schade voor het CDA

Het CDA is fors beschadigd door onderhandelingen met de PVV, ongeacht of de onderhandelingen worden voortgezet. Het pluche blijkt voor een aantal megalomane CDA-ers onweerstaanbare aantrekkingskracht te bezitten; ten koste van de partij.

Welke schade is nu aangericht? Een tussenbalans.

1. Ondermijning van de CDA-beginselvastheid. Door te onderhandelen over gedoogsteun van de PVV aan een VVD/CDA-minderheidskabinet wordt getornd aan de beginselen van het CDA. Het CDA zegt te streven naar ‘solidariteit’ en te streven naar een samenleving waarin “iedereen kan meedoen, we hebben respect voor elkaar en zorgen voor elkaar”. De daad wordt echter niet bij het woord gevoegd. Is het verstandig dat een partij die “het Evangelie als grondslag en inspiratiebron” gebruikt, het acceptabel vindt dat de Islam wordt gediskwalificeerd? Wat voor effect heeft dat op de “solidaire samenleving” waarna het CDA zegt te streven?

2. Twijfels over oprechtheid van het CDA. Ondermijning van de beginselvastheid levert direct twijfels op over de oprechtheid van het CDA. Er zit te veel licht tussen de woorden en de daden van het CDA: Wat kan nu nog worden gelooft? Ook is het CDA dubbelzinnig over de communicatie over de evidente scheuring in de partij: Gerda Verburg ontkende vanochtend nog dat er een crisis is in de partij, “maar ziet wel dat er een probleem ligt”. Of is hier wederom sprake van een ver ondermaats beoordelingsvermogen van Verburg (dat zou namelijk niet de eerste keer zijn, na haar al te prominente optreden in de glossy van haar ministerie).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Over de rug van onze militairen

De Nederlandse exit uit Uruzgan is een moeizame vertoning. Echter wat betreft de exitstrategie van de PvdA uit het Kabinet, lijkt deze partij snel haar berekeningen te hebben gemaakt. De PvdA tracht een breuk te forceren, maar natuurlijk wel zodanig dat de CDA daarbij averij oploopt; vaak geldt namelijk ‘de breker betaalt’. De PvdA grijpt deze verlengingsdiscussie aan om te laten zien een krachtige en integere partij te zijn, daarmee hoopt de PvdA opgelopen imagoschade in een keer van zich af te schudden. Wat deze PvdA-calculaties ongetwijfeld ook beïnvloedt is de schade die Balkenende heeft opgelopen door het Irak-rapport en zijn onhandige en stuntelige gemanoeuvreer dat daarop volgde, en de berekening van de PvdA dat de regeerperiode de eigen electorale kansen verder negatief beïnvloedt.

Triest is dat het al lang niet meer over de inhoud gaat, zoals over onze veiligheid, de behartiging van Nederlandse belangen, de bevordering van de internationale rechtsorde en internationale solidariteit. En het belangrijkste heb ik nog niet genoemd: de inzet – met alle risico’s van dien – van Nederlandse militairen.
Bos verklaarde gisteren tijdens een PvdA-bijeenkomst in Utrecht dat Uruzgan vrijdag van tafel moet, maar dat inzet van militairen, F-16’s en trainers elders in Afghanistan wel degelijk bespreekbaar is. Punt is echter – maar voor de PvdA klaarblijkelijk van geen belang – dat Nederlandse militairen vertrouwd zijn met Uruzgan en haar de bevolking, daar diverse opbouwprojecten uitvoert, en dat daardoor inzet in Uruzgan ook meer veiligheid voor de eigen militairen betekent. Als militairen worden ingezet, doe het dan in Uruzgan. De Pvda laat zich weer van haar machtspolitieke kant gelden, en daarbij lijkt geen prijs te hoog.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Regeren is terugkijken

9 Februari jl. heeft het Kabinet in een brief aan de TK gereageerd op het rapport van de commissie-Davids, betreffende de besluitvorming rond de politieke steun die Nederland heeft verleend aan de Amerikaans/Britse inval in dat land in 2003. Hachje gered, zo laat het zich aanzien, maar het Kabinet heeft zich ook enigszins klemgezet en zich beleidsruimte ontnomen.

De commissie heeft geconstateerd dat er sprake was van een ontoereikende volkenrechtelijk mandaat voor deze inval, hetgeen het Kabinet in genoemde brief (het duurde wel even) bevestigt: “(…) aanvaardt het kabinet dat voor een dergelijk optreden een adequater volkenrechtelijk mandaat nodig zou zijn geweest“.
In deze brief wordt ook een opmerking gemaakt voor situaties “waarin geen overeenstemming kan worden bereikt over een resolutie in de Veiligheidsraad, maar waarbij in de internationale gemeenschap een breed gedragen gevoelen bestaat dat militair optreden legitiem is.” Daarover wordt het volgende geschreven: “De manier waarop dit kabinet in de toekomst met dit soort situaties wil omgaan, is vastgelegd in de brief van 22 juni 2007. Zoals daarin staat, kunnen zich situaties voordoen waarin geen overeenstemming kan worden bereikt over een resolutie in de Veiligheidsraad, maar waarbij in de internationale gemeenschap een breed gedragen gevoelen bestaat dat militair optreden legitiem is. In de brief wordt beschreven dat deze situaties zich kunnen voordoen in geval van een (dreigende) humanitaire ramp, met inbegrip van genocide, ingeval van evacuatie van eigen onderdanen, en op verzoek van het desbetreffende land. Zoals bekend is zelfverdediging ook een volkenrechtelijk gelegitimeerde grondslag.”
De vraag is: ‘gaat dit werken’; voldoet een dergelijke aanpak? Ik betwijfel dat.

Aan deze benadering van het Kabinet ligt klaarblijkelijk de veronderstelling ten grondslag dat over het algemeen een zekere internationale overeenstemming bestaat over het Volkenrecht en de toepassing daarvan. Echter onze internationale (rechts-)orde is in toenemend mate onderhevig aan erosie en verliest steeds meer draagvlak. Iran daagt – met de voortzetting van haar verrijkingsactiviteiten (naar eigen zeggen voor vreedzame doeleinden) – voortdurend de internationale gemeenschap uit en voelt zich daarbij gesterkt door verschillende landen. Uit de discussies over nieuwe sancties tegen Iran blijkt dat bijvoorbeeld China en Brazilië die sancties niet zo nodig achten. Niet de eerste-de-besten. China kan in de Veiligheidsraad eenvoudig een veto uitspreken. Dat is lastig en kan tot een ‘bekende’ patstelling leiden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Verlenging met een jaar is nu de beste exitstrategie

heli afghGisteren heeft President Obama zijn ‘nieuwe’ aanpak van de Taliban in Afghanistan en Pakistan gepresenteerd op de militaire academie West Point (NYT). De veronderstelling is dat de veiligheid van de Verenigde Staten en haar bondgenoten nog steeds zou (kunnen) worden bedreigd door Al Qaeda dat opereert vanuit Afghanistan en Pakistan; uitvalsbases moeten ‘kost wat kost’ aan deze terreurorganisatie worden ontzegd. Het zou hier niet gaan om een ‘war of choice’ maar om een ‘war of necessity’.

Obama’s ‘grand strategy’ bevat drie samenhangende kernelementen: Ten eerste een militaire strategie, vooral gericht op: de opleiding en training van de Afghaanse strijdkrachten en politie, zodat vanaf juli 2011 al kan worden gestart met de terugtrekking van de eerste Amerikaanse eenheden uit Afghanistan, het ‘breken’ van het momentum van de steeds succesvollere Taliban en de vergroting van de veiligheid van (bepaalde) bevolkingscentra. ‘Afghaniseren’ van de oorlog dus.

Het tweede element betreft een ‘civiele’ strategie onder andere gericht op beter bestuur, bestrijding van corruptie (onder andere door de decentrale gezagsstructuur te versterken en niet afhankelijk te blijven van de corrupte Karzai), en het stimuleren van economische ontwikkeling. Het derde element heeft betrekking op een partnership met Pakistan, tenslotte zijn de stabiliteit van Afghanistan en de regio onlosmakelijk verbonden met het vermogen van Pakistan om de Taliban in de eigen achtertuin te bestrijden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ons Koninklijke Huis: van glad ijs naar dun ijs

Het Koninklijke Huis bevindt zich altijd op glad ijs. De monarchie – zeker als niet alleen sprake is van een symbolische rol – gaat niet samen met democratie; maar dat is geen nieuws. Niemand stoort zich daar over het algemeen echt aan. Zo lang ons koninklijke staatshoofd naar behoren functioneert is er niet zo veel aan de hand. Ook helpt de een zekere curiositeitswaarde de instandhouding van onze monarchie.

Echter het blijft een balanceeract. Elke beweging wordt nauwkeurig onder de loupe genomen. Foute bewegingen worden snel gemaakt. De ruimte voor misstappen – is terecht – erg klein. Dat ging ons Koninklijke Huis meestal goed af.
Maar datzelfde Koninklijke Huis, nog steeds omgeven door een zekere waas van geheimzinnigheid, lijkt zich nu echter steeds meer op dun ijs te begeven. Glad ijs is een ding, dun ijs is wat anders. Dan kom je niet meer weg met een paar blauwe plekken of een hersenschudding. Dun ijs kan fataal zijn.

Punt is dat ons Koninklijke Huis zich onvoldoende realiseert, dat het – zeker gegeven het feit dat het een anomalie is – tenminste solidair moet zijn met ‘haar’ volk. Als onze vorstin, de troonopvolger en zijn echtgenote – behorende tot de rijkste bewoners van de wereld – nog steeds privéreizen kunnen declareren, en allerlei hobbies laat financieren, dan sla je de plank mis, behoorlijk mis. Zeker als dat in tijden van crisis gebeurt, en het volk gevraagd wordt de nodige offers te brengen. Dat Koningin Beatrix al anticipeert op de nieuwe AOW-leeftijd van het Kabinet is helaas niet voldoende.
Hetzelfde geld(t) ook voor dat project van onze Kroonprins in Mozambique; met een reeks van verborgen en nog steeds onduidelijke kosten. Dat moet kunnen, aldus de prins. Hij maakt graag de dingen af waaraan hij begint. Doorzettingsvermogen en domheid liggen altijd dicht bij elkaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Afghanistan blijft ons achtervolgen

afkanAfghanistan is weer voorpagina nieuws. Niet alleen in Nederland met de onhandige en slecht ge-time-de manoeuvres van Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen, maar ook in de VS, waar president Obama wordt geconfronteerd met een verzoek van generaal McChrystel (commandant van de Amerikaanse strijdkrachten in Afghanistan en van ISAF), om nog eens 40.000 man/vrouw (bovenop de bijna 65.000) beschikbaar te stellen, en dat voor langere duur.

Verhagen heeft laten zien hoe je jezelf snel schaakmat kunt zetten: door een motie van PvdA en Christen Unie is hem de mond gesnoerd en lijkt terugtrekking van Nederland per 1 december 2010 nu een feit. Ook Obama wordt geconfronteerd met afkalvende steun voor de inzet van de VS in Afghanistan. Met name in zijn eigen partij bestaan twijfels over (nog) meer troepen. Voor Obama is lastig dat McChrystel ‘hand picked’ is door hemzelf, en McChrystel is gevraagd om een kritische ‘assessment’ van de situatie en vooruitzichten in Afghanistan. En die ‘assesment’ heeft hij gekregen.

Echter Obama pakt dit probleem anders aan dan Verhagen; enige creativiteit kan Obama daarbij niet worden ontzegd. In tegenstelling tot Verhagen, doet Obama het nodige denkwerk, het is geen soloactie en bouwt steun op voor een alternatieve aanpak. In maart sprak Obama nog van een ‘war of necessity’ voor de VS in Afghanistan, en benadrukte de nauwe relatie tussen de strijd en ontwikkelingen in Afghanistan en buurland Pakistan. Nu ziet de situatie er – klaarblijkelijk – wezenlijk anders uit.

Volgende