WW: Wie literatuur wil begrijpen moet stoppen met boeken te lezen

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Boeken (foto flickr/brewbooks)

Wie als alpha-wetenschapper iets zinnigs over de wereldliteratuur wil zeggen staat voor een naar probleem: het te onderzoeken gebied is inmiddels zo groot geworden dat noodzakelijkerwijs iedere analyse over een miniem gedeelte van alle literatuur die in de moderne tijd is gepubliceerd. Zelfs als je je grondig beperkt en je jarenlang opsluit om bijvoorbeeld 200 Victoriaanse werken te bestuderen, dan nog zit je met het deprimerende feit dat je tienduizenden andere boeken uit die periode niet hebt gelezen.Volgens Unesco (die de boekenproductie per land als een graadmeter voor leefklimaat gebruikt) zijn er in 2011 al 611.700 boeken gepubliceerd(*). Volgens Google, die voor hun boekenproject een redelijke schatting wilden maken, zijn er in de hele geschiedenis om en nabij de 129.864.880 boeken gepubliceerd.

Ars longa, vita brevis dus: de kunst is te lang, het leven te kort om alles te overzien. En wellicht mede daarom gooit een groot deel van de literatuurwetenschapper sinds de jaren zestig de armen de handoek in de ring om zich te focussen op de details. Het overheersende paradigma is al jaren dat van ‘close reading‘, waarbij bepaalde teksten minutieus worden uitgeplozen. Vrolijk overdreven voorbeeld hiervan is het essay “Ulysses Gramophone” van Derrida, waarin hij tachtig pagina’s wijdt aan het woordje ‘yes’ in Ulysses van James Joyce.

Maar niet alle literatuurwetenschappers laten zich beperken tot exegese. De controversiele Franco Moretti stelt dat close reading teveel beperkingen met zich meeneemt en roept op om over te gaan op ‘distant reading‘: in plaats van jezelf kapot te staren op een paar meesterwerken, moeten kwantitatieve methoden worden ingezet op hele stapels boeken uit een periode. Alleen door op deze overkoepelende schaal gegevens (getallen) te verzamelen kan volgens Moretti een breder overzicht over een genre of een periode verkregen worden. In andere woorden, Moretti vertelt ons dat indien we de literatuur willen begrijpen, we moeten stoppen met boeken lezen.

Moretti is de oprichter van het onlangs geopende Stanford Literary Lab, waar hij dit kwantitatieve onderzoek uitvoert. Het Laboratorium publiceerde twee pamfletten, waarin zijn ideeen uiteen worden gezet. In één van deze pamfletten laat Moretti zien hoe uit het tellen van interacties tussen personen in klassieke teksten een netwerk te maken valt tussen de personages. Moretti beschrijft hoe de protagonist van een werk de centrale plek in dat netwerk aanneemt. Ergens anders beschrijft Moretti hoe met behulp van computeralgoritmes automatisch genres van werken bepaald kan worden.

De experimenten en voorbeelden die Moretti beschrijft zijn op dit moment tamelijk onspectaculair te noemen. Toch lijkt zijn nieuwe paradigma veel potentie te hebben. Door grote hoeveelheden teksten (automatisch) te analyseren moeten verbanden tussen personages, lokaties of plot-eenheden van verschillende literaire werken aan elkaar te relateren zijn. Verschillen en overeenkomsten in zowel plot als taalgebruik in de wereldliteratuur kunnen op kwantitatieve manieren onderzocht worden en met behulp van diagrammen getoond worden. Als zodanig zou een grove hark waarmee in één keer honderden of duizenden werken op een algemeen niveau geanalyseerd kunnen worden een waardige tegenhanger zijn van de minuiteuze exegese van het close reading.

(*) In de tijd tussen het schrijven en publicatie van dit stukje zullen weer honderden nieuwe boeken gepubliceerd zijn.

Reacties (1)

#1 Paul

De andere kant op in de literatuurwetenschap is kwantitatief even waardevol en biedt ook vele verrassende gezichtspunten en soms meesterwerken. Er is eens gesuggereerd chimpansees typemachines te geven en dan miljarden jaren hun gang te laten gaan. Ooit maakt een van die chimpansees een meesterwerk. Omdat we tegenwoordig geen dierproeven meer voorstaan kun jij dit wetenschappelijke procedé vast automatiseren: tig computers met evenveel printers produceren je alfa meesterwerk myriaden jaren eerder.