Techniek kan veel meer doen voor de emancipatie dan een pakket beleidsmaatregelen, daarom moeten vrouwen zorgen dat ze invloed krijgen op de onderzoeksagenda.
Afgelopen week werd er in Pakhuis De Zwijger een thema-avond over Vrouw en Techniek georganiseerd door Women Inc. in samenwerking met het Rathenau Instituut. Aanleiding voor het thema was een column van Martijntje Smits in NRC Next. Daarin stelt zij dat techniek voor de positie van vrouwen meer kan doen dan de politieke ministapjes van het emancipatiebeleid. “Vrouwen moeten het initiatief naar zich toe trekken en de onderzoeksagenda gaan bepalen: welke specifieke behoeften hebben vrouwen om hun levensloop te beïnvloeden, om beter beslagen ten ijs te komen op de arbeidsmarkt, om zorg en werk te combineren, om in de Raad van Bestuur plaats te nemen?” Tijdens de talkshow licht Martijntje Smits toe dat vrouwen vaak ‘late-adopters’ van nieuwe technologische snufjes zijn en daardoor drukken ze weinig stempel op de onderzoeksagenda.
Joan Ferrier (directeur Equality) wijst er op dat zonder techniek we bepaalde ontwikkelingen niet zouden hebben gehad. Zonder anticonceptiepil zouden vrouwen minder zelfbeschikking over hun leven hebben. Vaak gaat het zo dat mannen bedenken wat goed is voor andere mannen. De vrouwen worden daar op aangepast, als dat goed is voor die andere mannen. Zij zou graag zien dat er een pil komt die alle vooroordelen en stereotypering kunnen wegblazen.
Els Rommes (Radboud Universiteit Nijmegen) vindt dat we kritisch moeten blijven: Moeten we wel een pil voor extreem lange benen willen? En hebben we echt behoefte aan roze gadgets die alleen maar aan en uit kunnen? En wat de blufpil betreft: sluiten we dan niet te veel aan op mannelijke normen? Human enhancement, okay, maar in welke richting? Over het algemeen heeft nieuwe technologie er vooral voor gezorgd dat vrouwen het nog drukker krijgen. Door de introductie van wasmachines bijvoorbeeld zijn de normen voor hygiëne hoger en door de ontwikkeling van de magnetrons wordt er van moeder verwacht dat zij voor elk gezinslid een passende maaltijd op tafel zet.
Volgens Martijntje Smits moeten gebruikers meer in het technologieproces betrokken worden. Uit een onderzoek naar innovatiemogelijkheden in ziekenhuizen bleek dat mannen zich bezig hielden met pure technische zaken als de kunstheup, maar de verzorgster gaven aan dat zij graag maatregelen wilden om verdroging tegen te gaan. Mannen richten zich op virtuoze technieken zoals ruimtevaart, maar vrouwen zoeken het juist vaak dicht bij huis.
David Lemereis (wetenschaps- en techniekjournalist) vertelde over een interessant onderzoek naar de gebruikers van helpdesks, en wat blijkt? Twee keer zoveel mannen als vrouwen hadden de stekker niet in het stopcontact, de mannen lazen ook minder vaak de gebruiksaanwijzing. Mannen zijn ten opzichte van nieuwe technologische snufjes veel emotioneler: zijn gaan de strijd aan met het apparaat, vrouwen zijn praktischer, die hoeven het zelf niet te snappen, als het maar werkt. Consumenten, dus ook vrouwen, moeten gewoon klagen als een apparaat gebruiksonvriendelijk is: erover publiceren helpt het beste.
Jos van Haaren (Philips Research) merkte op dat vrouwen kunnen zich beter verplaatsen in een wereld die niet de hunne is. Hij had Esther Toet meegenomen die mocht vertellen over haar project mindful eating dat had geleid tot een concept van het apparaat InBalane, bedoeld om eters te helpen bij de juiste portiegrootte.
Peptalk was er ook. Irene Best (Nederlandse Orde van Uitvinders) heeft een matras ontwikkeld dat doorliggen bij bedlegerige patiënten kan voorkomen. Eigenlijk is het een simpele innovatie, het is een normaal matras met een uitsparing rond de stuit. Het voeteneind kan weggelaten worden, zodat de hakken vrij kunnen liggen. Zij moedigt vrouwen aan om goed om zich heen te kijken om te ontdekken wat er in je directe omgeving verbeterd kan worden. Zodra je een goed idee hebt moet je octrooi gaan aanvragen, dat is helemaal niet zo duur. Nooit naar een groot bedrijf gaan met je ideeën, dan ben je het kwijt.
Het meest tot verbeelding sprak de presentatie van Mariëlle Bordewijk. Zij is food-designer, zij houd zich bezig met het voedsel van de toekomst. Ze is van mening dat mensen steeds minder vertrouwen zullen hebben in grote systemen. Haar verwachting is dan ook dat de voedselproductie in de toekomst meer thuis zal gaan plaatsvinden. Onze terrassen en daken zullen vol met gewassen staan en tussen de gebouwen is plaats voor tuinbouw. Ze verwacht dat we rond 2050 thuis meer geld zullen verdienen door zelf energie op te wekken, het water te zuiveren en zelf onze groenten te kweken. Voor de eiwitconsumptie zullen we zelf onze maden en insecten kweken in speciale designkasten van plexiglas. Food-printing zal een grote rol in de keuken gaan spelen. We kunnen de zelfgekweekte eiwitten in de processor gooien en die zullen er dan kant en klaar voor consumptie weer uit komen. Hoe de hapjes er uit zullen zien, dat kan vooraf geprogrammeerd worden: kleur, vorm en smaak kan via een display worden bepaald. Ook zullen we onze vissen zelf gaan kweken in grote huiskameraquaria. De mest die de vissen produceren kan worden gebruikt als meststof voor de planten die boven de waterbak groeien. We kunnen niet alles zelf opeten, dus daarvoor zullen nieuwe distributiekanalen zullen ontstaan. Misschien dat elk flatgebouw een markt in de hal krijgt om de groenten en eiwitten te ruilen. En: mensen worden weer meer zelfverzorgend en daardoor gaan ze zich zekerder voelen.
Ingrid Geesink en Charlotte Steegers (Rathenau Instituut) vinden het in ieder geval belangrijk dat vrouwen op de hoogte zijn van de huidige voortplantingstechnieken. Een slimme meid krijgt haar kind op tijd, maar als dat niet lukt kan het invriezen van eicellen een oplossing zijn. Wat hun persoonlijke mening over de nieuwe voortplantingstechnieken is, dat wilden ze niet prijsgeven, maar ze vinden wel dat vrouwen zich goed moeten informeren over de mogelijkheden en zelf hun keuzes moeten maken.
Ine Poppe (kunstenaar/journalist NRC) vraagt zich af wat de invloed van technologie op dubbellevens zou kunnen zijn. Met dubbelleven bedoelt ze niet alleen de tweede minnaar, het gaat ook over het leven dat je in je fantasie leidt. Netwerktechnologie dwingt ons tot dubbellevens. Dus vraag je eens af: Hoe ziet jouw toekomstig dubbelleven er uit?
Hoopgevende woorden waren er van Hedwig van Driel. (filmmagazine Schokkend Nieuws en natuurkundige). Het blijkt dat in tv-series steeds vaker vrouwelijke wetenschappers voorkomen. In science fiction- en politieseries zijn vrouwelijke hoofdrollen tegenwoordig normaal. In de bioscoopfilm is het nog niet zo ver. James Bond komt natuurlijk wel eens een vrouwelijke onderzoeker tegen, maar die moet dan vooral oogverblindend mooi zijn.
De volgende bijeenkomst van Women Inc. is op 19 september in Pakhuis De Zwijger.
Reacties (16)
Vaak gaat het zo dat mannen bedenken wat goed is voor andere mannen.
En dat staat in dezelfde paragraaf als de anticonceptiepil ?
RP schrijft: “Techniek kan veel meer doen voor de emancipatie dan een pakket beleidsmaatregelen, daarom moeten vrouwen zorgen dat ze invloed krijgen op de onderzoeksagenda.”
Misschien dat vrouwen veel kunnen winnen bij een grotere rol in de techniek en misschien dat ze er veel talent voor hebben. Maar uit de ZEER bescheiden aantallen vrouwen in de techniek blijkt dat niet echt.
Als vrouwen bovendien de ONDERZOEKSAGENDA willen gaan bepalen, dan zullen zij dus met veel grotere aantallen naar de techniek moeten komen, daar veel betere prestaties moeten leveren en dus niet alleen of voornamelijk bouwkunde moeten studeren.
En ondanks tientallen miljoenen euro’s subsidie gebeurt dit al decennia niet. Nittickson houdt zijn adem dus nog maar niet in.
Als ik de hoeveelheid vrouwen in auto’s met smartphones aan hun oren gelijmd zie rijden op straat, dan denk ik dat het *merendeel* van de onderzoeksagenda al lang door vrouwen bepaald wordt.
@1 Ik zie niet direct een tegenstelling tussen beide zinnen. Het is wel zo dat de anticonceptiepil is voortgekomen uit een medicijn tegen menstruatiepijn, maar ik denk dat het ook prettig is voor de mannen dat ze de verantwoordelijkheid voor de anticonceptie aan de vrouwen over kunnen laten.
@2 Er komen steeds meer vrouwen naar de techniek. In Delft is tegenwoordig de helft van de studenten Industriële Vormgeving vrouw. Ze doen het zeker niet slechter dan hun mannelijke studiegenoten, want 75% van de cum laude afstgestudeerden in die studierichting is vrouw.
@4 50% vrouw, altijd goed, het maakt Delft ook leefbaarder. Maar na de studie, wie wordt er succesvol. Als vrouwen hierin echt anders denken, leidt dit ook tot principieel andere en succesvollere producten dan die van mannen.
Hoeveel topontwerpers zijn vrouw? En wat moet er anders om dit te laten gebeuren.
@4, @5: De Grote Boze Blonde Gedoger of Een Van Zijn Vazallen zullen binnenkort wel voorstellen op de subsidies voor de TU Delft te korten, want die 50% betreft uitsluitend buitenlandse vrouwen. Maar waarom zou Delft in het verband van “vrouwen en technologie” trouwens maatgevend zijn, en niet bijvoorbeeld het prestigieuze MIT?
Rita’s reactie (4) is een staaltje keiharde anti-masculine agitprop. “… ik denk ook dat het prettig is …”. Pure insinuatie die erop gericht is te laten zien dat de goede vrouwen weer het slachtoffer van de slechte mannen zijn.
En wat betreft industriële vormgeving, dat is geen techniek, dat is VORMGEVING, zoals de naam al zegt. Haal de percentages vrouwen bij toegepaste wiskunde, natuurkunde, electrotechniek en informatica er maar eens bij. Daar zul je percentages van onder de 10 vinden.
En natuurlijk heeft het niks met vrouwen in het algemeen te maken. Hoe het komt weet ik niet, maar in andere landen ligt het aandeel vrouwelijke technici aanzienlijk hoger (tot 40% in Litouwen). Zou het iets specifiek Nederlands zijn?
@7 Goed opgemerkt! Het tegendeel is namelijk ook waar, er waren ook mannnen die het bedreigend vonden dat vrouwen zelf over hun voortplanting konden gaan beslissen.
Zelf denk ik dat het meestal zo gaat dat een bepaalde technologische ontwikkeling een eigen dynamiek krijgt. Grotere belangen, grote beloftes….
Het is overigens wel zo dat vrouwen het in de meeste sectoren van de techniek steeds beter doen. Het gaat langzaam, maar het gaat vooruit. Mannen richten zich graag op de virtuoze technologie, bijvoorbeeld ruimtevaart en robotica. Vrouwen zoeken liever naar oplossingen voor problemen in de directe omgeving. Volgens de spreker van Philips Research zijn vrouwen juist zeer geschikt voor techniek. Als hij zou mogen kiezen tussen een groepje mannelijke researchers en een groepje vrouwelijke researchers om de gebruikerseisen aan een nieuwe technologie te onderzoeken, dan zou hij kiezen voor de vrouwen. Zij kunnen zich vaak beter inleven in de problemen van de doelgroep.
En wat betreft industriële vormgeving, dat is geen techniek, dat is VORMGEVING, zoals de naam al zegt. Haal de percentages vrouwen bij toegepaste wiskunde, natuurkunde, :P
Wat betreft natuurkunde, dat is geen techniek, dat is NATUURKUNDE. Binair genoeg voor je?
Overigens heb je wel een goed punt met
Hoe het komt weet ik niet, maar in andere landen ligt het aandeel vrouwelijke technici aanzienlijk hoger (tot 40% in Litouwen). Zou het iets specifiek Nederlands zijn
Dat geldt ook voor bv vrouwelijke hoogleraren. http://www.vn.nl/Standaard-media-pagina/VrouwelijkeHooglerarenDeMytheVanHetGebrek.htm
Ik heb het idee dat dit komt door de interactie tussen de lage eisen die aan Nederlandse vrouwen worden gesteld en de ons-kent-ons mentaliteit onder mannen in de wetenschap, politiek (in mindere mate) en bedrijfsleven.
@7: Wiskunde (toegepaste, technische) heeft relatief juist een hoger aandeel vrouwen dan veel andere technische richtingen (rond de 35% voor Wiskunde, tegen <8% voor studies als Werktuigbouwkunde, Technische Natuurkunde, Electrotechniek). Document van de universiteit twente – zie pagina 13 voor een overzicht van de opleidingen en percentages., Wiskunde en toepassingen – Universiteit Utrecht.
Afgezien van de kloofjes die je in de werkelijkheid terug kan vinden waar uiteraard aandacht voor mag zijn, zouden vrouwen soms ook meer geneigd zijn om zich te spiegelen aan mannen en te identificeren waar de inhaalslag nu weer gemaakt mag worden?
@8 Een onderzoekster die een tijdje de ontwikkelingen rondom nieuwe medische technologieën van dichtbij volgde en analyseerde, kwam tot de conclusie dat voor een bepaald geval, de ontwikkelaars vooral zochten naar een optimaal presterende technologie. Met een shift in focus op de doelgroep en de toepassing, zou het product echter een stuk goedkoper en daardoor waarschijnlijk ook succesvoller kunnen worden.
Ik kan me niet herinneren dat de onderzoekster hier specifiek inging op de vrouw-man dimensie, maar naar mijn idee past dit verhaal prima bij de specifieke verschillen in kwaliteiten die mannen en vrouwen inbrengen.
Techniek is zo pre-peakoil.
Leren banden plakken en je fiets repareren, dat lijkt me nog wel zinvol in de 21ste eeuw.
@13 Voor de discussie is het verstandig om een onderscheid te maken tussen ’techniek’ en ’technologie’. Bij technologie moet je denken aan technische ontwikkelingen met veel wetenschappelijke kennis/input.
Mannen richten zich graag op de virtuoze technologie, bijvoorbeeld ruimtevaart en robotica.
Waarom? Omdat baanbrekend onderzoek de meeste spinoffs zal opleveren. Dit zit ook in het wetenschappelijk onderzoekssysteem ingebakken, zodat ‘de mannen’ weinig keus hebben.
Vrouwen zoeken liever naar oplossingen voor problemen in de directe omgeving.
Sure, daarom is de wegwerptampon ook uitgevonden door een man. Ik vind het een kulargument. Ik heb genoeg vrouwen ontmoet die goed en succesvol fundamenteel onderzoek hebben gedaan. De meesten waren wel buitenlandse PhD-studenten en postdocs, dat dan weer wel.
[vrouwen] kunnen zich vaak beter inleven in de problemen van de doelgroep.
Ten eerste gaat dit citaat over toegepast productonderzoek en niet over wetenschappelijk onderzoek, ten tweede is dit slechts het kleine deelgebied “requirement analysis”, en ten derde zal dit misschien gelden als de doelgroep bestaat uit vrouwen. Als je zoals Philips een grote productenlijn van huishoudelijke apparatuur hebt kan dit inderdaad zinvol zijn.
Context, context, context.
Voor de discussie is het verstandig om een onderscheid te maken tussen ‘techniek’ en ‘technologie’.
Er is geen verschil, hooguit hoever technologie op de acceptatiecurve zit. Vroeger was een hamer (die niet verbrijzelde) ook high-tech.
We moeten denk ik ook kijken naar het middelbaar onderwijs. Net als vroeger bij mij op school worden meisjes niet gestimuleerd ‘beta’ te kiezen. Ik herinner me mijn natuurkundeleraar in de vierde klas: ‘meisjes mogen geen vragen stellen, want meisjes kunnen geen natuurkunde’. Er wordt nog steeds gedaan als of wis- en natuurkunde ‘heel moeilijk’ zouden zijn, wat vooral vrouwen afschrikt. Universiteiten werken hier ook aan mee, doordat sommige docenten exclusivistisch denken.