Aan het eind van een lang en onleesbaar rapport komt het Amsterdamse stadsdeel Oost tot het besluit eerder gemaakte afspraken eenzijdig op te zeggen en twee moskeeën te sluiten. ’t Kan zijn dat daar goede redenen voor zijn, maar in dat rapport staan ze in elk geval niet, constateert ethicus Bart Voorzanger.
Zo’n tien jaar geleden stond aan het Joubertplein in Amsterdam-Oost een wat vervallen schoolgebouw met op de begane grond twee moskeeën, een Turkse en een Marokkaanse. Het stadsdeel – destijds Oost-Watergraafsmeer, inmiddels gefuseerd met stadsdeel Zeeburg en nu simpelweg Oost geheten – wilde daar iets mooiers van maken, met meer functies voor meer mensen. Uit bouwkundig onderzoek bleek dat renovatie geen optie was. Het werd nieuwbouw. Op de plek van de oude school kwam een nieuw multifunctioneel centrum, ‘De Verbinding’. Het gebouw werd eind 2008 voltooid en in mei 2009 officieel geopend. En nu, enkele jaren later, kijkt het stadsdeel, in een rapport van zestig moeizaam leesbare kantjes barstensvol verbijsterende stijl- en spelfouten, nog eens kritisch naar het gebruik van dit gebouw.
Uiteraard keerden de moskeeën in het gebouw terug, en uiteraard konden die geen marktconforme huur opbrengen, dus betalen ze een aangepaste huur. Ze zitten op de begane grond. Op de eerste verdieping zit het TISCC en op de tweede etage het SSCCM. Beide instellingen doen mooie dingen voor de mensen. In ruil daarvoor betaalt het stadsdeel hun huur. Op de derde etage zitten nog wat andere stichtingen, zonder stadsdeelsubsidie.
De Verbinding is voor iets meer dan een kwart betaald met Europees geld voor sociale en economische activering van achterstandsgroepen, en dat betekent dat een overeenkomstig deel van het gebouw voor dat doel gebruikt moet worden. Volgens het rapport is aan die eis voldaan.
TISCC en SSCCM zijn van oorsprong moskee-organisaties. Vanwege de beoogde functie van het nieuwe gebouw kregen zij van het stadsdeel het verzoek de door Europa beoogde activering voor hun rekening te nemen. Dat deden ze, en omdat dat nieuwe taken zijn, worden ze daarbij geholpen door het Bureau Maatschappelijke Ontwikkeling. Het stadsdeel was (en is) bang dat deze nieuwe taken vermengd zouden raken met de religieuze taken die de stichtingen van ouds hadden. TISCC en SSCCM kregen daarom beide het verzoek zich te splitsen in een seculiere stichting (gehuisvest op de eerste, respectievelijk tweede etage) en een moskeestichting (beide een halve begane grond). Dat deden ze (ze kregen zelfs een nieuwe naam, al bleven de afkorting hetzelfde).
Wat die vermenging van taken nu precies zou inhouden, wat daar zo mis mee is, en hoe zo’n organisatorische splitsing dat voorkomt, maakt het stadsdeel nergens duidelijk. Het verwijst alleen naar een cursus over (waarschijnlijk islamitische) normen en waarden die in een TISCC- of SSCCM-zaaltje gegeven zou zijn. Kennelijk liggen stadsdeelbestuurders daar wakker van. Alleen, hoe zou je kunnen voorkomen dat TISCC en SSCCM hun benedenburen terwille zijn door ze incidenteel een zaaltje te lenen? Ik vrees dat je veel verder zou moeten gaan dan splitsing van die oorspronkelijke moskeestichtingen. Je zou de bewoners van etages één en twee élk minzaam contact met de begane-gronders moeten verbieden. Niet helemaal de verhouding die je verwacht in een gebouw dat De Verbinding heet.
Het stadsdeelrapport beschrijft uitgebreid de totstandkoming van De Verbinding: waar welk geld vandaan kwam, welke procedures wanneer gevolgd zijn, wat aan welke voorwaarden gebonden is. Het legt uitgebreid uit wie waar zit, wie wat doet, en wie nu wat betaalt. En dan, na ellenlange verhalen vol tabellen en opsommingen, besluit het haast terloops en heel verrassend met een vooruitblik waaruit blijkt dat álles anders moet. Activiteiten op de etages één, twee en drie die ook maar in de verte verband houden met religie zijn voortaan verboden, en in 2014 worden álle huurcontracten beëindigd en staat iedereen op straat. Weliswaar wordt een hernieuwd contract nergens uitgesloten, maar het stadsdeel voelt zich kennelijk vrij dan geheel zelf de voorwaarden en de huur vast te stellen.
Wie het hele rapport probeert te lezen is al lang in slaap gesukkeld voor hij aan die vooruitblik toekomt. En wie het leest zoals je zo’n rapport meestal leest – gauw kijken naar de conclusies op de laatste bladzij, en dan maar aannemen dat die in de tekst daarvoor worden gerechtvaardigd – neemt de vooruitblik waarschijnlijk voor kennisneming aan. Alleen wie beide doet, komt tot de verbijsterende conclusie dat zo’n rechtvaardiging geheel ontbreekt.
Dit soort drastische maatregelen neem je alleen als iets je volledig en onoverkomelijk in het verkeerde keelgat geschoten is. Maar wat dat iets dan is …? De Verbinding kwam enige tijd geleden behoorlijk negatief in het nieuws. Een journalist van, ik meen De Groene Amsterdammer, had onderzocht in hoeverre voor de buurt bedoelde voorzieningen op de etages bóven de moskee inderdaad voor voorbijgangers toegankelijk waren, en dat viel hem toen behoorlijk tegen. Maar over die episode rept het rapport nergens. Het enige dat zich, naast die ene cursus over normen en waarden, desgewenst als rechtvaardiging laat lezen is een warrige beschouwing onder het (misplaatste) hoofdje ‘Scheiding van kerk en staat’.
Een jaar of wat geleden schreef de Centrale Stad een degelijke en prettig leesbare notitie over de relatie tussen kerk en staat. Het stadsdeelrapport verwijst naar die notitie, maar met erg veel zorg gelezen lijkt hij niet. Het stadsdeel haalde er slechts uit dat de overheid zich tegenover religies neutraal dient op te stellen en vertaalt dat als ‘de overheid mag onder geen beding religieuze organisaties of activiteiten subsidiëren’. Dat is wel zowat het tegenovergestelde van wat de Centrale stad betoogt. De notitie van de Centrale Stad laat aan de hand van concrete gevallen zien dat zo’n subsidie best mag, bijvoorbeeld waar die de economische achterstand van een bepaalde religieuze groepering verkleint. Moskeeën die tegen een gereduceerd tarief onderdak krijgen in een gebouw waar ze niet om gevraagd hebben op de plek waar ze al jaren zitten en vanwege financiële beperkingen ook niet makkelijk weg konden, zijn daarvan een uitstekend voorbeeld.
Natuurlijk sluit dit alles niet uit dat er gegronde redenen zijn het gebruik van De Verbinding diepgaand te herzien, en dat de straffe maatregelen waarvoor het stadsdeel pleit in feite heel verstandig zijn. De vraag is dan alleen waarom het stadsdeel er, zelfs in zestig dichtbedrukte pagina’s, niet in slaagt die redenen uiteen te zetten.
Evenmin uitgesloten is helaas de mogelijkheid dat ambtenaren ten stadsdeelkantore zo gefrustreerd zijn geraakt door het moeizame overleg met allochtone stichtingsbestuurders (en heus, ik weet hóe moeizaam dat zijn kan) dat ze uit pure woede besloten die heren voortaan in alles dwars te zitten. Maar hoe begrijpelijk ook, ’t zou van weinig bestuurlijke wijsheid getuigen de zaak zo aan te pakken.
Zou ’t niet mooi zijn als Stadsdeel Oost duidelijk maakt wat hier nu werkelijk aan de hand is?
Reacties (10)
Voorzanger, Imam, what’s in a name.
Uhhmmmm, was het hier op Sargasso, of op Retecool, of misschien wel de NRC. Een maand of zes terug. Een forse reportage over hoe het werkelijk in het zogenaamde openbare gebouw aan de Joubertstraat er aan toeging. Had niets maar dan ook niets met een open verbindend centrum te maken en alles met totaal afgesloten en langs elkaar heen werkende gebedshuizen en hele en halve duistere stichtingen. Ik zal proberen de linkjes te vinden, want het was een verhaal dat een 180 graden ander perspectief op de zaak werpt.
Een linkje uit Sargasso naar de Groene Amsterdammer. Niet degene waarop ik doelde, wel zo informatief. https://sargasso.nl/archief/2011/06/30/amsterdam-oost-fraudeerde-voor-14-miljoen-aan-europese-subsidie-om-twee-moskeeen-te-huisvesten/
Het maakt het betoog hierboven des te ongeloofwaardiger. Ik ben blij voor het buurtje, waar ik ooit woonde, dat ze die lui er uitgooien.
Beste Frank, in het ‘betoog hierboven’ noem ik de ervaringen van die Groene-journalist zelf ook al als mogelijk wél geldig argument om de huurders van De Verbinding op straat te zetten. Ik zie even niet hoe jouw herhaling van dat punt mijn betoog ‘des te ongeloofwaardiger’ maakt. Ik stel het zeer op prijs dat je op m’n stukje reageert – dank daarvoor – maar ’t zou helpen als je ’t eerst even las.
Het verbaast me steeds weer hoe kort het geheugen van de Gemeente Amsterdam is. Ik herinner me dat ik al in 1985 een nota geschreven heb over de condities waaronder moskeeen financiele steun van de gemeente zouden kunnen ontvangen. Conclusie toen, alleen als het om redenen van gedwongen buiten gebruik stelling van bestaande voorzieningen nodig zou zijn elders een alternatief te realiseren. Lijkt me nog steeds een prima uitgangspunt. Maar ja, continuiteit van bestuur bestaat in Amsterdam al lang niet meer en steeds opnieuw moet het wiel worden uitgevonden..
“Conclusie toen, alleen als het om redenen van gedwongen buiten gebruik stelling van bestaande voorzieningen nodig zou zijn elders een alternatief te realiseren”.
En dat is dus precies wat hier gebeurd is. Wat wil je eigenlijk zeggen?
Voor mij is het heel simpel. Als iemand een moskee wil, dan beginnen ze er zelf maar eentje, inclusief financiering. De overheid moet daar verre van blijven. Zelfde geldt voor tempels van andere geloven.
Daar ben ik het helemaal mee eens, maar… vorig jaar werd 31 miljoen euro rijkssubsidie gegeven aan 230 kerken. Zo lang dat soort zaken doorgang vindt, kunnen wat mij betreft moskeeën ook aanspraak op subsidie maken.
Als het om cultuurhistorische waarde gaat, hoor je mij niet klagen. Religieuze zaken echter, financiert men maar zelf.
Waarom zeuren we eigenlijk altijd over die moskees? Ik zie een heel ander probleem in dit verhaal.
Probleem 1. Medio jaren ’70/’80 zijn er allerlei betonnen wijkcentra en scholen gebouwd die nu groen zijn van de algen en/of waarvan renovatie “niet meer rendabel” wordt genoemd. Mijn huis staat er al 100 jaar maar die dingen zijn na 35 jaar op?! Hou toch op.
Probleem 2. Toen al die betonnen wijkcentra werden gebouwd, zaten ze best vol. Bibliotheken, wijkagenten, een dependenance van de muziekschool, een crèche en soms kon je met je bandje in de kelder terecht. In de hal was meestal wel een expositie van een of andere (vaak misplaatst) artistieke wijkbewoner. Soms zat het consultatiebureau er ook. Allemaal aan een centrale hal, waar je elkaar tegen kwam. En dat lukte best goed; ik kwam er in mijn jeugd ècht héél vaak. Niet alleen erin trouwens, maar ook erop. Soms werd je dan toegeschreeuwd dat je van het dak af moest en dat het levensgevaarlijk was; tegenwoordig bellen ze de politie èn de brandweer en moet je naar Stichting Halt en weet ik wat. Maargoed.
Waar zijn die bestemmingen nu dan? Wegbezuinigd dus. Bibliotheek en muziekschool krijgen nog maar amper voldoende subsidie voor één centrale verstiging (die zo ver weg is van de gemiddelde 6 jarige dat die er niet zelfstandig naartoe gaat en er zodoende op latere leeftijd ook niet meer komt). De crèche is vercommercialiseerd in een kinderdagverblijf dat meer ruimte nodig had om efficiënter te werk te gaan (op autoafstand van de wijk), de wijkagent is in rook opgegaan en met je bandje kun je tegenwoordig nergens meer terecht. Oh en het consultatiebureau is al lang naar nieuwbouw verhuist.
Eigenlijk blijven alleen de moskees nog over. Het enige wat wij daarvan zien, is meestal een groep jurk- en baarddragende mannen die voor de deur staat op allerlei manieren met groot succes niet-Nederlands te zijn. Dus onze aandacht richt zich op hen. Maar daardoor zien we niet wat het echte probleem is: de bieb is weg, de muziekschool is weg, de crèche zit er niet meer en van een wijkagent hebt u nog nooit gehoord. Zonder dergelijke voorzieningen is zo’n wijkcentrum zinloos. Men is alleen vergeten om met de subsidie voor voornoemde voorzieningen ook het wijkcentrapotje op te heffen.
Dus mijn advies: gooi die rotzooi plat en leg er een park neer. Met een vijvertje waar we op kunnen schaatsen graag. En een klimboom met een bordje erbij voor de politie: gelieve kinderen niet op te pakken als ze in deze boom klimmen dankuwel.