Tiener gedood in Jenin, huizen verdachten opgeblazen en Gaza gebombardeerd

NIEUWS - De Israëlische vergeldingsmaatregelen voor het doden van de drie ontvoerde tieners zijn volstrekt buitenproportioneel.

Israëlische militairen hebben in de nasleep van het vinden van de drie lichamen van de ontvoerde Israëlische tieners Gilad Shaar, Eyal Yifrach en Naftali Fraenkel opnieuw een Palestijnse tiener doodgeschoten. Ditmaal betrof het de 16-jarige Yousef Abu Zagha uit het vluchtelingenkamp bij Jenin.

Het Israëlische leger noemde hem een ‘lid van Hamas’ en voegde eraan toe dat hij op het punt stond een ‘explosief’ naar de soldaten te gooien die hem kwamen arresteren. ‘De soldaten openden daarop het vuur en bevestigden dat hij werd getroffen,’ aldus de woordvoerster. Palestijnen ter plaatse zeiden dat Yousef werd doodgeschoten door undercover agenten nadat hij terugkwam van het halen van eten voor zijn familie om de vasten van Ramadan te breken. Er werd meerdere malen van korte afstand op hem geschoten en hij was op slag dood, volgens deze getuigen.

Ik zou hieraan toe willen voegen dat het buitengewoon onwaarschijnlijk is dat een zestienjarige een actief lid is van de militaire arm van Hamas en over handgranaten beschikt. Dit is gewoon weer zo’n incident zoals ze zich elke week ongeveer voordoen en waarnaar nooit een onderzoek naar zal worden uitgevoerd. Lees het recente Amnesty rapport Trigger Happy.

De ontdekking dat de drie ontvoerde Israëlische tieners dood waren, werd gisteren gevolgd door het opblazen en in brand steken van de huizen van families van de de twee mannen die de Israëlische geheime dienst Shin Bet als verdachten heeft aangemerkt, Marwan Qawasmeh en Amar Abu Eisha uit Hebron.

Het vernielen van de huizen van ‘verdachten’ (van wie de schuld dus niet is vastgesteld), is een terugkeer naar praktijken die na de verovering van de Westoever in 1967 heel regelmatig zijn toegepast, maar die in 2005 werden afgeschaft. Volgens B’tselem werden gedurende die tijd 664 huizen op deze manier verwoest. Het opblazen van huizen van verdachten in bezet gebied, zonder dat daar een militaire noodzaak voor is, is overigens (zie artikel 52) een oorlogsmisdaad.

Afgezien van dit opblazen van de huizen, werd ook een strafactie uitgevoerd in de Gazastrook. De Israëlische regering gaat er namelijk vanuit dat Hamas achter de ontvoering en dood van de drie tieners zit, hoewel daar voor zover bekend geen enkele bewijs voor is. De Israëlische luchtmacht voerde de afgelopen nacht in een klein uur tijd niet minder dan 34 luchtaanvallen uit, maar daarbij werden kennelijk doelen gekozen in minder dicht bevolkte gebieden, want er werden slechts vier gewonden gemeld.

De luchtaanvallen op Gaza kwamen na een drie uur durende bijeenkomst van het Israëlische ‘veiligheidskabinet’, welke volgens de Israëlische kranten onbeslist eindigde. Volgens YNet wilde minister van Economie Naftali Bennett (HaBayit HaYehudi) een hele zware aanval op de Gazastrook en botste hij tijdens de vergadering nogal heftig met de ministers Moshe Ya’alon van Defensie, Yair Lapid van Financiën en Tzipi Livni van Justitie, die een wat beperktere actie tegen Gaza voorstonden.

Premier Netanyahu zei dat een ‘krachtige actie’ nodig was, maar gaf daar geen concrete invulling aan. Waarna uiteindelijk werd besloten tot het bombarderen van wat Israël militaire doelen noemt.

Het bombardement van Gaza werd gevolgd door het afschieten van vier raketten vanuit Gaza. Daarvan beschadigde er één een paar auto’s bij de Regionale Raad van Eshkol en veroorzaakte een andere een brandje bij een verpakkingsfabriek. Niemand raakte gewond.