Voorstel tot aankoop van de Ivy League
Sommige beleidsmakers in Nederland maken zich zorgen over het feit dat wij geen ’topuniversiteiten’ bezitten. Er zijn twee toonaangevende ranglijsten waar wordt aangegeven wat de ‘beste’ universiteiten ter wereld zijn, uitgegeven door de Jiao Tong-universiteit van Shanghai en de Britse Times, en Nederlandse universiteiten halen op deze lijsten vaak wel de top 100, maar eigenlijk nooit de top 40, top 20, of top 10. De top van de lijsten wordt gedomineerd door Amerikaanse universiteiten, en met name op de misschien niet geheel onpartijdige lijst van de Times doen ook een paar Britse universiteiten het erg goed.
Er zijn andere lijsten waar de Nederlandse universiteiten wel veel indruk maken. Een paar jaar geleden verscheen er bijvoorbeeld een studie over universiteiten binnen de EU. Een identificeerde 22 universiteiten binnen de EU met de grootste impact in de wetenschap, en hiervan waren er maar liefst zeven Nederlands. Maar voor onze ambitieuze beleidsmakers is zo’n succes niet genoeg. We leggen het op dit punt af tegen de Amerikanen, en dat steekt.
Het zou misschien verstandig zijn ons hier niet blind op te staren. De VS, het land van de topuniversiteiten, heeft het succes op de lijsten gedeeltelijk bereikt door bij de inrichting van de maatschappij andere prioriteiten te stellen. De angst voor een tweedeling in de samenleving is er minder sterk. In Amerika is er een hele dunne toplaag van mensen die Nobelprijzen winnen, en een grote meerderheid van mensen die, zelfs als ze een ‘college’ bezocht hebben, bijvoorbeeld niet weten dat Afrika een continent is, en geen land. Wij, in Nederland, neigen ertoe meer geld te willen investeren in de opleiding van mensen die het minder goed getroffen hebben. De logische consequentie is dat er voor onze toplaag minder geld overblijft.