Gezegend is het land dat het zich kan veroorloven kostbare tijd van een Ombudsman, ambtenaren en experts in te zetten voor terechte maar onbelangrijke kwesties. In augustus deed de Nationale Ombudsman uitspraak over een klacht dat de website van AgentschapNL over windenergie, www.windenergie.nl, onvolledige informatie zou geven, waardoor een te rooskleurig beeld over wind zou ontstaan. De Ombudsman stelde de klager in het gelijk, waardoor in de zomer zowaar een klein stormpje in een glas water ontstond. Hier staat het stuk van de Ombudsman.
De twee belangrijkste geschilpunten zijn deze.
Ten eerste: moeten conventionele centrales meer bijregelen als er meer wind op het net komt? Daardoor worden conventionele centrales namelijk minder efficiënt, en boekt wind minder CO2-winst dan je op het eerste gezicht zou verwachten. Het antwoord is: ja, dat is het geval, maar aanvankelijk stond er ‘nee’ op de gewraakte website. Dat is nu gecorrigeerd: door efficiencyverliezen bij extra op- en afregelen bespaart wind 7-9% minder CO2 dan zonder die efficiencyverliezen. De conclusie blijft ongewijzigd: “Inpassen van windenergie leidt dus tot een significant lagere uitstoot van CO2. Daarmee is windenergie een van de schoonste vormen van energieopwekking.”
Is dat van belang? Technisch-economisch wel, het is goed om te weten dat wind iets minder CO2 bespaart dan op het eerste gezicht lijkt Beleidsmatig is dat niet echt relevant. Klager, Ombudsman en AgentschapNL vermelden namelijk niet dat elektriciteitsopwekking onder het emissiehandel-CO2-plafond valt. Alleen dat plafond en niets anders bepaalt hoeveel CO2 stroomopwekking geeft. Daarnaast is er een elektriciteitsmarkt, waar private bedrijven beslissen welke opties, waaronder wind, ze inzetten om geld te verdienen op de stroommarkt. Daarbij houden ze rekening met fluctuerende CO2-prijzen, en met het feit dat sommige opties voor opwekking zoals zon en wind de natuur volgen en niet op afroep beschikbaar zijn. Dat laatste zijn ze gewend: een wisselende vraag naar elektriciteit door afnemers komt voor de energiebedrijven op het zelfde neer als een wisselend aanbod uit duurzame bronnen. Zo optimaliseren de bedrijven hun portfolio op basis van onder meer de (verwachte) elektriciteitsvraag, vraagpatronen, kosten van opties afzonderlijk én in combinatie met elkaar, aanbodpatronen van zon en wind, CO2-prijzen, etcetera. Met die vragen hoeft de overheid zich verder niet bezig te houden. Zelfs de vraag ‘bespaart wind CO2?’ is voor de overheid niet meer interessant: dat zoeken de elektriciteitsbedrijven op de markten voor stroom en CO2 maar lekker zelf uit.