Geen bal op tv | Wie is de mol?

Tot twee jaar geleden begreep ik niet waarom ik naar Wie is de mol? zou moeten kijken. Als je er voortijdig achter komt wie de mol is, is het spel afgelopen. Leek mij. Ik begreep kenneljk niet dat de mol er niet uit kan vliegen. En dat iemand die de mol lijkt, dit bewust kan doen om zijn of haar kansen te vergroten. Los daarvan heb je ook nog eens te maken met de macht van de editors die jou alleen laten zien wat ze willen dat je ziet. Dankzij mijn kinderen kijk ik inmiddels wel naar Wie is de mol? En begrijp ik ook wel wat de lol ervan is. Iedereen is een Sherlock Holmesje dat naarstig op zoek is naar clues om de mol te ontmaskeren. Terwijl dat welbeschouwd onmogelijk is. Aankomende zaterdag is de finale. Er zijn nog drie potentiële mollen over: Sarah, Niels en Merel. Ze zouden het allemaal kunnen zijn. Als ik eerlijk ben: het interesseert me niet zo wie van deze drie het is. Mijn geld stond op Sinan, die er vorige week uitvloog. Ik verdacht hem niet zozeer omdat ik hem verdacht vond, maar omdat ik het graag wilde. In de uitzending ervoor, zagen wij Sinan na de eliminatieronde zeggen: ‘Dit is een hele goede mol. Een héle goede mol.’ Het leek mij ontzettend grappig dat Sinan dit over zichzelf zei. Vandaar dat ik hoopte dat hij de mol was. 

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022 copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.