Vrijheid van onderwijs en de PVV
Een gastbijdrage in woord en beeld van Ad van der Stok
De huidige samenstelling van de Eerste en de Tweede Kamer maakt verandering van artikel 23 van de grondwet mogelijk. Het uit 1917 stammende artikel dat “de vrijheid van het bijzonder onderwijs betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling der onderwijzers” eerbiedigt. Dit artikel staat – in seculiere woorden – het onderwijzen van een scheppingsverhaal toe waar geen evolutie in voor komt. Tevens laat het – in PVV taal – haatzaai-imams de sharia met de paplepel naar binnen gieten. Indien alle seculiere partijen voor verandering of schrappen van artikel 23 zijn, dan is daarvoor genoeg steun in beide Kamers. De onbegrijpelijke positie van de PVV is hierbij echter cruciaal.
Eerst iets over die grondwet, die verander je niet zomaar. In zowel de Eerste als de Tweede Kamer moet er twee maal over gestemd worden. Eerst over een overwegingswet, die met een gewone meerderheid moet worden aangenomen. Na erop volgende verkiezingen, dienen beide kamers met tweederde meerderheid in te stemmen. Tegenstanders zijn er met name in Christelijke hoek, waar het een gevoelige zaak is. [link op zondag niet bereikbaar] Maar slinkende zetelaantallen – met name bij het CDA – maakt het tegenhouden van zo’n verandering steeds moeilijker. Een solide seculiere tweederde meerderheid in beide kamers lijkt de komende jaren waarschijnlijk. Dat artikel 23 komt dus op de agenda. En of dat nu gebeurd of over enkele jaren hangt af van de PVV en de politieke handigheid van de oppositie.