Dit is het zesde blogje in de reeks over de Europese historische canon. We zijn aanbeland in de zeventiende eeuw.
Vrede van Westfalen
Periode: 1648
Alternatief: Vrede van Utrecht
[caption id="attachment_350615" align="aligncenter" width="441"] Het verdrag dat de Tachtigjarige Oorlog beëindigde (“Yo, el Rey”; Nationaal Archief, Den Haag)[/caption]
Europa is nooit een religieuze eenheid geweest, en er zijn regelmatig conflicten geweest waarbij godsdienst een rol speelde. Maar nooit was het zo erg als in de eeuw na de Reformatie, een tijd die we weleens aanduiden als die van de godsdienstoorlogen. De Tachtigjarige Oorlog en de Dertigjarige Oorlog gingen echter niet alleen over religie. In dat laatste conflict intervenieerde bijvoorbeeld het katholieke Frankrijk aan de protestantse zijde. (Al eerder had de koning van Frankrijk, die zich omsingeld voelde door de Habsburgers, zich verbonden met het Ottomaanse Rijk.) De Tachtigjarige en de Dertigjarige Oorlog werden beëindigd met de Vrede van Westfalen in 1648.
De onderhandelaars deden hun best een machtsevenwicht te garanderen, waarvan ze meenden dat het de kans op toekomstige oorlog verkleinde. Het principe staat niet vermeld in de officiële verklaringen. Dat was wel het geval toen in 1713 de Vrede van Utrecht de Spaanse Successieoorlog ten einde bracht.
[caption id="attachment_350617" align="aligncenter" width="242"] Portret Van Boxhorn, CC BY-SA 2.5 via Wikiemedia.[/caption]
Modern nationalisme
Periode: 1650
Marcus Zuerius van Boxhorn is een vergeten Leidse geleerde, en vergeten is ook zijn De Graecorum, Romanorum et Germanorum linguis earumque symphonia dissertatio. Maar het is een belangrijk boek. Al eerder had Scaliger erop gewezen dat de Europese talen wel leken op elkaar, en zo had hij de Germaanse en de Romaanse taalgroepen ontdekt. Van Boxhorn bracht de Germaanse en Romaanse talen, de Keltische talen, de Slavische talen, de Baltische talen, samen met het Perzisch en het Sanskriet onder in één taalfamilie, die we tegenwoordig Indo-Europees noemen. Hij begreep ook dat ze afstamden van één oertaal.
Dit lijkt een onschuldige ontdekking, maar het gevolg was dat volken zich in toenemende mate gingen definiëren langs talige weg. Het Frans zou de enige taal van Frankrijk moeten zijn, alle Duitssprekenden zouden in één land moeten wonen, een volk zonder eigen taal was eigenlijk geen volk, en een land met twee talen was eigenlijk een land met twee volken. Het moderne nationalisme is ontstaan vanuit de taalwetenschap.
[caption id="attachment_350618" align="aligncenter" width="216"] Willem III (Limburgs Museum, Venlo)[/caption]
Volkssoevereiniteit
Periode: Bijvoorbeeld 1688
Alternatieven: Defensor Pacis, Plakkaat van Verlatinghe, Franse Revolutie
De godsdienstoorlogen schokten Europa tot op het bot. Sommigen riepen op tot verdraagzaamheid, anderen riepen om een sterke man: de absolute soeverein die aan geen mens verantwoording schuldig was, eenduidig beleid kon maken en uitvoeren, en dus de kans op conflicten verkleinde. Zo ontstond het idee van de absolute vorst, waarvan de Franse koning Lodewijk XIV het bekendste voorbeeld is. Er was echter ook politieke theorievorming die vond dat die volledige macht niet moest liggen bij één man of vrouw, maar bij het gehele volk.
In 1688 voelde het Engelse parlement zich gemachtigd een nieuwe koning uit te nodigen, Willem III van Oranje, die meteen de rechten van het parlement erkende. Het is maar één scène uit de lange weg naar volkssoevereiniteit. Ik had ook de middeleeuwse Defensor Pacis kunnen noemen, of het Nederlandse Plakkaat van Verlatinghe uit 1581 of de Franse Revolutie (waarover later meer). Vooralsnog heeft overigens niemand het Europese volk uitgeroepen tot absolute soeverein van Europa. Zolang we volken talig definiëren, zal dat ook wel niet gebeuren.
[caption id="attachment_350619" align="aligncenter" width="226"] Teylers Museum in Haarlem: een monument voor de Verlichting[/caption]
Verlichting
Periode: c.1700
De mens is van nature goed, de mens kan de wereld kennen, de mens kan de wereld zelfs verbeteren: het zijn de wat optimistische ideeën van de Verlichting. De wetenschappelijke revolutie, waarover ik het gisteren had, had geleid tot groeiend vertrouwen in het menselijk kunnen.
Het aloude geloof in de autoriteiten uit de (joods-christelijke en klassieke) Oudheid had in elk geval in de exacte wetenschappen afgedaan en nu wilde men even rationeel denken over de samenleving. De filosofen van de Verlichting hekelden het bijgeloof en de intolerantie van zowel de diverse kerkgenootschappen als het staatsapparaat en ijverden voor bepaalde grondrechten. En terwijl men in de Vroege Nieuwe Tijd nog een zekere angst had gehad voor kennis (zie de sage over Faust), omhelsde men nu alle informatie. Reisverslagen en de eerste populairwetenschappelijke boeken werden geliefde literatuur. Er kwamen wetenschappelijke genootschappen, tijdschriften en musea. De kroon op de Verlichting was dan ook een overzicht van alle menselijke kennis: de Encyclopédie van Diderot en d’Alembert.
En o ja: de Verlichters waren niet blind voor menselijke domheid. Ze meenden echter dat betere pedagogiek, beter onderwijs en betere wetenschap konden helpen. Dat is misschien naïef maar ik weiger te geloven dat dat belachelijk is.
[caption id="attachment_350620" align="aligncenter" width="213"] Peter de Grote, After Jean-Marc Nattier, Public domain, via Wikimedia Commons.[/caption]
Sint-Petersburg
Periode: 1703
De gebieden ten oosten van de Elbe, zo vertelde ik al, kende een vrije boerenstand die in de Late Middeleeuwen en Vroege Nieuwe Tijd steeds onvrijer werd. De dependencia-verklaring daarvoor (dat Noordwest-Europa opbloeide door oostelijk Europa in onderontwikkeling te houden) is niet volledig, maar het lijkt een feit dat de regio minder economisch groei kende. Tsaar Peter de Grote (r.1682-1725) van Rusland zocht betere aansluiting bij het westen en zoals bekend werkte hij een tijdje als scheepstimmerman in Zaandam. Een belangrijk Russisch succes was verovering van enkele gebieden langs de Oostzee, waar tsaar Peter in 1703 Sint-Petersburg stichtte.
Voortaan had Rusland een haven die zich beter leende voor handel met West-Europa dan Archangelsk. Rusland was nu een speler in het Europese concert.
Dit artikel verscheen eerder bij Mainzer Beobachter.