Voornaamwoorden en de blauwe ogen van Mark Zuckerberg

Een gedenkwaardige bijeenkomst, gisteren, in het Nederlandse hoofdkantoor van Meta. Instagram wil in de aanloop naar ‘International Pronouns Day’ op 3 oktober aanstaande voor een aantal talen waaronder het Nederlands (bij Meta noemen ze dat ‘Nederlands/Vlaams’) de mogelijkheid bieden dat gebruikers hun eigen voornaamwoorden mogen kiezen. Voor het Engels kan dat al sinds mei vorig jaar, en kennelijk vond men dat bij Instagram nu zo’n succes dat het ook voor het Nederlands gebeurde. Opgetrommeld in een – verder overigens op maandagmiddag op het oog volkomen uitgestorven hoofdkantoor – waren vooral vertegenwoordigers van belangenverenigingen. Mij was de eer te beurt gevallen om deskundige te spelen. Belachelijk De sessie was nogal eigenaardig opgezet. De medewerkers van Meta toonden een lijstje van de ongeveer vijfenveertig voornaamwoorden die je kennelijk kunt kiezen in de Engelse versie (‘he/him/his/she/her/hers/they/them/theirs/ze/ve/thon’ en nog vele andere) en vroegen aan de aanwezigen of dit ook een goede lijst zou zijn ‘als deze vertaald zou worden’ in het Nederlands, alsof dat een eenduidige opgave zou zijn. De belangengroepen gaan nu de komende tijd een Nederlands lijstje maken. Er was vervolgens ook wel discussie over de vraag waarom je als gebruiker beperkt wordt tot zo’n vaste lijst. Waarom kun je niet helemaal zelf kiezen welk voornaamwoord je wil gebruiken? Als Instagram inclusief wil zijn, waarom zou het dan bepalen welke voornaamwoorden mensen wel of niet mogen opnemen in hun lijstje (niet alleen maar hij of zij, maar nog meer dan veertig andere vormen, oké, maar wie weet of dat genoeg is?) De medewerkers van Meta zeiden dat de reden was dat mensen anders dat voornaamwoordenveld zouden misbruiken om er belachelijke dingen op te schrijven (nazi) hoe groot de kans daarop was en of je daar dan niet op kon filteren, werd niet duidelijk. Bovendien zeiden de medewerkers tegelijkertijd dat je in je bio nog wel altijd alternatieve voornaamwoorden kon opnemen. Waarom je daar dan niet de boel belachelijk kon maken, werd niet duidelijk. Inspraak Eigenaardig genoeg leek ik als enige te zitten met een andere zorg: maakt zo’n verdeling in een aantal vaste categorieën het voor een bedrijf als Meta niet heel gemakkelijk om statistiek te doen, of de informatie over gebruikers met anderen te delen, al dan niet op een commerciële manier? En is het sowieso wel raadzaam om deze – vaak toch wat gevoelige – informatie over genderidentiteit in handen te leggen van een Amerikaans bedrijf met niet de allerbeste reputatie op het gebied van privacy? Maar de medewerkers van Meta zeiden dat ze volkomen betrouwbaar waren en zich altijd aan de wet hielden tenzij een regime toevallig een wet voorschreef die tegen de bedrijfspolicy inging. Dus er waren twee garanties: de blauwe ogen van Mark Zuckerberg. Omdat alle belangenorganisaties daarmee bleken te kunnen leven, deed ik ook er maar het zwijgen toe. Toch is hier iets vreemds, vind ik. Als de strijd is om ervoor te zorgen dat iedereen het deel van de eigen identiteit mag bepalen die wordt afgedekt door persoonlijk voornaamwoorden, waarom zou je er dan akkoord mee gaan dat een groot bedrijf dit voor de gebruikers bepaalt – ook al gebeurt dat met jouw inspraak? En als het hier gaat om deels kwetsbare groepen, en daarover is iedereen het denk ik eens, waarom laat je die dan zulke informatie delen met een bedrijf?

Foto: Marieke Rijneveld (zelfportret), CC BY-SA 4.0 , via Wikimedia Commons.

De boy uit je willen halen

COLUMN - Pronomina in de lyriek

In gebarentalen werkt de wijzende vinger vaak als een persoonlijk voornaamwoord: de gebaarder zet de personen over wie ze praat eerst in de gebarenruimte voor zicht: Marieke staat links, Lucas staat rechts. In de rest van het betoog wijst ze dan naar de plek waar zij geplaatst zijn als ze het over hen wil hebben.

In zekere zin werken pronomina altijd zo: ze verwijzen, maar vooral: ze bepalen samen de ruimte waarin je je het gesprek laat plaatsvinden. Tot een paar jaar geleden goldt dat vooral voor de tweede persoon: je verandert een gesprek als je van u overschakelt naar jullie. De laatste jaren ligt de focus ineens meer op de derde persoon.

En niet iedereen bevalt de ruimte die de spreker definieert. Zo kreeg de dichter Marieke Lucas Rijneveld de afgelopen dagen ineens een storm van kritiek over zich heen toen hij verklaarde dat hij er voortaan de voorkeur aan gaf dat we naar hem verwijzen met hij en hem. Hij reageerde superieur op die kritiek, door in de Volkskrant een tegelijkertijd stoer en breekbaar gedicht te publiceren dat tjokvol veelzeggende pronomina is (de vette letters voor de persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden zijn van mij):

Vrij van beren

Ik ben bijna in alles heldhaftig geweest:
in met de kont tegen de geboortekrib
en waar ik thuiskom, wil ik Lucas heten.
In het dagelijks brood opnieuw tot mij te
nemen – vanuit een graatmager landschap
leerde ik niet bang te zijn voor een
vetter seizoen. Of in het afschudden
van de wolfsmeneer en nooit weer een
prooi acteren, zijn streken uit mij te leven.
In de dood, door hem een verkeerd reisadvies
te geven en niet angstig zijn voor stille
polderwegen. Maar ook in kleine
dingen, zoals het opdoeken van mijn
berenverzameling; ik spaarde ze vooral
in het schemerdonker, of als ik iets
niet dacht te kunnen, zoals een lampje
verwisselen, een band plakken,
mijzelf lijmen na een onhebbelijk oordeel.
Waar ik nooit heldhaftig in ben geweest:
het verdragen van al dat geraas en getier,
van men die het altijd beter weet,
die de boy uit je willen halen en je
ongevraagd naar hun schepping willen
vormen, je wanstaltig noemen.
Nee, niets is moeilijker dan de mens
die de ander het menszijn niet gunt,
die het blad voor de mond plaatst,
terwijl iedereen als ontwerp ter
wereld komt en een eindversie
nooit definitief, nooit compleet is.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Boekomslag Doe het toch maar - Babs Gons © Uitgeverij Atlas. copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

we hebben al genoeg van jullie

ANALYSE - In de debuutbundel doe het toch maar van spoken-wordartieste Babs Gons staat een gedicht dat gaat over jullie. Het is een beetje lang om helemaal te citeren, het gedicht beslaat twee pagina’s, maar hier zijn vier representatieve strofes van ‘zou je woensdag zwart willen zijn?’

hallo

wij willen je uitnodigen
op ons podium als vrouw
zou je woensdag zwart willen zijn bij ons programma
wij hebben een voorstelling en zoeken mensen zoals
jij
jullie
bij onze show
op ons platform
in ons tijdschrift
bij ons debat

iets minder vrouwelijk graag vanavond
en we boeken je graag zaterdag
donker mag
maar niet té
liever wat lichter
wat dichterbij
gewoon, normaal

(…)

we slaan je even over
we hebben namelijk al iemand
zoals jij
we hebben al genoeg
van jullie
dank je wel
misschien een andere keer

(…)

Je kunt het lezen als een geslaagde citeren: er worden zinnen gebruikt die volkomen bizar zijn en waarvan je tegelijkertijd moet vrezen dat ze echt worden gezegd – een satire op een cultureel leven waarin iedereen zich bewust is van het belang van diversiteit en tegelijkertijd niemand er echt mee wordt omgegaan, en waarin je dus als zwarte vrouw bij iedere uitnodiging je moet afvragen of je nu als jezelf wordt gevraagd, of als een onderdeel van jullie.

Want jullie is een verraderlijk voornaamwoord, het is informeel (het is geen u) en tegelijkertijd is het bijna per definitie afstandelijk. De spreker benoemt een groep, maar rekent zichzelf niet tot die groep. In sommige gevallen staat het zelfs expliciet tegenover wij dat juist betekent ‘ik en enkele anderen’ met in sommige gevallen de implicatie ‘dus jij niet’.

Foto: restroom (bewerkt) via Pixabay

Weg met hij, leve zij

COLUMN - In de discussie over persoonlijk voornaamwoorden zijn er twee partijen: de een vindt dat alles bij het oude moet blijven, er zijn twee persoonlijk voornaamwoorden voor de derde persoon enkelvoud, hij en zij en dat moet altijd zo blijven. De andere groep vindt dat de verzameling voornaamwoorden moet worden uitgebreid met bijvoorbeeld hen of die, om niet-binaire mensen mee aan te duiden. De afgelopen weken kon je verschillende mensen in de media horen hannesen omdat de media-persoonlijkheid Raven van Dorst zich had geout als non-binair, en mensen nu dus over hen moesten spreken.

Maar dat schiet allemaal natuurlijk niet op. Ik snap eigenlijk niet waarom er geen mensen zijn die pleiten voor niet drie persoonlijk voornaamwoorden, niet twee, maar slechts één. Een aantal progressieve media heeft de afgelopen tijd aangekondigd het aantal pronomina uit te breiden, terwijl het veel meer voor de hand zou liggen de verzameling juist in te krimpen.

Verplicht

Het is een van de absurditeiten van de Nederlandse taal dat je als je over iemand praat voortdurend het geslacht van die persoon moet noemen. Je hebt het over Anne de Vries, en omdat je in je tekst niet voortdurend Anne of De Vries wil zeggen, grijp je af en toe terug op een voornaamwoord. Maar waarom moet dat dan altijd hij of zij zijn? In welke context je het ook over Anne hebt – eigenaar van een doodgereden hond, winnaar van een puzzelwedstrijd, pleger van een terroristische aanslag –, altijd moet je als spreker weten wat Annes gender is. Ieder ander aspect van iemands identiteit – waar die is geboren, hoe oud die is, of die op mannen of vrouwen valt – kun je onbenoemd laten als je het niet relevant acht, maar geslacht moet.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Hun gebruiken expres een rare spelling op Twitter

COLUMN - Vorige week vierde Dany Jaspers zijn zestigste verjaardag. Jaspers is een van de erudietste, een van de slimste én een van de aardigste taalkundigen van het Nederlandse taalgebied. Het is dus volkomen terecht dat zijn collega’s een Festsite voor hem hebben gemaakt. Hoe aardig en hoe erudiet hij is blijkt al uit de enorme diversiteit aan geleerden die hebben bijgedragen: van de letterkundige Elke Brems tot en met de semanticus Pieter Seuren; van de syntacticus Noam Chomsky tot en met de dialectoloog Jan Goossens.

Een mooie bijdrage aan de site komt van de Nijmeegse sociolinguïst Stefan Grondelaers, en gaat over het maatschappelijk meest controversiële van alle taalkundige onderwerpen, de Zwarte Piet van de Nederlandse taal: hun als onderwerp: “Als je zo speelt, krijgen hun natuurlijk altijd kansen.”
In Vlaanderen komt het niet voor, maar in Nederland is het al in 1911 voor het eerst geobserveerd en ondanks de redeloze woede die het in sommige kringen oproept, wordt het steeds meer gebruikt.

We weten dat hun vooral gebruikt wordt om een contrast aan te duiden (‘wij hebben het beste met de wereld voor, maar hun maken alles weer kapot’) en – mogelijkerwijs – dat het vaker gebruikt wordt voor mensen dan voor levenloze objecten: “hun liggen op bed” verwijst eerder naar de buren dan naar de jassen van de buren. Grondelaers merkt overigens op dat voor dat menselijke eigenlijk nog niet zoveel bewijs bestaat, en dat het ook niet makkelijk te isoleren is van de eerste factor: als twee groepen tegenover elkaar worden gezet (wij – hun), bestaan die groepen vaak uit mensen.