Burgerforum Kiesstelsel: Met één stem meer onduidelijkheid

van mr. Leon Trapman Het voorgestelde Burgerforum Kiesstelsel wil de band tussen kiezer en gekozene versterken. Het voorstel stamt al uit 2006, maar werd indertijd door het kabinet Balkenende-IV terzijde geschoven. Na het advies van de Staatscommissie-Remkes uit 2018, die in het stelsel wel degelijk een geschikt middel zag om de band tussen kiezer en gekozene te versterken, staat het voorstel echter weer in de belangstelling. Naar aanleiding van fundamentele kritiek van de Raad van State heeft de minister in juli 2022 aangegeven het oorspronkelijke voorstel, dat al wel in internetconsultatie is geweest maar nog niet is ingediend, aan te passen. Het mag niet baten: het is en blijft een slecht idee. Ik zal hieronder enkele belangrijke kritiekpunten op het oorspronkelijke en het herziene voorstel bespreken. Het oorspronkelijke voorstel Het Burgerforum Kiesstelsel behelst de introductie van het onderscheid tussen een lijststem en een kandidaatstem. Kiezers stemmen ofwel op een lijst als geheel, waarmee zij instemmen met de volgorde van de kandidaten op die lijst, ofwel op een individuele kandidaat. Het totale aantal stemmen bepaalt het aantal Kamerzetels dat aan een lijst wordt toegewezen. Volgens het oorspronkelijke voorstel zouden eerst de ‘lijstzetels’ verdeeld worden, waarna de ‘kandidaatzetels’ toekomen aan de kandidaten met de meeste stemmen, die niet al op grond van de lijststemmen een zetel hebben behaald. De nu geldende voorkeurdrempel – 25% van de kiesdeler – komt daarbij te vervallen. Daarmee moet het voor kandidaten makkelijker worden om in afwijking van de lijstvolgorde een zetel te behalen. Om maar met het meest in het oog springende punt te beginnen: dit stelsel is een stuk gecompliceerder dan ons huidige stelsel, dat uitblinkt in al zijn eenvoud. Meer fundamentele kritiek betreft onder meer het feit dat de kiezer het zicht op zijn stem kwijtraakt. Onder het huidige stelsel stemt de kiezer altijd in met de lijstvolgorde. Na de verdeling van voorkeurszetels komen alle overgebleven zetels toe aan de kandidaten op volgorde van de lijst. De kiezer weet wat er met zijn stem gebeurt. In het Burgerforum Kiesstelsel is dat niet het geval, indien de kiezer besluit een kandidaatstem uit te brengen. Die stem weegt mee in de vaststelling van het aantal kandidaatzetels, die zoals gezegd verdeeld worden onder de kandidaten met de meeste stemmen. De lijstvolgorde is daarbij irrelevant. Concreter: als een kiezer een kandidaatstem uitbrengt op kandidaat 14, en deze kandidaat behaalt te weinig stemmen voor een zetel, dan kan de stem van de kiezer meewerken aan de verkiezing van kandidaat 30, die wél voldoende stemmen heeft gekregen. Dat is onlogisch en oneerlijk, omdat de kiezer dat van tevoren niet kan weten. Daarnaast betekent de afschaffing van de voorkeurdrempel dat de evenwichtige samenstelling van Kamerfracties in gevaar komt. Partijen denken in het kader van die evenwichtige samenstelling na over de lijstvolgorde en het is onwenselijk als de kiezer deze volgorde al te makkelijk kan doorbreken. Het hierboven weergegeven voorbeeld maakt duidelijk dat de verdeling van de kandidaatzetels de lijstvolgorde ernstig overhoop kan gooien. Het risico bestaat dat de populariteit van een kandidaat tijdens de campagne het wint van de inhoudelijke expertise. Het herziene voorstel Bovengenoemde punten komen ook naar voren in het kritische advies van de Raad van State over het voorstel. Daar blijft het echter niet bij: de Raad van State plaatst bijvoorbeeld ook vraagtekens bij de probleemanalyse die aan het voorstel ten grondslag ligt. Is er wel sprake van een ‘serieus tekort in de representatie’ zoals geconstateerd door de Staatscommissie-Remkes? Zo ja, dan gaat het om een lacune in het partijlandschap, die met het nieuwe kiesstelsel niet wordt gevuld. Naar aanleiding van alle kritiek heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangegeven het wetsvoorstel beter te onderbouwen én op een belangrijk punt te wijzigen. Waar in het oorspronkelijke voorstel eerst de lijstzetels verdeeld zouden worden en daarna de kandidaatzetels, moet dat nu andersom gebeuren. De minister verwacht dat de lijstvolgorde dan minder makkelijk doorbroken wordt, omdat het in de regel de hoger geplaatste kandidaten zullen zijn die de meeste kandidaatstemmen behalen. De kans is dan groot dat de met kandidaatstemmen verkozen kandidaten ook op grond van de lijststemmen een zetel behaald zouden hebben, omdat zij hoog op de lijst staan en dus snel voor zo’n lijstzetel in aanmerking zouden zijn gekomen. Deze wijziging kan er inderdaad voor zorgen dat de lijstvolgorde iets minder makkelijk wordt doorbroken, zodat de evenwichtige samenstelling van Kamerfracties niet zo snel in gevaar komt. Dat laat onverlet dat de kiezer die een kandidaatstem uitbrengt, nog altijd het zicht op zijn stem verliest. Nog steeds betekent een kandidaatstem immers de facto een afkeuring van de lijstvolgorde. De volgorde van toewijzing van lijstzetels en kandidaatzetels brengt daarin geen verandering. Het zou dus logischer zijn om het huidige kiesstelsel te handhaven, maar de voorkeurdrempel te verlagen. Individuele kandidaten komen dan makkelijker met een direct kiezersmandaat in de Kamer, terwijl kiezers weten wat er met hun stem gebeurt indien de kandidaat van hun keuze de voorkeurdrempel niet behaalt. Die werkt dan netjes mee aan de verkiezing van een andere kandidaat, op volgorde van de lijst. Een gecompliceerd onderscheid tussen een lijststem en een kandidaatstem brengt ons dus niet veel verder, zeker niet wanneer men de overige kritiekpunten van de Raad van State in ogenschouw neemt. Daarmee is overigens niet gezegd dat een verdere verlaging van de voorkeurdrempel zaligmakend is. Men kan op goede gronden bepleiten dat de huidige voorkeurdrempel van 25% het eenvoudig genoeg maakt om in afwijking van de lijstvolgorde een Kamerzetel te behalen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen werden 43 van de 150 Kamerleden op grond van voorkeurstemmen gekozen, 17 van deze kandidaten waren lijsttrekkers. Daarmee komt de vraag op: welk probleem moet hier eigenlijk worden opgelost? Dit artikel verscheen eerder bij het Montesquieu Instituut. Leon Trapman is docent en promovendus Staatsrecht aan de Radboud University.

Foto: NiederlandeNet (cc)

Het ‘wat als’-parlement

Hoewel zijn mentor, die hem destijds de Tweede Kamer in begeleidde, nu hem dringend adviseerde op te stappen, herinnerde Rutte zich ineens dat 1,9 miljoen kiezers op hem hebben gestemd. Ja, zo moet hij gedacht hebben, dan ben ik wel verplicht aan te blijven.

U snapt dat de VVD-kandidaten die naast Rutte nog 301.479 stemmen bij elkaar sprokkelden, nederig de grote leider zullen volgen. Die nederigheid zou de voltallige VVD-fractie, Rutte incluis, beter passen, want er zijn nog altijd ruim acht miljoen kiezers die niet op Rutte of de VVD hebben gestemd.

Voor wie de zaken graag relativeert:
© Sargasso TK2021 stemmen totaal VVD Rutte Tweede Kamer

Rutte gaat dit Paasweekend reflecteren hoe hij zich de komende vier jaren gaat verhouden tot de parlementaire democratie. Alsof er geen coronacrisis is. Ach, laten wij ook eens wat fantaseren….

Wat als er geen kiesdrempels en kiesdelers worden gehanteerd en alleen de 150 kandidaten met het hoogst aantal stemmen in de Tweede Kamer zouden zitten? We stemmen immers op personen en niet op partijen (meen ik mij te herinneren)?

De top-150 is goed voor 93,75% van het totaal aantal geldige stemmen. Laten we eens nader kijken naar dit ‘wat als’-parlement.

Er zouden geen 17 maar 27 partijen in de Tweede Kamer zitten. Acht eenmens-fracties er bij en twee partijen die 2 zetels halen en alsnog in de Kamer hadden kunnen komen.
D66 zou de grootste partij worden, Een meerderheidscoalitie is haalbaar met VVD, D66 en CDA, aangevuld Groenlinks en PvdA.
© Sargasso TK2021 Het als-wat parlement Tweede Kamer

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Pieter als premier

COLUMN - een gastbijdrage van Joyce Hes

Het ondenkbare denkbaar maken, dat zouden scenarioschrijvers en kunstenaars kunnen doen als welkome aanvulling op de corona-aanpak van virologen en epidemiologen, aldus Ramsey Nasr in Buitenhof.

Gestimuleerd door zijn oproep, dacht ik, wat zou er gebeuren als de veelbesproken Pieter Omtzigt in plaats van Mark Rutte premier werd?
Niet eens zo gek gedacht want als we Maurice de Hond mogen geloven had Pieter als hij zich voor de verkiezingen had afgesplitst van de CDA fractie en voor zichzelf was begonnen 23 zetels gehad.

Iffyhistory maar toch. Dan waren de zetels voor hem wellicht van de VVD afgegaan en/of van het CDA natuurlijk en in elk geval zat hij dan met de verkenners aan tafel. Wat zeg ik, was hij misschien zelf een verkenner geworden in plaats dat er zoals nu over hem werd geroddeld ( ik kan het niet anders zien) door het verkennersteam in een per ongeluk aan de openbaarheid prijsgegeven notitie.

De vraag: wat moeten we met Pieter, was dan geworden: Pieter hoe zie jij de toekomst van Nederland en hoe wil jij van een onbetrouwbare overheid naar een betrouwbare komen?
Wijffels noemde het in hetzelfde Buitenhof een keuze voor een ouderwetse industriële bestuursstijl gericht op control en command of een open bestuursstijl waarin we de verhouding overheid/burger anders vorm gaan geven.

Foto: © Sargasso

Kan de Tweede Kamer meer volksvertegenwoordiging zijn?

ANALYSE - Onze democratie noemt men wel een representatieve, of indirecte democratie. Onze regering legt wetsvoorstellen niet direct aan de bevolking voor, maar aan de Tweede Kamer die ons representeert. Geen directe, maar indirecte democratie. Of eigenlijk toch niet, want er zit nog een laagje tussen. Een laagje dat nog meer afstand schept tussen de kiezer en dat wetsvoorstel: de politieke partij. Daarover dit tweede deel in de serie politiek zonder partijen.

Politieke partijen bepalen wie er op de kieslijsten komen en spelen dus een centrale rol bij de vraag wie het woord voert in de Tweede Kamer. Partijen zetten vacatures uit, stellen profielen op, selecteren de mensen en bepalen de lijstvolgorde.

Dat ook de politieke partij nog een rol speelt in de overdracht van de ‘wil van het volk’ betekent dat we eigenlijk over een indirecte indirecte democratie moeten spreken. Het betekent ook dat we de Tweede Kamer beter een partijvertegenwoordiging kunnen hebben. Kamerleden zitten daar namens hun partij. Het is geen volksvertegenwoordiging.

Pieter Omtzigt

Toch kun je best betogen dat zich onder die partijvertegenwoordigers, kamerleden bevinden die ook volksvertegenwoordiger zijn. Het klassieke hedendaagse voorbeeld is Pieter Omtzigt. Hij kwam in 2003 de Tweede Kamer binnen als partijvertegenwoordiger op nummer 51 op de lijst. Met een schamele 1010 stemmen. Hij kroop omhoog op de lijst, naar 37 in 2006, naar 29 in 2010. En toen vond de partij het genoeg.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Het groeiende belang van de voorkeurstem

DATA - De politiek is gepersonaliseerd en alles draait om de lijsttrekker, heet het. Recent onderzoek wijst echter uit dat voorkeurstemmen steeds belangrijker worden. Maar niet iedereen profiteert daarvan.

Maarten van Rossem is lijstduwer van de PvdA. De Utrechtse bromprofessor moet extra stemmen winnen op basis van zijn persoonlijke uitstraling. Vrijwel iedere partij maakt gebruik van lokale of landelijke beroemdheden om het aantal voorkeurstemmen op te schroeven. Uit recent onderzoek van politicologen Joop van Holsteyn en Rudy Andeweg (Universiteit Leiden) blijkt echter dat de lijstduwers geen stemmenmagneten zijn.

In de verkiezingen van 2010 deden er achttien lijstduwers mee. In totaal haalden zij 2,5 keer zoveel stemmen binnen als alle op een na laatste kandidaten. Dat lijkt heel wat. Maar in totaal vergaarden die achttien duwers 12.078 stemmen, ongeveer een vijfde van de kiesdeler en nog steeds ver verwijderd van de 15.694 stemmen die je als individuele kandidaat nodig hebt om op basis van voorkeurstemmen in de Kamer te kunnen komen.

Wie op eigen kracht in de Kamer gekozen wil worden, doet er goed aan om hoog op de lijst te staan. Want voorkeurstemmen zijn wel degelijk van belang.

Het begrip voorkeurstemmen is wat lastig in het Nederlandse bestel, omdat feitelijk alle stemmen voorkeurstemmen zijn – je brengt immers een stem uit op een persoon. Toch is er veel veranderd in de electorale geschiedenis. Van Holsteyn en Andeweg analyseerden alle voorkeurstemmen (in dit geval stemmen die niet op de lijsttrekker werden uitgebracht) vanaf 1946 tot en met 2010. In de jaren veertig en vijftig kraste het stemvee braaf het vakje rood bij de lijsttrekker. In de jaren zestig nam het aantal voorkeurstemmen toe, om in de jaren tachtig weer in te zakken. Pas in de jaren negentig nam het uitbrengen van voorkeurstemmen een rol van betekenis aan (mijn interpretatie).