De zorg is een aap voor je moeder

Mijn moeder wordt in februari 87 jaar en ze verblijft in een woonvorm voor ouderen die een hoge zorgvraag hebben. Volgens de site krijgt de bewoner daar zorg op maat. Verzorging, verpleging, tot aan het overlijden toe. En men houdt daar ‘persoonlijkheid, kwaliteit en respect hoog in het vaandel’, zoals de woonvorm het omschrijft. Mijn moeder is dementerend, maar ze weet nog wel wie ik ben. Gelukkig wel. Maar waar ze is en in welk tijdperk precies, en hoe ze daar is gekomen, dat weet ze dan weer niet. Op het digitale zorglogboek had ik gelezen over de entree van een interactieve pop in mijn moeders  bestaan. Er werd geen motivering of introductie bij gegeven. Dus toen ik bij haar op bezoek was, was ik wel nieuwsgierig naar die pop. Iets nieuws. Hoe zou dat interactieve eruit zien? Ik had wel ’ns filmpjes van interactieve zorgrobots gezien. Een kijkje in de toekomst. Maar ik werd teleurgesteld. Want de pop die ik aantrof bij mijn moeder was een variant op de sprekende pop die ‘mama’ zegt als je op de buik duwt. Er was niets interactiefs aan. En de pop bleek een aap met een roze strikje, inclusief een poppenwagen. De aap lacht, kirt, lonkt met haar ogen en maakt wat kronkelbewegingen. Dat is het. Interactief is wat je noemt een praktisch woord. Het woord vertelt zelf wat het betekent: actieve wisselwerking. Dus dat er een interactie bestaat tussen twee partijen. In dit geval zouden dat dus mijn moeder en de aap zijn. Maar ik heb die aap even bekeken, maar zij beschikt niet over zintuigen en ik zag ook geen receptoren, sensoren, of hoe heten die dingen. Met andere woorden: die aap weet niet van mijn moeders bestaan en kan dus ook niet op haar reageren. De pop is een koppeling van scharniertjes, chip en luidsprekertje, gegoten in de vorm van een aap die op baterijen loopt. Het begrip ‘interactief’ is dus niet van toepassing op dit stuk speelgoed, want dat is het, niets meer. Het is een prijs die je zou kunnen winnen bij de schietkraam op de kermis. Het klinkt natuurlijk professioneler als je een speelgoedpop verkoopt als interactief en als zorginstrument, maar ik trap daar niet in. Maar mijn moeder helaas wel. En dat vind ik treurig om te zien, mijn moeder, op haar oude dag, in de weer met een kermisaap en een poppenwagen en een dekentje, godbetert. Een inkijkje in de zorg voor dementerenden in 2021.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022
Foto: Georgie Pauwels (cc)

Wens

COLUMN - Nieuwsuur liet afgelopen maandag zien dat er tienduizend mensen zijn die wachten op een plaats in een verzorgings- of verpleegtehuis, waarvan de helft al meer dan een jaar. Het gaat om mensen met een geldige indicatie: er is vastgesteld dat ze het thuis, óók met hulp, niet langer redden en opgenomen moeten worden.

Van ruim vijfduizend ouderen is de toestand zo beroerd dat instellingen spreken van een ‘schrijnende thuissituatie’. Koken, eten, wassen en aankleden kunnen ze niet langer zelf. Lopen gaat onvast, hun geheugen laat ze veelal in de steek, voor alles zijn ze afhankelijk van hulp. Thuiszorg volstaat dan niet meer: eigenlijk hebben ze vierentwintig uur per dag steun of toezicht nodig.

Maar ze worden niet geplaatst, want er is geen plek. De overheid ziet het probleem niet; zij heeft deze mensen geboekstaafd als ‘wenswachtenden’:, oftewel mensen die het alsnog thuis proberen uit te zingen en liever nog wachten voordat ze naar een tehuis gaan. Buiten dat zo’n verhuizing zelden iemands wens is maar gewoonlijk bittere noodzaak, is de overheid wel erg gul met haar predicaat ‘wens’. Iedereen die aangeeft graag in een specifiek tehuis te worden geplaatst, is volgens hen namelijk een ‘wenswachtende’ en dus niet urgent.

Het dondert niet waarom je voor een specifiek tehuis kiest. Wil je liefst in je eigen stad geplaatst worden, opdat je thuis achterblijvende partner dan tenminste nog een béétje in de buurt is en makkelijker bij je op bezoek kan komen – dan ben je een wenswachtende. Schrijf je je vader of moeder in bij een instelling in je eigen streek, omdat je niet om de dag honderd kilometer heen en weer kunt reizen: je ouder is een wenswachtende.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.