Theater van de verantwoording

door Prof.Dr. J.Th.J. (Joop) van den Berg Een belangrijk probleem van de Nederlandse Tweede Kamer is haar gebrek aan 'theatraal bewustzijn'. Daarmee bedoel ik dat de Kamer niet alleen werkplaats is waar gewerkt wordt aan beleid en wetgeving, maar ook het centrale podium van de Nederlandse politiek. Dit podium is er om burgers duidelijk te maken dat het zijn belangrijkste zorgen en verlangens daadwerkelijk vertegenwoordigt. Het demonstreert ook dat het de strijd om die zorgen serieus neemt, onder andere door het conflict daarover te laten zien. Dit betekent dat parlementaire routines niet alleen moeten worden beoordeeld op hun effectiviteit (laat staan, efficiency) maar ook op hun verstaanbaarheid voor de belangstellende burgers.

Foto: Lollyman (cc)

Wie bepaalt de agenda van de Tweede Kamer?

De agenda van de plenaire vergadering van de Tweede Kamer is overvol. De druk kan van de ketel door debatten vaker in de Kamercommissies te laten plaatsvinden. Dat is één van de oplossingen die Simon Otjes voorstelt in zijn artikel op Stuk Rood Vlees.

Weinig mensen zullen bewust inschakelen om de Regeling van Werkzaamheden van de Tweede Kamer te kijken. Iedere dag dat de Kamer vergadert, is er een korte overleg waar de agenda van de komende dagen bepaald wordt. Het lijkt een saai procedureel overleg, maar het is wat mij betreft het meest fascinerende moment van de politieke dag omdat hier fracties hun macht op de meest basale manier uitoefenen.

Om een regulier Kamerdebat te plannen is een meerderheid nodig. Nadat iemand een debat aanvraagt, laat de Kamervoorzitter kort de andere woordvoerders aan het woord: zij kunnen een debat steunen of afwijzen. Maar een Kamerlid kan ook een dertigledendebat aanvragen: met dertig leden kom je onderaan de lijst met debataanvragen. Om te voorkomen dat een debat wordt aangevraagd kan een Kamerlid ook een voorstel van een ander saboteren. Dat gaat vaak in vrij milde woorden “eerst een brief van de minister”. Dat is een manier om een debat op de lange termijn te schuiven of de minister de mogelijkheid te geven de angel uit het debat te halen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Brainstormen

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Typische brainstorm sessie (foto Flickr/Faroekat)Gooi in het bedrijfsleven een lastig probleem op tafel en de kans is groot dat er binnen de korste keren een brainstorm sessie wordt georganiseerd.  Het is immers bekend dat brainstormen dé manier is om met door een groep mensen snel veel, creatieve, kwalitatief hoogstaande ideeën te laten genereren. Toch?

De vader van het fenomeen brainstormen is de Amerikaanse reclameman Alex Faickney Osborn. In 1941 was de beste man van mening dat normale vergaderingen het ontwikkelen van nieuwe creatieve ideeën eerder tegenging dan stimuleerde. Osborn ging op zoek naar een set regels voor bijeenkomsten die mensen de mogelijkheid moesten geven om hun creatieviteit de  vrije loop te laten en veel goede innovatieve ideeen te genereren. Deze zoektocht leidde uiteindelijk tot de publicatie van Osborns boek “Applied Imagination” waarin hij de regels uiteenzette van wat hij toen “Brainstorming” noemde (aanvankelijk gebruikte hij de term “thinking up“). De vier basisregels, die nog steeds gebruikt worden in vergaderzaaltjes wereldwijd zijn (vrij vertaald):

  • Geen kritiek op andermans ideeën
  • Ga voor een grote hoeveelheid ideeën
  • Bouw op elkaars ideeën
  • Moedig wilde ideeën aan