Groeien vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen uit elkaar?

een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees Er is in Nederland al twee jaar een discussie bezig over een nieuwe bestuurscultuur. Dat lijkt te gaan over de manier waarop Mark Rutte het land bestuurt. Echter, als je langer kijkt naar de elementen van die bestuurscultuur dan valt op dat deze verder teruggaan. Bovendien is verzet tegen de Nederlandse bestuurscultuur al eerder opgekomen. In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met bestuurskundige Caelesta Braun en student journalistiek Arend Viëtor. Het is de laatste in een reeks over de Nederlandse bestuurscultuur. Als we die langere lijnen volgen dat valt op dat het verschil tussen toen en nu is dat electorale positie van partijen die volgens de regels van het spel politiek bedrijven zwakker is dan in het verleden. Partijen die het primair als hun rol zien om onvrede te vertegenwoordigen sterker zijn geworden. De Regels van Lijphart De regels van het spel zijn eigenlijk opvallend constant in de afgelopen 70 jaar. De regels die politicoloog Arend Lijphart in 1968 formuleerde over de Nederlandse politiek in jaren ’50 zijn nog springlevend: als politici in Nederland een beslissing moeten nemen benaderen ze de materie zakelijk en niet ideologisch. Als ze er onderling niet uitkomen dan kijken ze naar experts en belangengroepen. De oplossingen komen van buiten de politieke arena. Als coalitiepartijen recht tegenover elkaar staan, dan stellen ze beslissingen uit. Moeten ze nu een oplossing vinden, proberen ze een compromis te formuleren waar iedereen zich in kan vinden. Zelfs een kleine coalitiegenoot kan dat vetoën. Zulke compromissen worden niet gesloten in de plenaire zaal van de Kamer maar achter dichte deuren. Deze normen die we nu aan de persoon van Rutte koppelen, gaan veel langer terug: geheimhouding, het depolitiseren van grote vraagstukken, coalitieoverleg, een gebrek aan ideologische standvastigheid zijn niet uitgevonden door Rutte. Het zijn veel oudere elementen van een bestuurscultuur waar Rutte als geen ander in gedijt. Voor het thema geheimhouding ploos ik dat eerder op dit blog uit. Links tussen polarisatie en smalle marges Weerstand tegen deze normen zien we ook door de tijd heen. In de jaren ’70 waren het de linkse partijen (PvdA, D66 en de PPR, een voorloper van GroenLinks) die zich hiertegen verzetten: politiek moest ideologischer worden. Polarisatie droeg bij aan een helder onderscheid komen tussen links en rechts zodat kiezers de koers konden bepalen. Maar bovendien moest politiek ook transparanter worden, het parlement actiever en moesten meer burgers bij de politiek betrokken worden. Als er een duidelijk electoraal mandaat voor een agenda was moest deze doorgezet worden. Den Uyl, de leider van het progressieve blok, gaf tegelijkertijd aan dat hij tot het zondige ras der reformisten behoorde. Hij opereerde binnen de smalle marges van de politiek. Hij streefde radicale verandering na, maar realiseerde zich dat die doelen alleen bereikt konden worden door kleine stappen te nemen: “De verlegging van het beleid met tien graden kan uiteindelijk het verschil zijn tussen oorlog en vrede.” Verantwoordelijkheid nemen en vertegenwoordigen Terugkijkend naar deze periode benadrukt de politicoloog Peter Mair dat partijen een balans weten te slaan tussen vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen. Hij noemt dit responsive politics en responsible politics. Aan de ene kant zijn partijen responsief richting de onvrede die burgers voelen. In de periode van Den Uyl was dit een onvrede met de bestuurscultuur, maar ook met verouderde wetten op het gebied van moraliteit, economische ongelijkheid en achteruitgang van het milieu. Aan de andere kant, waren partijen in staat om binnen de spelregels van de politiek tot besluiten te komen. Dat is binnen de bestaande normen, maar ook de beperkingen van economische realiteit, constitutionele grenzen en internationale verdragen. Alhoewel de progressieven in de jaren ’70 de luiken opengooide, keerde onder Lubbers de zakelijke politieke cultuur van de jaren ’50 terug. In het overleg met sociale partners in de polder, in de no-nonsense politiek en in het monisme zien een reflectie van de normen van Arend Lijphart. Politici toonde zich in deze periode bijzonder behendig om binnen de grenzen van het haalbare tot compromissen te komen. Het vertegenwoordigen van onvrede In de jaren ’00 kwam de polarisatie van rechts. Dat kwam in de eerste plaats in de persoon van Pim Fortuyn. Na zijn dood werd het vaandel over genomen door Wilders en Baudet. Politiek is in hun ogen een gevecht tussen goed en kwaad, waarbij er geen ruimte is voor compromissen. Er is een roep om transparantie, om een krachtig parlement en om inspraak van burgers. Radicaal rechts is een kampioen van op deze manier politiek bedrijven. Daarom koppelen we dit vaak het populisme dat het denken van deze partijen karakteriseert. Tegelijkertijd zien we de weerstand tegen het compromis ook aan de linkerkant. De Partij voor de Dieren heeft een heel andere agenda dan de PVV, maar verzet zich ook tegen het compromis. Voormalig partijleider Marianne Thieme en Ewald Engelen schreven een vlammend betoog tegen het compromisme: “politiek als eredienst aan het proces zonder aandacht voor het resultaat op lange termijn voor mens, dier en milieu.” Het is daarom misschien beter terug te vallen op het onderscheid dat Mair schetst: tussen verantwoordelijkheid nemen en vertegenwoordigen. Mair betoogde in 2009 dat vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen uit elkaar groeien. Er zijn partijen die het met name als hun rol zien om de onvrede in de maatschappij te vertolken: dat kan onvrede zijn met de komst van vluchtelingen (PVV), met de behandeling van dieren in de bio-industrie (PvdD), de tweedeling tussen rijk en arm (SP), de groeiende rol van de Europese Unie (FVD), onzekere pensioenen (50PLUS), met institutioneel racisme (BIJ1), maatregelen om stikstof uitstoot te beperken (BBB) maar ook een bredere onvrede met de politieke cultuur. De constructieve partijen Daartegenover staan partijen die het als hun rol zien om verantwoordelijkheid te nemen. Ze accepteren de smalle marges van de politiek, de Europese richtlijnen en internationale verdragen maar bovendien accepteren ze de spelregels van de politieke cultuur. Dit zijn in de eerste plaats de vijf partijen die in de afgelopen 20 jaar regeringsverantwoordelijkheid hebben gedragen: VVD, CDA, PvdA, D66 en CU. Politici als Sigrid Kaag benadrukken niet voor niets het belang van compromissen sluiten: “Wie het compromis verwerpt, blokkeert uiteindelijk de verandering.” Twee andere partijen staan daar dichtbij: ten eerste, GroenLinks die op allerlei niveaus bestuurt, regelmatig meewerkt aan akkoorden maar vier keer in de afgelopen twintig jaar nét niet in de landelijke coalitie kwam. Ten tweede, de SGP. Ondanks hun bijzonder radicale standpunten over de plek van vrouwen mogen de staatkundig-geformeerden vanwege hun gouvernementele oriëntatie regelmatig aanschuiven. We zien dus een onderscheid tussen bestuurlijke partijen die compromissen kunnen sluiten en uitdagerpartijen met schone handen aan de zijlijn staan. Tussen partijen die roepen om een nieuwe bestuurscultuur en partijen die gedijen in de bestaande bestuurscultuur. De electorale steun voor die bestuurspartijen wordt steeds kleiner. In 1989 wonnen de bestuurspartijen 149 van de 150 zetels. Dan moeten we wel GroenLinks, de SGP en de voorlopers van de CU daartoe rekenen. Nu kunnen deze partijen in de Kamer rekenen op net minder dan 100 zetels. Volgens de Peilingwijzer staan ze tussen de 66 en 76 zetels in de peilingen. De electorale marges voor verantwoordelijke politiek worden steeds kleiner. Als het CDA met pijn en moeite een compromis zoekt op het stikstofdossier staat de BBB met schone handen klaar om ontevreden kiezers te ontvangen. Aan de andere kant van het politieke spectrum staat de PvdD klaar voor ontevreden D66’ers. Poreuze grenzen van het de verantwoordelijke partijen De vraag is welke uitweg hiervoor is. Ik zie er twee: ten eerste, de scheidslijn tussen verantwoordelijke partijen en partijen die met name onvrede vertegenwoordigen is nooit absoluut geweest. Partijen kunnen daartussen wisselen. Tot 1939 werd de SDAP, een voorloper van de PvdA, als te radicaal en revolutionair gezien. Dat was een partij die primair stem gaf aan de onvrede van de arbeidersklasse over het kapitalisme. In 1939 kwam de SDAP in het kabinet De Geer II. Negen jaar later leverde ze met Willem Drees een premier die binnen de smalle internationale, economische en constitutionele marges politiek bedreef. De regels die Arend Lijphart omschreef waren de regels van de politiek onder Drees. Democraten 66 waren ooit hemelbestormers die het politieke systeem wilden doen exploderen en voor een andere politieke cultuur pleitten. 55 jaar later benadrukt de partijleider het belang van in harmonie tot een compromis besluiten. Brummer en ik zelf zagen een verschuiving van bestormen naar besturen, van springstof naar bindmiddel. GroenLinks is een andere partij die van het vertegenwoordigen van onvrede steeds meer een drager van verantwoordelijkheid is geworden. De fusie van communisten, pacifisten en radicalen werd lang als te extreem gezien. Nu worden ze gerekend tot de constructieve zes. Lucardie en Voerman omschreven het als een verschuiving van de straat naar de staat. De BBB heeft het potentieel om een verantwoordelijke of een vertegenwoordigende partij te zijn. Het is een partij van wethouders die weten wat smalle marges van de politiek zijn. Tegelijkertijd is het de partij die stem geeft aan de onvrede op het platteland. De vertegenwoordiger van de omgekeerde vlaggen. De onderhandelingen over de provinciale colleges zijn nu cruciaal. Zijn ze in staat om compromissen te sluiten over de stikstofproblematiek? Of kiezen ze voor een meer oppositionele stand? Het Nederlandse politieke systeem is dus relatief open: nieuwe partijen kunnen worden opgenomen in het parlement maar ook in de deelverzameling van bestuurspartijen. Zo kan de basis voor verantwoordelijke politiek groeien. Andere partijen zullen dan de toorts van de vertegenwoordigende politiek, van het stem geven aan onvrede, overnemen. Zo kan een systeem van permanente verandering stabiel blijven. Blokpolitiek Een andere oplossing vereist wel een verschuiving in de politieke cultuur. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat individuele partijen in staat zullen blijken om succesvol en langdurig de vertegenwoordigende en de verantwoordelijke rol over te nemen. De trend dat deze twee uit elkaar groeien zien we in heel Europa, in de hele westerse wereld. Het is misschien wel mogelijk om deze twee in een blok bij elkaar te brengen. In landen als Zweden en Noorwegen verenigen de partijen van links en de partijen van rechts zich achter een gemeenschappelijke premierskandidaat. Die regeert vervolgens met een minderheidskabinet bestaande uit de verantwoordelijke partijen van dat blok. Ze werken met steun van de vertegenwoordigende partijen daarvan. Dit systeem geeft kiezers meer grip op wie er regeert: als men ontevreden is met een linkse regering kan men op de partijen van het rechterblok stemmen, zo lieten Dieter Stiers en ik zien. De regeringsvorming is transparanter en directer. Je zou je zo’n links en rechts blok kunnen voorstellen in de Nederlandse politiek: BIJ1, PvdD, SP, 50PLUS, DENK, PvdA, GL en CU zouden Sigrid Kaag steunen als premierskandidaat. Als we deze partijen tot het linkerblok rekenen hadden die in 1998, 2006 en 2012 een meerderheid, nog zonder blokpolitiek. FVD, PVV, JA21, SGP, BBB, VVD en CDA zouden Mark Rutte kunnen steunen. Tegelijkertijd kunnen we zien meteen waar dit misloopt. Menig linkse lezer van dit stuk zal observeren dat D66 niet links is. De CU evenmin. DENK niet. 50PLUS niet. En eigenlijk de SP ook niet. De PvdA heeft ook rechts rotbeleid gesteund en GroenLinks het Kunduz-akkoord. Linkse machtsvorming zal lastig hand in hand gaan met de schoonheid van het eigen gelijk. Maar bovendien, Op tal van gevoelige morele onderwerpen liggen partijen als DENK en D66 of SGP en VVD mijlenver uit elkaar. Op rechts heeft Van de Plas Rutte uitgesloten als partner en Rutte Wilders. Maar belangrijker nog, partijen hebben er individueel geen belang bij om zich in blokken te verenigen. Dat verkleint hun politieke ruimte. Niets voor niets weigerde Sigrid Kaag voor de verkiezingen van 2021 bij Nieuwsuur aan te geven met welke partijen zij wilde regeren. Ze hield de verwarring en ondoorzichtigheid, de beperkte invloed van de kiezers op de kabinetsformatie die D66 ooit wilde bestrijden in stand. Zo hield ze haar opties open voor een lastige kabinetsformatie. Wil je meer weten over de Nederlandse bestuurscultuur? Luister dan naar het nieuwe seizoen van het Spel en de Macht, waarin we in zes aflevering spreken over de belangrijkste normen en patronen in Nederlandse politiek en bestuur.

Door: Foto: Jesterhat84, CC BY-SA 3.0. Departement van Justitie in Den Haag, via Wikimedia Commons.

Quote du jour | Verantwoordelijkheid

QUOTE - Maar mij boeit het weinig om onze afstudeerders (nog) betere werknemers te maken. Mij lijkt het logisch om tijdens een academische opleiding juist eens grondig na te denken over welk werk je überhaupt wilt doen, en voor wie. Vertrouw je erop dat bedrijven en startups die winst maken of investering aantrekken per definitie aan zinnige producten bouwen? Hoe rijm je dat met het feit dat datzelfde consumptie gedreven, winstgerichte systeem tot nu toe zo destructief is geweest? Wil je daar deel van uitmaken? Of maakt het je allemaal niet zo veel uit, zolang je maar aan technisch interessante projecten kunt werken? En durf je dan ook toe te geven dat je het bredere effect van dat werk niet als jouw verantwoordelijkheid ziet?

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Crash Symbols (cc)

Een nieuwe mentaliteit

OPINIE - door Sophia van Tol, Masterstudent Filosofie en Maatschappij aan de Universiteit Groningen met een interesse in sociale en politieke filosofie.

Op 12 januari schreef Marjan Slob in de Volkskrant over de ‘paradox’ tussen de enorme welvaart waarin we leven en de groeiende golf van depressies, burn-out klachten en gevoelens van leegte die ervaren worden. De drie sprekers op een bijeenkomst van The School of Life die zij modereerde wezen beschuldigend naar de samenleving maar benoemden ook de verantwoordelijkheid van de beroepsgroep van psychische hulpverleners en die van de gedupeerden zelf. Maar hoe zit het eigenlijk met die verantwoordelijkheid?

Staatssecretaris Tamara van Ark stelde vlak voor het nieuwe jaar dat de verantwoordelijkheid voor het beschermen van de werknemer tegen burn-out klachten in eerste instantie bij de werkgever ligt. Werkgevers wijzen op de verantwoordelijkheid van hun werknemers zelf en zo heeft iedereen zijn vinger op iemand anders gericht en wordt er weinig veranderd. Maar wat als de problemen nou juist het gevolg zijn van deze mentaliteit?

De mentaliteit waarin het ieder voor zich is, niemand verantwoordelijkheid neemt en het gemeenschappelijk belang als een zwaar en vertragend blok aan het been wordt gezien van het individu als ondernemer van zijn eigen geluk? Wie hard werkt kan in principe alles bereiken, succes ligt voor iedereen binnen handbereik door te optimaliseren en concurreren, te ondernemen en ontwikkelen en door te beheersen, disciplineren en te observeren. Maar is dit realistisch?

Foto: Guillaume Paumier (cc)

Geef burgers maar de schuld

COLUMN - De presentatie van Marleens Stikkers boek Het internet is stuk (maar we kunnen het repareren) leverde een levendig debat op. Waar zowat iedereen het over eens was: internet is inderdaad flink kaduuk. Privacy wordt er vermalen; onze eigenschappen en gedragingen worden er door derden uitgebaat; we krijgen er een identiteit toegeschreven, die vervolgens wordt vermarkt; de grote platforms proberen ons van #hype naar #ophef te jagen, om zich van continue clicks te verzekeren.

Over hoe die beoogde reparatie eruit kan zien, waren de meningen minder helder. Ook Stikker zelf was dat niet: in haar boek staan rijp en groen naast elkaar. Neem open source: software die gratis is, en gebaseerd op creative commons licenties – iedereen mag meebouwen en meesleutelen, maar niemand is eigenaar. Het was al jaren eerder een geweldig idee.

Maar diezelfde overheden die zich pakweg 15 jaar geleden hartelijk aan die beweging en haar doelstellingen committeerden, zijn nu massaal overgestapt op Google Suite. Ook gratis, maar niet vrij: je betaalt er met je gegevens, en van portabiliteit is geen sprake. Integendeel: hoe meer diensten je er gebruikt, hoe moeilijker je nog kunt overstappen op een ander pakket. Het is een nieuwe vorm van vendor lock-in: je wordt hun eeuwige klant.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Stiglitz over Griekenland: ‘Trojka weigert verantwoordelijkheid te nemen’

Econoom en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz schreef het volgende over de Griekse situatie:

Of course, the economics behind the programme that the “troika” (the European Commission, the European Central Bank, and the International Monetary Fund) foisted on Greece five years ago has been abysmal, resulting in a 25% decline in the country’s GDP. I can think of no depression, ever, that has been so deliberate and had such catastrophic consequences: Greece’s rate of youth unemployment, for example, now exceeds 60%.

It is startling that the troika has refused to accept responsibility for any of this or admit how bad its forecasts and models have been. But what is even more surprising is that Europe’s leaders have not even learned. The troika is still demanding that Greece achieve a primary budget surplus (excluding interest payments) of 3.5% of GDP by 2018.

Economists around the world have condemned that target as punitive, because aiming for it will inevitably result in a deeper downturn. Indeed, even if Greece’s debt is restructured beyond anything imaginable, the country will remain in depression if voters there commit to the troika’s target in the snap referendum to be held this weekend.

Foto: © Sargasso logo Kort copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Burger: zoek het lekker zelf uit

Opleidingen in het hoger onderwijs mogen geen dure leermiddelen en excursies verplichten. Een student betaalt al collegegeld, en daar moet het onderwijs voor gegeven worden. Als een opleiding toch iets hips en duurs wil, moet het een gratis alternatief aanbieden. In de praktijk werkt dat helaas niet. En zo worden studenten illegaal op kosten gejaagd, terwijl het alleen maar stijgt en de studiebeurs vrijwiel is afgeschaft.

De Onderwijsinspectie doet echter niets. En de minister ook niet:

Ze deelt de mening dat onderwijsinstellingen zich aan de wettelijke voorschriften moeten houden, antwoordt ze afgemeten.

En als studenten nu toch tegen onterechte extra studiekosten aanlopen, kunnen ze een klacht indienen. Krijgen ze bij hun onderwijsinstelling geen gehoor, dan kunnen ze naar de rechter stappen. Mochten ze gelijk krijgen, blijkt uit Van Engelshovens antwoord, dan zal de inspectie de onderwijsinstelling erop aanspreken “en zo nodig handhavend optreden”.

Ja joh. Die student die illegaal een rekening van een paar honderd euro krijgt gaat daarover tot aan de rechter procederen bij de eigen instelling. Want daar heb je tijd, geld en zin voor, als student. Terwijl je voor je afstuderen afhankelijk bent van diezelfde instelling.

Eentje dus voor in de categorie: de verantwoordelijkheid afschuivende overheid. Alles formeel netjes volgens de regels. Er is toch een procedure die gevolgd kan worden? Er is een rechtsgang mogelijk? Dan zijn wij klaar. Dat de burger hier volstrekt niet mee geholpen is, is blijkbaar van nul en generlei belang voor minister Van Engelshoven en deze regering.

Foto: copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

Verantwoordelijkheid nemen of toekijken?

OPINIE - In deze gastbijdrage plaats Jaap Waling kanttekeningen bij een begrip dat meer maskeert dan verheldert.

Moet Groen Links nou mee regeren of niet? De discussie hierover spitst zich vaak toe op het aspect van verantwoordelijkheid nemen, of zulke verantwoordelijkheid juist uit de weg gaan. Vaak stokt het dan in ‘welles’ tegenover ‘nietes’ en allerlei varianten daarvan. Mij overkomt dit ook: wat is dat toch, met die ‘verantwoordelijkheid’?  We moeten die  discussie toch beter met elkaar kunnen voeren. Tijd  dus om nader op een aantal zaken in te gaan.

Meedoen

Eerst de argumenten vóór meedoen.

1. Mee regeren om een bepaalde koers een beetje je eigen kant op te trekken. In het gehele krachtenveld is er altijd wel een bepaalde ruimte om een paar van je eigen punten te scoren, en helemaal je zin krijgen doe je toch nooit.

2. De ‘burgemeester in oorlogstijd’: je laat je eigen mensen toch ook niet in de steek als het een zware periode is?

3. Invloed uitoefenen in plaats van toekijken, het lef hebben om vuile handen te maken tegenover de schone handen van de loze “Prinzipienreiterei”?

Zaken die er toe doen en het altijd verdienen dat men ze serieus neemt. Het zijn argumenten die de afgelopen tijd gedomineerd hebben in de commentaren van politici zelf, maar ook van pers, opinieleiders en politieke analisten van gematigd links tot rechts.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Quote du jour | Responsibility

We tend to be patronizing about the poor in a very specific sense, which is that we tend to think, ‘Why don’t they take more responsibility for their lives?’ And what we are forgetting is that the richer you are the less responsibility you need to take for your own life because everything is taken care for you. And the poorer you are the more you have to be responsible for everything about your life….Stop berating people for not being responsible and start to think of ways instead of providing the poor with the luxury that we all have, which is that a lot of decisions are taken for us. If we do nothing, we are on the right track. For most of the poor, if they do nothing, they are on the wrong track.

Foto: Dietmut Teijgeman-Hansen (cc)

Het heilige huisje genaamd de vrijheid van meningsuiting

OPINIE - Nourdine Tighadouini kwam onlangs in het nieuws omdat hij aangifte deed tegen het weblog GeenStijl.

In dit tijdperk zou de vrijheid van meningsuiting gepaard moeten gaan met enig verantwoordelijkheidsbesef. Vanwaar ben ik deze mening toegedaan? Een politicus kan aan de hand van één enkele uitspraak een brandhaard elders op de wereld veroorzaken. Een redactie van een goed bekeken website die structureel beledigingen koppelt aan etniciteit, maakt dat de norm in het maatschappelijke verkeer. Woorden, zij het geschreven of gesproken, hebben heden ten dage in een bepaalde context direct invloed op het maatschappelijke klimaat. Vandaar mijn opinie dat de vrijheid van meningsuiting en verantwoordelijkheid hand in hand zouden moeten gaan.

Noem het een realistische en constructieve visie. Een poging tot het herdefiniëren van het vrije woord. Een pretentieuze uitspraak van mij, alla. Enkel waar liggen de grenzen momenteel? Waar is de balans gebleven tussen satire, het recht op beledigen, de vrijheid van meningsuiting en andere wetsartikelen aangaande discriminatie? Dat is de vraag die bij mij is gaan rijzen. Opmerkingen met betrekking tot dit onderwerp worden momenteel niet gewaardeerd. Mea culpa. Want velen zijn namelijk voor een absolute vorm van het vrije woord. Zij citeren daarbij graag Voltaire: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.’

Femke Halsema: de consument heeft het gedaan!

Femke Halsema schrijft tegenwoordig voor De Correspondent, maar haar gedachtespinsels trekken ook op andere plaatsen de aandacht.

In haar laatste pennenvrucht, waarin ze modieus afrekent met de zelfgenoegzame linksert, wijst ze ook nog fijntjes de consument op diens verantwoordelijkheid voor de economische crisis:

Een diepere oorzaak van de crisis is, met andere woorden, ook ons grote verlangen naar rijkdom, nieuwe spullen, luxe. Daarvoor zijn we bereid op de pof te leven, grote leningen en onbetaalbare hypotheken af te sluiten. […]

Als wij de financieel-economische crisis werkelijk te boven willen komen, kunnen we niet volstaan met het bestraffen van de bankiers, handelaren en politieke verantwoordelijken of met het aanscherpen van de financiële wetgeving. Dan zullen we onze levensstijl – en ja, ook onze hebzucht – aan een kritisch onderzoek moeten onderwerpen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende