Bosnisch-Nederlands-Engels-Japans-Koreaans

Engels is geen echte wereldtaal, dus leert de Bosniër die beter Nederlands dan Bosnisch spreekt het Japans dat vele malen rijker is, en het Koreaans om de vooroordelen van zijn aanstaande schoonouders te bestrijden. De jonge acteur en theatermaker Vanja Rukavina (bijna 30) heeft een ontdekking gedaan: dat taal nauw samenhangt met cultuur, wereldbeeld en identiteit. Hij is er zo verguld mee dat hij z’n publiek bij aanvang van de voorstelling een 20 minuten durend hoorcollege taalkunde bezorgt staande achter een katheder op het toneel. Dat je even denkt: dit weet ik wel als oudere jongere, waar is de uitgang? Tot Vanja ineens vanachter z’n spreekgestoelte stapt voor een onophoudelijke snelle en beeldende  stroom aan voorbeelden uit vijf talen vanuit z’n eigen praktijk: met Nederlands als moedertaal vanwege z’n opvoeding in deze cultuur; het Bosnisch dat hij met de nodige fouten spreekt; zijn fascinatie voor het Japans dat hij leert; z’n afkeer van het Engels als onterecht gekwalificeerde wereldtaal; en tenslotte de worsteling om de moedertaal van zijn Koreaanse bruid-in-spe te leren.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.