COLUMN - Ik zocht op Uitzending Gemist naar iets om mijn zoon voor te schotelen, zette ‘Pinguïns undercover’ op en ging aan de kokkerel. Een paar maanden geleden zou hij gewild hebben dat ik iets anders had opgezet, maar dankzij de onvolprezen Freek in ’t Wild (zoals mijn zoon de hyperenthousiaste bioloog Freek Vonk noemt) begrijpt mijn zoon dat dieren interessant kunnen zijn.
Terwijl ik de tafel dekte, hoorde ik de voice-over vertellen dat een pinguïnkuiken het moeilijk had. Zo moeilijk dat hij stierf. De moederpinguïn kon het niet accepteren. Ik zag een klein, stijf bevroren pinguïnkuikentje op de grond liggen. De moederpinguïn wilde het weer onder haar lijf schuiven. Het mocht niet baten. Hartverscheurend tafereeltje.
‘Aah,’ zei ik, vol van medelijden.
‘Waarom zei je aah?’ vroeg mijn zoon.
‘Omdat de babypinguïn dood is,’ zei ik.
‘Waarom is ie dood?’ vroeg mijn zoon.
‘Hij is doodgevroren,’ zei ik.
‘Wat is hij?’
‘Doodgevroren?’
‘Waarom is hij doodbevroren?’
‘Omdat het daar veel te koud is en zijn moeder ‘m niet warm kon houden.’
‘Waarom kon z’n moeder hem niet warm houden?’
Afijn, u begrijpt dat dit gesprek nog wel even door ging. Mijn zoon vindt de dood al moeilijk te begrijpen (en terecht), dat pinguïns hun kinderen in de ijzige kou ter wereld brengen met het risico dat ze dood vriezen, ging er bij hem niet in.