Breekbare democratie
Een mooie omschrijving van het begrip democratie is “ dat het iets heel breekbaars is, dat uit tal van kleine, fragiele mechanismes en praktijken bestaat. Eén daarvan is er voor zorgen dat alle stemmen geteld worden.” Het is een mooie formulering van Snyder: stemmen tellen doen we wel, maar wat gebeurt er met al die kleine en fragiele mechanismes, die onze democratie vormen, nu het overleg op het Catshuis wordt voortgezet?
Ik denk dat de rechtstatelijkheid, de rechtsgelijkheid en de privacy onder druk blijven. De oorzaak daarvan is de combine met de PVV en de lichtzinnigheid van de VVD. Daarnaast groeit het hervormingsprobleem: de combinatie is niet erg progressief of modern. De minimalistische samenwerking van de regering Rutte met de Staten Generaal kan geen stevige crisisinterventies opleveren?
Het stuk van Ramsey Nasr in de NRC van 24 maart gaat ook over het bederf van deze regeringscombinatie: ‘Nederland is een natie aan het worden zonder normen en cultuur’. Frits Abrahams vindt hem maar een beetje chagrijnig, (NRC, 26 maart) want dit blijft toch een prima landje om in te wonen? Zou dat nog waar zijn?
Timothy Snyder is gesprekspartner van Tony Judt, in zijn laatste boek, “Denken over de Twintigste Eeuw”. Judt reageert met de gedachte van Churchill dat democratie het slechtste systeem is op alle andere na, maar noemt die gedachte maar beperkt waar. “Een democratie roest van binnenuit tamelijk snel weg. Dat gebeurt linguïstisch, of retorisch, hoe je het ook wilt noemen, en dat is de Orwelliaanse taalkwestie. Ze roesten weg omdat de meeste mensen er eigenlijk weinig om geven.” Dat lijkt me het probleem waar Ramsey Nasr op wijst: we zijn onvoldoende zuinig op de democratie die we hebben. En het roesten gaat voort.