Het VVD-tijdperk en iets met een olifant

In deze gastbijdrage reflecteert Karin van der Stoop op het huidige tijdsgewricht. Hoe kijken mensen in de toekomst terug op ons tijdperk? Wij noemen het meestal het informatietijdperk, maar ik kan me voorstellen dat zij er hele andere benamingen voor zullen bedenken. Bijvoorbeeld: Het VVD-tijdperk. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Ik schrijf het maar even voluit, want ik vergeet zelf vaak wat de afkorting betekent. Sinds 2010 is de VVD de regerende partij in Nederland. En wat heeft dat zoal opgeleverd? Rutte-I Iedereen herinnert zich het eerste kabinet Rutte nog wel, met CDA en gedoogsteun van PVV. De worsteling van het CDA met dat laatste, de tenenkrommende conferentie die ze daarover hadden. En de arme CDA-er Gerd Leers die de positie van minister van Immigratie in werd gerommeld, terwijl hij als burgemeester van Maastricht nog zo begaan was met asielzoekers in zijn stad. Nog geen anderhalf jaar later liet de PVV de begrotingsonderhandelingen klappen. En dat was dan Rutte-I. De koude kermis en de visie van Rutte-II De daaropvolgende verkiezingen waren zo spannend dat velen een strategische stem uitbrachten, om ofwel de VVD, of de PvdA uit de regering te houden. Kwamen die even van een koude kermis thuis.

Closing Time | Everybody Ought to Treat a Stranger Right

Dat de tijd vliegt is meer een gevoel dan waarheid, want wat gaat de geschiedenis traag. Dat een dertiger jaren liedje nog steeds actueel kan zijn, hoezo ontwikkeling?

‘Everybody Ought To Treat A Stranger Right’, oorspronkelijk van Blind Willie Johnson, is door Ry Cooder opgenomen op het afgelopen voorjaar uitgekomen album The Prodigal Son, op de websdite aangekondigd met: “This is music for these times (…) a deft commentary on our ailing moral state.”

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Pleidooi voor een nieuwe mens

De nieuwe mensRECENSIE – Dat er iets unieks gaande was, dat had iedere burger rond 1900 wel in de gaten. De vraag was: wát gebeurde er? Waar ging de samenleving naartoe? Als er inderdaad een nieuwe tijdperk aanbrak, wélk dan wel? Er leek geen richting te zijn. Het leek wel alsof vrijheid de enige norm was, en afwijken van wat er al was, het enige ideaal. Een lezer van het keurige blad ‘Vragen van den dag’ formuleerde het op de volgende theatrale wijze:

‘De maatschappelijke beweging van het einde onzer eeuw! Welk een chaos! Nooit komt men gereed met het vormen van een oordeel; hoe vlijtig ook onderzoekend, steeds zal men in het scheppen van een definitieve meening verhinderd worden door het ontdekken van nieuwe idealen die aandacht vragen, die belangrijker weer schijnen dan veel die voorafgingen.’

Het waren ‘Vertigo Years’, zoals de auteur Philipp Blom zijn boek over dit tijdvak noemde. De wetenschap werd oppermachtig; de welvaart steeg enorm; de steden barstten uit hun voegen; het in eeuwen niet veranderde platteland viel ten prooi aan een agrarische revolutie.

En toch spreken historici niet van een nieuw tijdperk. Soms lijken ze daarover te speculeren: een halve eeuw geleden schreef historicus Jan Romein een boek over deze jaren, getiteld ‘Op het breukvlak van twee eeuwen’. Maar meer dan een chronologische breuk was dat bij Romein niet. Alles en iedereen raakte gevangen in een geweldige versnelling – maar breuk – nee. Als er een breuk aangewezen moet worden, dan plaatsen historici die veel eerder, bij de Franse Revolutie, of juist vlak daarna, bij de Eerste Wereldoorlog. Daartussen lag die lange negentiende eeuw.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De invloed van de tijdgeest

Waarom stemmen mensen links of rechts? Je zou denken dat het uitmaakt wat politici zeggen of doen. Dat valt tegen. Zo blijkt een flink deel van de gedogers van dit kabinet crimineel te zijn. Voor het rechtse blok als geheel maakt dat niets uit. Integendeel: dit gedoogkabinet had in juni 76 zetels en heeft er nu virtueel een paar bijgekregen. De linkse partijen kwartetten onderling wat met virtuele zetels, de rechtse partijen doen hetzelfde. Dat is ook niet zo vreemd, omdat mensen links of rechts zijn. Wij leren van onze ouders, omgeving, genen of wat dan ook een voorkeur voor een rechtse of voor een linkse politiek. Is die voorkeur eenmaal vastgelegd, dan zijn wij koppiger dan ezels. Die opvattingen kunnen in de loop der jaren wel wat verschuiven, maar niet teveel. Van GroenLinks naar PvdA of van PVV naar VVD. Links stemt links, rechts stemt rechts. Bent u een uitzondering? Gefeliciteerd, dan bent u de uitzondering op de bekende regel. Grosso modo verandert er in de Nederlandse politiek al een eeuwlang namelijk helemaal niets. Geen bal. Al vanaf de invoering van het algemeen kiesrecht heeft links net wat minder stemmen dan rechts.

Kortom: echt rigoreuze veranderingen vinden hier nooit plaats. Daarin zijn we overigens niet uniek. Ook de meeste buitenlanden kennen een vrijwel onveranderlijke links-rechts verdeling. In Duitsland rolt het balletje bijvoorbeeld vaak naar rechts, in Spanje meestal naar links. Opvallend is wel dat er door de Westerse wereld altijd een linkse of rechtse wind waait. Anders geformuleerd: het is de tijdgeest die bepaalt waar de stemmen van de doorslaggevende zwevende kiezers naar gaan. In de jaren ´80 was dat rechts. Denk aan: Kohl, Thatcher, Reagan en Lubbers. Tien jaar later woei de wind uit de andere hoek met Schröder, Blair, Clinton en Kok. Nu is het weer tijd voor een rechtse wind, vul zelf de namen maar in. Ok, Obama zit er nog, maar die had het geluk dat er vorige maand geen presidentsverkiezingen waren.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Darwinjaar | The trains that never shall meet

darwinIk had er meer van verwacht. Van het Darwinjaar, bedoel ik. Alle publiciteit tot nu toe beperkt zich voornamelijk tot een eindeloos herkauwen. Het leukste vind ik de open brieven aan Darwin in de Volkskrant. Ik heb ze niet allemaal gelezen, maar ik heb nu wel de indruk dat ieder zijn eigen obsessie met de evolutietheorie heeft. Aan de grens van dit obsessieve spectrum bevinden zich de creationisten. Een aanhanger van deze stroming uit Urk deed een foldertje het licht zien dat hun zaak mijns inziens geen goed deed, zo knullig was de argumentatie.

Wat uit de talrijke historische beschouwingen duidelijk naar voren komt, is hoezeer Darwin midden in de tijdgeest stond. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat Wallace een vrijwel identieke theorie opstelde, maar ook uit de talrijke discussies die in die tijd gevoerd werden over bijvoorbeeld de overeenkomsten tussen fossielen en levende dieren, over het idee van een selectieproces en over het concept van mutaties als oorzaak van de waargenomen variatie binnen populaties. Darwin was degene die het allemaal met elkaar verbond. Het aardige van die tijdgeest is echter dat we ook zonder Darwin nu de evolutietheorie zouden hebben. In die zin is de ophemeling van Darwin een tikkie overdreven. Maar ik geef onmiddellijk toe: Darwinjaar klinkt een stuk beter dan Evolutietheoriejaar.