Recensie Zomergasten | Griet op de Beeck
RECENSIE - “Zomergasten is afgezakt tot ouwe televisie kijken en daar een potje bij mijmeren”, sprak iemand dit weekend tot mij. Laten we hopen dat hij naar Zomergasten met Griet op de Beeck heeft gekeken; zijn typering werd op twee essentiële punten weerlegd. Want 1) veruit de meeste fragmenten waren afkomstig uit deze eeuw en 2) Op de Beeck bleef zo ver weg van mijmeren als menselijkerwijs mogelijk. Ze houdt niet van koetjes en kalfjes, noch van anekdotes. Haar favoriete stokpaardje: het leven is maakbaar, zolang de sterren gunstig staan en je bereid bent om tot de bodem te gaan.
Het gaat haar niet om geluk. Geluk is overroepen. De Vlaamse schrijfster van Vele hemels boven de zevende, Kom hier dat ik u kus en Gij nu streeft naar intensiteit, waarin het mooie en het lelijke naast elkaar kunnen blijven bestaan. Ze wil de banaliteit van het dagelijks leven te lijf gaan, alles eruit halen wat er in zit. En door de schrijven, kan ze daar in alle hevigheid aan ontsnappen.
De mens, aldus Op de Beeck, heeft de neiging om al zijn tekortkomingen, al zijn frustraties, alle emoties en zwakheden onder het tapijt te schoffelen, om vervolgens op het tapijt te gaan staan en net te doen alsof hij de bobbel ellende die eronder ligt niet voelt. Maar wat elk mens zou moeten doen, (als het even kan met hulp van een begenadigd therapeut), is om dat tapijt op te tillen. En om het beest dat eronder ligt in de ogen te kijken en bij de kladden te vatten. Hij moet het gevecht met hem aan gaan en zichzelf zo bevrijden van die ondraaglijke ballast, zodat hij eindelijk zichzelf kan worden. “Iedereen in therapie!”, jubelde Op de Beeck. Waarna presentator Thomas Erdbrink haar op de sofa probeerde te leggen. De moeilijkheid daarbij: Griet op de Beeck wilde wel een tipje van haar tapijt oplichten, maar niet helemaal. Ze had zichzelf weten te bevrijden en die bevrijding had haar enorm veel gegeven, maar om ons precies te vertellen hoe het beest eruit had gezien, dat bleek onmogelijk. Zo zagen we de contouren van het beest, maar wat ze echt zag toen ze in de bek van het monster keek, daar bleef het naar raden. Liever liet ze de fragmenten het werk doen.