Het Gilgamesh Epos – Deel 3 | De Oud-Babylonische standaardversie
COLUMN - In mijn vorige column schreef ik dat de vroegste verhalen over Gilgamesh in opdracht van de Soemerische koningen van de Ur III Dynastie (2112-2004 v. Chr.) op schrift werden gesteld. Vijf hiervan zijn bewaard gebleven, namelijk 1) de oorlog tussen Gilgamesh en Agga, 2) de veldtocht naar het Cederwoud, 3) de krachtmeting met de Hemelstier, 4) Enkidu’s afdaling in de Onderwereld, en 5) de dood van Gilgamesh. Dit waren van oorsprong losse verhalen die in de loop der eeuwen rond de persoon Gilgamesh waren ontstaan. Een coherent levensverhaal van Gilgamesh bestond in deze tijd nog niet. Met de opschriftstelling van deze vijf legendes kregen deze legendes echter een soort canonieke status. Deze vijf legendes raakten algemeen bekend en op deze legendes bouwden verhalenvertellers voort. Op basis van het raamwerk dat deze vijf legendes boden werd in de Oud-Babylonische periode een coherent levensverhaal van Gilgamesh gereconstrueerd.
De ondergang van de Soemeriërs
Eind derde millennium v. Chr. werd het Nabije Oosten getroffen door een langdurige droogte. Als gevolg van deze droogte trokken de Amorieten, een West-Semitisch herdersvolk uit het huidige Syrië, Mesopotamië binnen, op zoek naar weidegronden voor hun kuddes. De Soemerische en Akkadische boeren, die zelf ook last hadden van de droogte, zaten niet te wachten op de kuddes die hun akkers kaal zouden vreten. De koningen van de Ur III Dynastie probeerden de Amorieten te weren. De Amorieten zagen zich hierdoor gedwongen zagen met geweld hun plek in Mesopotamië te veroveren. Ze begonnen Mesopotamische steden te plunderen en droegen zo bij aan de val van de Ur III Dynastie. Met de val van de Ur III Dynastie kwam de laatste Soemerische dynastie ten einde. Niet veel later stierf het Soemerisch als uit spreektaal. Het Akkadisch werd definitief de lingua franca van Mesopotamië.