De psychologie van de vrije wil
COLUMN - Over de vraag of vrije wil bestaat vliegen filosofen elkaar al eeuwen in de haren. Minder onenigheid is er over het bestaan van een geloof in de vrije wil. Dat geloof is sinds een jaar of 10 onderwerp van onderzoek door psychologen, waarin een aantal praktische vragen centraal staan. Wat bedoelen we eigenlijk met vrije wil, wie gelooft erin, en hoe belangrijk is het voor onze sociale orde?
De psychologische definitie van vrije wil berust op de uitspraken van proefpersonen. Hun eigen formulering van hun geloof in vrije wil is waarschijnlijk een sterkere motivatie achter hun gedrag dan de definitie van een filosoof. Het blijkt dat de meeste mensen vrije wil niet beschouwen als een fundamentele eigenschap van de mens, maar als een capaciteit tot het nemen van verantwoordelijkheid en autonome beslissingen. Deze capaciteit groeit met ervaring, maar kan je ook worden ontnomen door dwang, ziekte of ouderdom.
Deze definitie betekent dat vrije wil een meetbare grootheid wordt, die nauw gerelateerd is aan bestaande psychologische concepten zoals zelfcontrole. Zij geeft bovendien een handvat om na te denken over het ontstaan van deze capaciteit. Een aannemelijk idee is dat vrije wil is geëvolueerd zodat we beslissingen kunnen nemen in een zeer complexe sociale omgeving. Geloof in vrije wil zou bovendien ook een rol kunnen spelen in de motivatie van sociaal wenselijk gedrag.