ANALYSE - Cyprus is voorlopig gered. Ondertussen loopt het volgende euroland zich al warm om in de problemen te komen: Slovenië.
De oorzaak van de Cypriotische problemen is relatief helder. Enorme hordes buitenlandse, met name Russische geldbezitters werden naar het eiland gelokt met hoge rendementen. Dat geld werd risicovol belegd (met name in Griekse staatsobligaties). Normaal gesproken bied je dan een beleggingsrekening aan, zodat als het tegenzit het verlies voor de rekeninghouder is en niet voor de bank. De Cyprioten boden spaarrekeningen aan, zodat de banken zelf in zwaar weer belandden toen als onderdeel van het Griekse reddingsplan de staatsobligaties afgestempeld werden. Volgens het afgelopen nacht gesloten akkoord zullen grote spaarders, die beter hadden moeten weten, hun hoge rendementen van de afgelopen jaren weer moeten inleveren.
De situatie in Slovenië werd ongeveer op hetzelfde moment acuut als in Cyprus, namelijk negen maanden geleden. Cyprus kwam tot uitbarsting na de verkiezing van een nieuwe president. Ook in Slovenië veel politieke turbulentie, culminerend in de installatie van een nieuwe regering vorige week. Anders dan Cyprus heeft Slovenië nog niet formeel om hulp gevraagd, maar analisten zien het somber in.
Ook in Slovenië zit het probleem in de banken. Die hebben ongeveer zeven miljard euro nodig om overeind te blijven. De oorzaak ligt echter niet in speculatie, maar in de economische crisis, die de stevig groeiende economie tot stilstand heeft gebracht. Banken hadden geld uitgeleend om bedrijven in staat te stellen te groeien en moeten nu constateren dat een aanzienlijk deel van die leningen niet terug zal komen. Het IMF toonde zich in december niet ontevreden (pdf). Vanuit financieel beleidsopzicht valt Slovenië niet zoveel te verwijten.