Servië en Kosovo weer aan de onderhandelingstafel
ELDERS - Aan de vooravond van nieuwe onderhandelingen met Kosovo demonstreren Serviërs in Belgrado tegen hun president Vucic. In Pristina, de hoofdstad van Kosovo, demonstreren veteranen vóór hun president Thaci (op de foto Vucic, rechts, en Thaci met voormalig buitenlandcoördinator Mogherini van de EU bij een vorige onderhandelingsronde).
Met overmacht won de regerende Servische Progressieve Partij (SPP) van president Alexandar Vucic op 21 juni de parlementsverkiezingen. De partij won 63% van de stemmen, terwijl de tweede partij, de socialistische SPS, niet verder kwam dan 10%. De opkomst was nog geen 50%. Na de protestbeweging van het afgelopen jaar riep een aantal oppositie partijen op tot een boycot. Zij vertrouwden er niet op dat de verkiezingen eerlijk zouden verlopen, met name vanwege de dominantie van de regeringsgezinde media.
Dinsdag en woensdag was Belgrado opnieuw het toneel van grote demonstraties. Directe aanleiding voor het protest was de aankondiging van de president dat hij de hoofdstad komend weekend op slot gooit. Van vrijdagavond tot maandagochtend mag niemand de deur uit. Maar de onvrede heeft er vooral mee te maken dat Vucic tot de verkiezingen van 21 juni deed alsof de pandemie voorbij was, terwijl het aantal besmettingen en doden in werkelijkheid opliep, schrijft de NRC. Een aanvankelijk vreedzaam verlopen demonstratie ontaardde tot tweemaal toe in heftige rellen. De oproerpolitie keerde met veel geweld een bestorming van het parlement. Veel journalisten werd het werk onmogelijk gemaakt door de politie, meldt Balkan Insight na de rellen van woensdag. In Belgrado zijn volgens de opgave van het ziekenhuis 19 politieagenten en 17 demonstranten gewond geraakt. Ook in Novi Sad, Nis, Kragujevac en Smederevo vonden demonstraties plaats