Minder werkboeken in het onderwijs
Vorige week verscheen een nieuw rapport van Regioplan over de schoolboeken. De minister stuurde een evaluatie van de Wet gratis schoolboeken naar de Kamer, voorzien van een aanbiedingsbrief.
Het betreft mijns inziens een zeer belangrijk rapport, omdat deze wet tot nogal wat onbedoelde neveneffecten heeft geleid. PvdA-Kamerlid Dijsselbloem betoogde dat er geen van boven opgelegde grote veranderingen in het onderwijs meer mochten plaatsvinden. Het veranderen van de boekenmarkt leek wellicht een kleine ingreep. Maar scholen zijn óók logistieke bedrijven: als je in een complex logistiek systeem ingrijpt, heeft dat ook consequenties voor het primaire proces.
Dat bleek al snel, toen scholen ineens Europees moesten gaan aanbesteden; specialistisch werk waar ze geen verstand van hadden. Conrectoren/ sectordirecties die het boekenfonds in portefeuille hadden, kregen er een hoop werk bij. OCW moest een grote taskforce en projectgroep in het leven roepen, om alle scholen te ondersteunen.
Even terug naar de bedoeling van de Wet. Hoofddoel van de Wet gratis schoolboeken (WGS) uit 2008 is de schoolkosten voor ouders te verlagen. De wet verplicht scholen in het voortgezet onderwijs (inclusief praktijkonderwijs en groen vmbo) om lesmateriaal kosteloos aan ouders te verstrekken. Dit betreft uiteraard schoolboeken, maar ook bijvoorbeeld digitaal lesmateriaal en syllabi. Zaken als atlassen, woordenboeken en tekendozen moeten ouders nog zelf aanschaffen. Een met dit eerste hoofddoel samenhangend nevendoel is te voorkomen dat kinderen zonder boeken op school verschijnen omdat ouders de kosten niet (kunnen) betalen.