Donaties politieke partijen worden openbaar

Met een nieuwe wet worden donaties aan politieke partijen eindelijk openbaar gemaakt. Maar de nieuwe wet kent nog een groot gat: het geldt voorlopig alleen op nationaal niveau, zegt hoogleraar Ruud Koole. De ledenaantallen van de Nederlandse politieke partijen groeiden het afgelopen jaar, blijkt uit de traditionele publicatie van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP). Er was sprake van een lichte stijging, ook al heeft de VVD veel last gehad van de opstand in eigen gelederen tegen het voornemen de zorgpremie inkomensafhankelijk te maken. De relatief grootste stijger was 55+ die groeide naar ruim 5700 leden, maar dat is nog altijd minder dan  tien procent van het grootste ledental van het CDA (ruim 59000 leden). De PvdA groeide iets en was met ruim 55.000 leden de tweede partij qua ledentallen. De 100.000 leden die partijvoorzitter Hans Spekman nastreeft zijn nog erg ver weg. Bij elkaar is ongeveer 2,5 procent van alle kiesgerechtigden lid van ene politieke partij (ruim 315.000).

Foto: Thomas Geersing (cc)

Graaiende zorgbestuurders overgeleverd aan Brinkman en Gerbrands

ACHTERGROND - Zorgbestuurders stapten eerder dit jaar naar de rechter vanwege het aan banden leggen van de topinkomens in de publieke sector. Maar de rechter stelde hen in het ongelijk. Clara Mens geeft achtergrond bij de ‘graaiende zorgbestuurders.’

Wie er als topfunctionaris in de zorgsector warmpjes bijzit en dan toch durft te klagen bij de rechter over de per 1 januari 2013 in werking getreden Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Wnt), loopt uiteraard het risico in de publieke opinie verketterd te worden. Dit artikel beoogt zeker geen sympathie te kweken voor de zorgbestuurders in kwestie. Integendeel. Wat deze bijdrage wel beoogt, is iets te vertellen over de achtergronden van het conflict dat recent voor € 816 aan salaris advocaat en € 575 aan griffierecht (gemeenschapsgeld?) door de voorzieningenrechter werd beslecht.

Commissie-Dijkstal

De discussie over topsalarissen in de publieke en semipublieke sector is niet nieuw. In haar rapport ‘Over dienen en verdienen’ uit april 2004 concludeerde de commissie-Dijkstal dat de salarisstructuur in de publieke sector (in dit geval vooral de ambtenarensector) oorspronkelijk gebaseerd was op de gedachte dat de minister, gezien zijn staatsrechtelijke positie en verantwoordelijkheden, het hoogste salaris behoort te hebben. Vervolgens constateerde zij dat die oorspronkelijke gedachte in de praktijk niet meer verwezenlijkt werd. Diverse topfunctionarissen verdienden aanzienlijk meer dan een minister. Daarbij was de commissie – die overigens breed was samengesteld met naast Dijkstal (VVD) ook Andrée van Es (GroenLinks), Jan Hendrikx (CDA) en Coen Teulings (PvdA) – van mening dat dit onder meer te wijten was aan een salarisachterstand bij ministers. Anders gezegd: het probleem was niet direct dat topfunctionarissen teveel verdienden, ministers verdienden gewoon te weinig. De commissie signaleerde een salarisachterstand van ongeveer 30% ten opzichte van rijksambtenaren. Mede gelet op het feit dat de ministerssalarissen volgens de commissie in internationaal perspectief sober waren, adviseerde zij de achterstand weg te werken, de ministers opslag te geven en aldus het uitgangspunt te herstellen dat het ministerssalaris vertrekpunt is voor het loongebouw van de publieke sector.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Journalistiek

“Wat de democratie dreigt aan te tasten is niet de teloorgang van de kranten, maar de teloorgang van kwaliteits- en onderzoeksjournalistiek en het grote gebrek aan lokale en buitenlandse respondenten.”

GroenLinks kamerlid Mariko Peters vindt dat minister Plasterk te sterk gefocust is op het redden van kranten in plaats van de journalistiek.

Foto: Kort - illustratie Sargasso

KORT | Dé Bank en hét topinkomen

OPINIE - Het is 2013. Dat betekent dat ABN Amro in oktober van dit jaar z’n vijfjarige jubileum viert als staatsbank. Daar moest ik aan denken toen minister Plasterk recent vertelde over de salarissen in de publieke en semipublieke sector, die nu echt genormeerd gaan worden.

Semipublieke instellingen zoals woningbouwcorporaties zijn niet in handen van de staat, maar toch gaat de minister normering afdwingen. ABN Amro is wel in handen van de staat, volledig publiek bezit. Dat kan voor een consequente politicus maar één ding betekenen, namelijk dat ook de inkomens van de staatsbankiers onder deze norm gaan vallen.

Overigens zou ik één reden voor uitzondering kunnen verzinnen. Stel dat een bedrijf dat wordt overgenomen, slechts tijdelijk staatsbezit is. Dan zou het geforceerd zijn om voor die korte tijd een salarisverlaging af te dwingen. Maar nu er na vijf jaar nog geen uitzicht is op verzelfstandiging, kan niemand meer van een tijdelijke situatie spreken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Plasterk, wij hebben al een verdienmodel

voorbeeld
Plasterk zegt op Nu.nl dat een betaalmodel van levensbelang is voor webjournalistiek. We zeiden het al eerder: popmuziek is ook niet afhankelijk van een medium, er zal altijd muziek gemaakt worden. Men verdient anders dan in 1972 aan popmuziek. De communities, de online shirtverkoop en de YouTubes van deze wereld hebben de muzikanten goed gedaan. Dus is het tijd om ook kwaliteitsjournalistiek eens om te gooien. Is die aloude journalistieke sector soms bang voor de innovaties?

Bij deze een fictief voorstel (met dank aan een oplettende Sargasso-lezer van dit artikel, naar aanleiding van mijn eerdere stuk hier). Je betaalt 190 euro per jaar (een abonnement van de Volkskrant kost je nu bijna 280 en dan heb je alleen maar materiaal voor papier maché) maar dan heb je ook de nieuwste Apple Tablet om je nieuws te checken. Met goede achtergrondverhalen, video, podcasts, álles. Doet u ’t liever met een Oost-Europese variant? Ook goed. Facebooken, kopiëren, Wikiën, embedden – alles mag met het nieuws.

En de huis-tuin en keuken-websites van kranten worden niet meer dan eenvoudige rss-salons voor het actuele nieuws maar goede (gratis) archieven van het oude nieuws. Wat ‘oud’ is, is aan de eigenaars van zo’n titel zelf. Oké, één sterk merk dat journalistieke kwaliteit garandeert is tot daar aan toe, maar kan je dan ook andere abonnementen binnenslepen met zo’n apparaat? Tuurlijk. Net als nu. Voor 3 maanden. Of losse verkoop.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Plasterk: “Meer ruimte voor verongelijkte religieuzen”

Minister Plasterk van Onderwijs wil via een speciale wet regelen dat er meer ruimte komt voor religieuze verongelijktheid. “Dat god niet bestaat, leidt tot enorme gefrustreerdheid bij religieuzen. Je ziet religieuzen massaal in denial gaan en dat geeft allerlei vreemde excessen.” De bewindsman pleit er daarom voor religieuzen veel meer ruimte te geven om hun dingetjes in de openbare ruimte te doen. “Geef ze wat schooltjes, wat straatjes met lingerievrije reclamebordjes of een onschuldig hoogleraarschapje. Dan hebben ze in ieder geval het idee er een beetje bij te horen.”

Hoewel het aantal religieuzen in de afgelopen decennia drastisch is gedaald, gaan de overgebleven gelovigen steeds luidruchtiger zitten doen. Kenmerkend is de combi lange teentjes/korte lontjes en de rigide preoccupatie met sex. Bovendien kunnen religieuzen slecht tegen grappen, ze zijn bang voor homo’s en schaars geklede vrouwen, en ze denken dat ze na dit leven in een soort pretpark terecht komen. “En on top”, vervolgt Plasterk, die zichtbaar moeite doet om zijn lach in te houden, “denken ze dat er boven op een wolk een soort van kerel met een baard de wereld zit te bestieren.”

“Hoe dan ook”, meent Plasterk, “dit zijn denkbeeldjes waar je – hoe raar ook – rekening mee moet houden. We hebben nu eenmaal een maatschappij waarin gezond denkende mensen en gelovigen naast elkaar moeten kunnen leven. En omdat gelovigen niet heel veel ruimte hebben voor andere denkbeelden, vind ik dat niet-gelovigen die ruimte dan maar moeten scheppen. Zie het als een cadeautje van atheïsten aan god.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Minister van Onderwijs: het is ook nooit goed

Tijdens het reces en de zomervakantie gaat de onderwijsjournalistiek onvermoeibaar door. Dit artikel verscheen ook op VKbanen.

hbsGeen minister van Onderwijs is er in de afgelopen decennia zonder kleerscheuren vanaf gekomen. Zijn het niet de studenten en leerlingen, dan zijn het de docenten die hun onvrede uiten. Zijn die het niet, dan zijn er de ouders of de onderwijsinstanties die klagen. En dan is er ook nog kritiek van collega politici.

VVD-minister Loek Hermans leek eind jaren 90 van de vorige eeuw weinig klachten te horen, een kabinet met veel geld levert de minste weerstand op in het onderwijsveld. Maar ook in de slotfase van diens ministerschap kwam de smet: de hbo-fraude. Nee, dan minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Theo Bot, die in twee jaar tijd (1963 – 1965) weinig kon uitvoeren doordat diens kopzorgen tijdens het Kabinet-Marijnen vooral veroorzaakt werden door het omroepbestel, waarover het kabinet zou struikelen.

Over alle ministers kan wel wat worden gezegd, maar het onderwijs lijkt wel heel gevoelig te liggen. Misschien omdat we allemaal op school hebben gezeten en er allemaal zo onze ideeën over hebben. We horen zowel lof als kritiek op heden en verleden. En niemand heeft echt het antwoord op de problemen. Een duik in de geschiedenis van een halve eeuw ministeries van onderwijs.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Vanwaar de onvrede over het Nationaal Historisch Museum?

nhmEen maand geleden noemde Jan Marijnissen de jongste plannen rond het te realiseren Nationaal Historisch Museum een ‘postmoderne hutspot, hipdoenerij van museumbobo’s‘. Marijnissen was naar eigen zeggen nog wel de mede-initiator van zo’n Nationaal Historisch Museum. Niet alleen de inhoud van het plan is gewijzigd, ook de lokatie. Minister Plasterk van OCW ziet heil in een museum naast de John Frost brug in Arnhem. Tegenstanders wilden dat het museum op zijn minst náást het Openlucht Museum komt te liggen, en anders moet het plan maar verhuizen naar een andere stad. Flauw. De directie in Arnhem en minister Plasterk hebben het bij het juiste eind.

Schoolmeester Marijnissen fulmineerde vorige maand nog: ‘Een nationaal museum moet een chronologie bieden. Zo simpel is het, heel veel mensen kennen die niet. Dat is het grote manco, we hebben geen tijdsbalk in ons hoofd. Het idee was: de chronologie moet je horen, zien, meemaken. Dat moet de hoofdzaak zijn. Al het andere komt later wel.’

Heel Nederland staat eigenlijk al vol met historische musea. Van pannenlap tot tinnen soldaat, gebroken kelk tot stillevens van ui en versteend brood: elke gemeente kan je erover vertellen. Ieder museum heeft eenzelfde opzet, kent dezelfde uitleg in meerdere talen en biedt wellicht nog een audiotoer. Een gebrek aan chronologie? Die ontbreekt hooguit in het hoofd van Marijnissen. De verplichte geschiedeniscanon op school geeft ons (gelukkig) aardig wat kennis over die chronologie. Marijnissen wil ongetwijfeld de geur opsnuiven in een replica van een boerderij waar-ie zelf kan turfsteken.
nhm1

Een pan koolsoep op een nepvuur

Doet Marijnissen het (nieuwe) idee van losse thema’s zoals “water en verstedelijking” en “rijk en arm” nog af als hipdoenerij, een veel groter gevaar zie ik in sentimentele dijkenlikkers die al zoethout kauwend in een mottig kabinet een pop van Willem van Oranje willen aanschouwen. Een museum waar decors van kruidenierswinkels staan en het liefst ook nog een draaiorgel dat ergens oorverdovend loeit terwijl beelden van de watersnoodramp de grootouders incontinent maakt. Hup, naar de volgende kamer: Ach, daar staat vadertje Drees op sterk water naast een pan koolsoep op een nepvuur. Dat is geen museum. Dat is leuk voor een aflevering van Willem Wever, schooltv. En voor een deel zie je zoiets al in het Openlucht Museum. Ook Frits van Oostrom, nota bene initiatiefnemer van de nationale canon vertelde gisteren: ‘Het eerste wat ik heb gezegd toen ik werd gevraagd voor de Raad van Toezicht, is dat ik er niet ben om de canon te stutten. Laat die teugels toch vieren, heb ik bepleit. De canon is een goede inspiratiebron, maar geen museaal concept.’

Vorige Volgende