Op het eerste gezicht is het een indrukwekkend werk: De Spaanse conquista en reconquista 711 – 1492 van de Vlaamse schrijver Luc Corluy. Wel 453 pagina’s, met een uitgebreid notenapparaat, een plaatsen- en personenregister, veel kaartjes en een bibliografie. Op het tweede gezicht is het nog steeds een indrukwekkend werk. Bij eerste lezing valt onmiddellijk op dat de auteur niet alleen beschikt over een kolossale feitenkennis, maar zijn onderwerp ook breed en ruim aanpakt. Zijn eerste inhoudelijke hoofdstuk start rond 500 v.Chr. De in Spanje binnenvallende moslims laten dan nog meer dan 1000 jaar op zich wachten. “Met De Spaanse conquista en reconquista schreef Luc Corluy het eerste wetenschappelijk onderlegde boek over deze periode in het Nederlandse taalgebied”, zo meldt de flaptekst. Met zo’n aanpak over een breed front lijkt hij daar wel in geslaagd te zijn.
Tot je van iets dichterbij gaat kijken. De ondertitel acht eeuwen moeizaam samenleven tussen christenen, moslims en joden deed bij mij al een wenkbrauw rijzen. Elk samenleven van joden, christenen en moslims is nu eenmaal moeilijk, zou je nog kunnen denken, maar wie beseft dat geschiedschrijving vooral over het heden gaat, zal eerder gaan vermoeden dat in tijden van ‘minder, minder, minder’ en vuurwerkbommen op asielzoekerscentra een dergelijke ondertitel licht iets anders verraadt.