“Op dit moment heb ik een beetje de houding: ‘Nee, tenzij.’ Ik waak ervoor dat D66 gaat meedoen aan zo’n grijs kabinet. Er zijn vier thema’s waar ik echt wat aan wil veranderen: de arbeidsmarkt, de woningmarkt, kennis en onderwijs, klimaat en energie. Deze vier punten hebben ook te maken met de aanpak van de crisis. En dan is het niet van ‘D66 krijgt er een miljard voor onderwijs bij en klaar.’ Nee, dat zal écht anders moeten.”
Alexander Pechtold uit zijn terughoudendheid over regeringsdeelname in een interview met gratis dagblad Metro (pdf, p.6). Zijn terughoudendheid blijkt echter niet bijzonder groot, want twee zinnen later zegt hij dat “D66 vindt dat als je de kans hebt het ook moet doen.” Het is de paradox van de oppositiepartij van het jaar 2008: D66 is de bestuurderspartij bij uitstek, maar regeren is halveren.
Gelukkig kent Alexander Pechtold de sleutel tot het succes voor zijn partij, zoals dat zich de afgelopen tijd in de gunstige peilingen uitdrukte:
“Jezelf zijn. Deze generatie kiezers ruikt als geen ander of je bent wie je bent en of je meent wat je zegt.”
Of Pechtold zichzelf kan zijn, kunnen we vanavond beoordelen, wanneer hij tegenover Margriet ter Linden zit in het VPRO-programma Zomergasten.