De monitoring en activering van werkloze mensen door sociale diensten gaat gepaard met psychologische interventies, ofwel 'psychodwang'. Los van de vraag of dit überhaupt effectief is, moeten we ons ook afvragen of dit in ethisch opzicht door de beugel kan.
In de openingsscènes van de documentaire De tegenprestatie (maandag 19 oktober, NPO2) zien we verschillende medewerkers van de Rotterdamse sociale dienst in gesprek met hun ‘cliënten’. Een van de medewerkers probeert een werkloze man moed in te praten: ‘Vanaf nu gaan we in oplossingen denken, niet in problemen,’ zegt ze, en: ‘het probleem effe bij onszelf houden.’ Als ze even later opstaat om het zogenoemde afsprakenformulier te printen, zegt ze, haar woorden kracht bijzettend met enthousiaste armgebaren, ‘Honderd procent hè?’
Een andere medewerker oppert dat werkervaring niet vereist is voor functies zoals productiemedewerker en postbezorger en zegt – vuisten zwaaiend – tegen de werkloze man tegenover hem: ‘Een beetje lef tonen!’ Een zestigjarige man zonder werk probeert begrip te kweken voor zijn situatie: hij heeft een ‘lastige leeftijd.’ De medewerker antwoordt daarop: ‘Ja, maar we moeten niet opgeven.’ Later horen we een medewerker zeggen dat het belangrijk is om naar de toekomst te kijken, want ‘waar wil jij je energie in steken, in iets dat je niet kunt veranderen, of iets dat je wel kunt veranderen?’