Het tijdschrift The Economist pakte dit weekend uit met een coververhaal over de opkomst van populistisch radicaal rechts (PRR) in Europa. The Economist besteedt uitgebreid aandacht aan partijen als onze eigen PVV, het Franse Front National, de Zweden Democraten en het Vlaams Belang. Volgens het tijdschrift hebben de mensen die op deze partijen stemmen één ding met elkaar gemeenschappelijk: ze zijn boos. Boos op de EU, boos op immigranten, en boos op de politiek. Laat me dit laatste element – de boosheid op de politiek – er vandaag even uitlichten.
De Russische politicoloog Kirill Zhirkov onderzocht recentelijk wat kiezers van PRR-partijen met elkaar gemeenschappelijk hebben (zie hier). Hij richtte zich daarbij onder andere op de vraag of PRR-kiezers minder tevreden zijn met de politiek dan mensen die op andere partijen stemmen. Hij verwachtte dat PRR-partijen ontevreden kiezers trekken omdat ze het politieke systeem bekritiseren, gevestigde partijen er van langs geven, een anti-elite discours verspreiden, en claimen dat ze de belangen van ‘het gewone volk’ vertegenwoordigen. Zhirkov verwachtte daarom dat dat PRR-kiezers laag zouden scoren op ‘politiek vertrouwen’ en ‘politieke tevredenheid’. Hij meet politiek vertrouwen door te kijken hoe tevreden mensen zijn met het parlement, het rechtssysteem en politici, en politieke tevredenheid door te kijken of mensen tevreden zijn met de staat van de economie, de regering, en de democratische prestaties van een land.
Zijn bevindingen zijn opmerkelijk.