Singer-songwriters zijn er tegenwoordig genoeg, maar eigenlijk zijn ze helemaal niet meer politiek. Het politieke lied wordt haast niet meer gezongen en dat is weleens anders geweest. Zo kende bijvoorbeeld Duitsland in de jaren ’60 tot ’80 van de vorige eeuw heel veel politieke singer-songwriters, of “Liedermacher” zoals zij zich noemden. De meest bekende Liedermacher in Nederland is geloof ik Reinhard Mey, die van het deuntje van Met het oog op morgen, maar hij was niet politiek, dat waren anderen.
Wolf Biermann bijvoorbeeld. Biermann volgde vermoedelijk het in die tijd frequent gehoorde advies “Als het je hier niet bevalt, donder toch op naar Oost-Duitsland” op, want hij ging uit idealistische motieven van West- naar Oost-Duitsland verhuizen. Toch had hij daar later ook kritiek op de politieke machthebbers en dat hebben ze hem niet in dank afgenomen. Toen hij 1976 voor een optreden in West-Duitsland was, kreeg hij te horen dat hij niet meer terug mocht komen naar Oost-Duitsland – “ausgebürgert”:
Later maakte hij in “Die Ballade von den verdorbenen Greisen” onmiskenbaar duidelijk hoe hij over de politieke machthebbers van Oost-Duitsland dacht nadat zijn aanvankelijke idealisme was verdwenen:
Hannes Wader was meer een hardliner. Tot 1991 was hij lid van de West-Duitse communistische partij DKP. In de tijd van generaal Jaruselski en Lech Walesa had hij het tijdens een concert over de hulp die nodig was voor de onderdrukte volkeren op aarde. Daarmee doelde hij natuurlijk vooral op landen in Zuid- en Midden-Amerika, maar een wijsneus uit het publiek riep: “En in Polen!” “Ja,” zei Hannes Wader, “ook in Polen heeft de partij nog veel te doen.” Hannes Wader heeft vele mooie liedjes gemaakt en op de gitaar kan hij best aardig tokkelen. De teksten zijn niet altijd politiek, soms zijn ze het gewoon helemaal niet, maar ik geloof dat bij Hannes Wader ook niet-politiek politiek is, tenminste is dat vroeger zo geweest. Een van zijn bekendste liedjes is het iets minder politiek lijkende “Heute hier, morgen dort”: