Help uzelf

Bits of Freedom strijdt voor onze rechten op internet, maar het geld raakt op. Karin Spaink bepleit een donatie. Bits of Freedom heeft een boel bereikt. Daar ben ik, als een van de drie oprichters, beretrots op. Toen de organisatie in 1999 begon, was het idee dat er op internet sprake kon zijn van rechten van gebruikers – ja, zelfs van burgerrechten – bepaald nieuw. Inmiddels is geaccepteerd dat gebruikers niet zomaar mogen worden afgesloten of afgeluisterd, dat bedrijven en overheden internetverkeer niet zonder meer mogen filteren, dat niemand stukken zomaar mag verwijderen. We zijn beter gaan nadenken over privacy op internet. Over cookies, tracking en digitale sporen. Over de grenzen aan surveillance en digitale recherche. Over spam. Over databescherming en datahygiëne. Over opdringerige auteursrechtbescherming, die enerzijds steeds meer materiaal tot haar domein rekent, en anderzijds gebruikers en klanten steeds minder weinig zeggenschap laat over spullen die ze legaal hebben aangeschaft. Over het belang van anonimiteit en het recht om pseudoniemen te gebruiken. Over de feilbaarheid van ambitieuze digitalisering van het verkeer tussen burgers en instanties. Over netneutraliteit.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 24-10-2022

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Exhibitionisme als leefstijl

COLUMN - Waarin onze nieuwe blogger Rebecca van Putten verscheurd wordt tussen haar verlangen te weten wat er in de wereld speelt, en haar wens in de trein rustig een boek te kunnen lezen.

Eigenlijk kan ik het gekakel naast me niet meer aanhoren. Naast me in de trein zit een meisje dat aan een stuk door ratelt in haar mobiele telefoon over haar blijkbaar zojuist verbroken relatie. De hele coupé mag meegenieten van haar sores. Sans gene. Het boek dat ik optimistisch had meegenomen ligt ongelezen op mijn schoot. De sensatiebeluste SBS6-vrouw in mij is wakker geworden: met gespitste oren luister ik mee.

Telefoneren in de openbare ruimte: ik haat het. Zelf doe ik het zelden en als ik het doe geneer ik me. Als ik met het openbaar vervoer reis zet ik steevast het geluid van mijn mobiele telefoon uit. Zo kan ik iedere oproep zonder schuldgevoel negeren. Privégesprekken voeren met publiek is voor mij een onlosmakelijk onderdeel van die vreemde emo-cultuur waar ik maar niet aan kan wennen. Veel mensen hechten blijkbaar niet aan privacy en smijten hun leven zonder probleem op straat. Exhibitionisme  (met of zonder seksuele connotatie) als modus vivendi.

Niet alleen de mobiele telefoon wordt daarvoor gebruikt. Ook op de televisie en via social media worden we dagelijks doodgegooid met tranentrekkende gebeurtenissen uit de levens van mensen die we niet kennen. Zo zijn er legio televisieprogramma’s waarin mensen vertellen seksuele problemen hebben met hun partner. Of enorme schulden hebben en hun hypotheek niet meer kunnen betalen. Of niet in staat zijn hun kinderen op een adequate manier op te voeden.

Foto: 9/11 Photos (cc)

Privacy, tien jaar later…

Ooit lagen er mooie plannen om de privacy van burgers te waarborgen. Maar 9/11 gooide roet in het eten.

Op 11 juli 2001 publiceerde het Europees Parlement een rapport over het spionagenetwerk Echelon en de implicaties voor Europese burgers en bedrijven. Er werd al jarenlang gespeculeerd over het bestaan van dit netwerk van Groot Brittannië-en-haar-voormalige-koloniën, maar pas in 1999 kwam er een rapport uit dat het onderwerp voorgoed uit de alu-hoedjessfeer trok. Het rapport van het Europees Parlement bevat zeer concrete en zinnige voorstellen die, door gebeurtenissen twee maanden na publicatie, nimmer zijn uitgevoerd. Of zelfs maar verder besproken.

Onder het kopje ‘Maatregelen tot bevordering van de zelfbescherming van burgers en ondernemingen’ staat een lijst met concrete voorstellen die beveiliging van gegevens en vertrouwelijkheid van communicatie in handen geeft van burgers. Allereerst verzoekt het Parlement burgers te informeren over het bestaan van Echelon en de gevolgen voor hun privacy. Deze voorlichting moet ‘vergezeld gaan van praktische bijstand bij het ontwerp en de installering van algemene beschermingsvoorzieningen, die ook de veiligheid van informatietechnologie omvatten.’ Dus niet alleen postbus 51-spotjes maar hands on aan de slag graag!

ACHTERGROND - Passende maatregelen

Andere juweeltjes zijn de verzoeken om ‘passende maatregelen te nemen voor de bevordering, ontwikkeling en vervaardiging van Europese versleutelingstechnologie en -software en daartoe in het bijzonder projecten te ondersteunen die gericht zijn op de ontwikkeling van gebruiksvriendelijke versleutelingstechnologie, waarvan de brontekst is gepubliceerd’ en ‘stimulering van softwareprojecten waarvan de brontekst is gepubliceerd, daar alleen zo kan worden gegarandeerd dat er in de software geen “achterdeurtjes” zijn ingebouwd (de zogenaamde “open-source software”).’ Het document noemt expliciet de onbetrouwbaarheid van beveiligings- en encryptietechnologieën waarvan de broncode niet gepubliceerd is. Iets dat in Nederlandse discussies over IT-strategie voor overheden een streng taboe is (waarschijnlijk omdat het bepaalde grote NAVO-partners zou kunnen beledigen).

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Alper Çuğun (cc)

Privacy is duur

COLUMN - Waarin de auteur zich geen zorgen maakt om de inkomensafhankelijke zorgpremie, maar om een heel andere kostenpost.

Tram 9 klingelt vrolijk weg. Ik realiseer me dat ik – wéér – vergeten ben uit te checken. Dat is mijn nieuwe taak: de vervoersbedrijven spekken met ongedeclareerde niet-uitcheck-akties.

U roept vast: doe het dan achteraf! Het kan op internet! Maar dan moet ik tegen die vervoersbazen zeggen wie ik ben. Ik hou dat liever geheim, wie ik ben. En ook wat ik doe, en wanneer, en waar.  Waarom?

Ik ben oud genoeg om begrepen te hebben dat zulks altijd op een gegeven moment tegen je gebruikt wordt. Jonkies weten dat nog niet. Die verkeren nog in een onstuitbaar en gelukzalig geloof in de osmotische toestand die onder meer social media heet. Die hebben nog geen rechtszaak aan hun broek gekregen omdat Big Brother dingen heeft geregistreerd die tegen de regelgeving van het moment in gaan.Die worden nog niet achtervolgd door instanties, die zijn nog niet geweigerd bij een sollicitatie vanwege gegoogle van de personeelschef.Ze hebben nog geen geheime liefdes die ze voor de rest van de wereld moeten verbergen, ze gaan nog niet om met illegalen die ze kunnen verraden door hun digitale sporen.Ze zijn nog niet van hun bed gelicht door de politie omdat ze iets geks twitterden.Ze zijn nog niet in concentratiekampen gestopt vanwege hun geloof, seksuele geaardheid, of graad van subversiviteit. Ook een boel ouderen kan het niet schelen, getuige de gretige aftrek van bonuskaarten en kortingsbonnen. Want laten we wel wezen: die kortingen krijgt u niet gratis: meestal moet u uw gegevens ervoor opgeven. There is, immers, no such thing as a free lunch.

Foto: Lawrence Berkeley National Laboratory (cc)

Hoger onderwijs moet cloud afschermen

ACHTERGROND - Nederlandse hogescholen en universiteiten gaan steeds meer gebruik maken van cloudcomputing. Maar dat brengt ook risico’s met zich mee. 

Als de staatsveiligheid van de USA in het geding is, kan Washington meekijken in verzamelingen van gegevens in ons HBO en WO. Op zich geen nieuw feit, maar de overgang naar ‘cloudcomputing’ in het Hoger Onderwijs (HO) dwingt wel tot verdere doordenking. Het samenwerkingsverband voor netwerk- en ICT-diensten van het HO in Nederland, SURF, werkt daar nu aan.

Het Instituut voor Informatierecht (IViR) heeft daarom onderzoek gedaan naar de toegang van overheden tot data die zich in de cloud  bevinden. Hoofdconclusie daarvan is dat het voor het HO zaak is zicht te krijgen en te houden op de condities waaronder justitie en veiligheidsdiensten toegang hebben tot data en de daarmee samenhangende risico’s.

Er moet daarbij verder worden gekeken dan de Patriot Act in de  USA, want er is daar sprake van meer wet- en regelgeving over overheidstoegang tot (cloud)data. Het volledige rapport, inclusief de managementsamenvatting, is hier te downloaden.

Nieuwe vragen opgeroepen

De huidige wetgeving in zowel de Verenigde Staten als in Nederland zorgt ervoor dat bevoegde instanties de mogelijkheid hebben om gegevens van kennisinstellingen op te vragen. Het maakt daarbij in principe niet uit of die gegevens in het eigen datacenter of in de cloud staan. Wanneer de gegevens in een cloud staan bij een leverancier die onder Amerikaanse jurisdictie valt, kunnen de gegevens direct vanuit de VS bij de betreffende onderneming/instelling opgevraagd worden.

Is dat niet het geval, dan kan een verzoek tot inzage worden gedaan via de Nederlandse justitie of veiligheidsdiensten. Het is juridisch gezien niet mogelijk om tegen te houden dat bepaalde data worden opgevraagd door de overheid als deze een relatie legt met staatsveiligheid of strafvordering.

Wilma Mossink, juridisch adviseur van SURF: “Dat overheden toegang tot gegevens kunnen krijgen is niet nieuw. De overgang naar cloud computing roept wel vragen op over de veranderende context en de consequenties hiervan. Het is volgens het IViR te verwachten dat het opvragen van gegevens uit de cloud door overheden alleen maar zal toenemen gezien de hoeveelheid gegevens die daarin worden ondergebracht. Hoe vaak dat nu gebeurt, is moeilijk na te gaan. Het is daarom niet aan te geven hoe groot het risico daadwerkelijk is. Toch is het belangrijk dat instellingen zich bewust zijn van dit risico bij het onderbrengen van data in de cloud.”

Afgeschermde diensten voor HO?

Joris van Hoboken, onderzoeker van het IViR voegt hieraan toe: “De actuele kwestie rond de Patriot Act is nauwelijks grondig onderzocht. Hierdoor zijn in het maatschappelijke debat over cloud computing flink wat onjuistheden geslopen. Het maakt bijvoorbeeld in beginsel niet uit of cloudgegevens in de VS of ergens anders in de wereld zijn opgeslagen. Als een Nederlandse cloudaanbieder structureel zaken doet in de VS, dan geeft VS wet- en regelgeving al de mogelijkheid voor VS autoriteiten om gegevens op te vragen vanuit Nederland. Voor afnemers van clouddiensten zullen zulke relaties in de praktijk moeilijk te achterhalen zijn en door overnames in de sector kan de situatie opeens veranderen.”

SURF heeft tegen deze achtergrond de opvatting dat per soort gegevens bekeken moet worden wat de risico’s zijn. Op basis van een dergelijke classificatie kan worden vastgesteld waar public clouddiensten van marktpartijen ingezet kunnen worden.

Om optimale rechtsbescherming te garanderen in geval van gegevens met een te hoog risico, kan het nodig zijn om bepaalde afgeschermde community clouddiensten speciaal voor het hoger onderwijs in te richten.

Dit artikel verscheen eerder op Scienceguide.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende