De creatieve vernietiging van Romney
Het blijft spannend, maar Mitt Romney zal zaterdag aanstaande waarschijnlijk de republikeinse nominatie binnenhalen. Wie South Carolina wint, wint de nominatie, en Romney’s voorsprong is, hoewel geslonken, nog steeds aanzienlijk (een verdwaalde peiling daargelaten). Ook in de landelijke peilingen (zie vraag 18) wordt duidelijk dat de rijen zich zoetjesaan sluiten achter Romney. Newt Gingrich, Rick Santorum en Ron Paul mogen het vannacht nog een keer proberen, maar dan is het gedaan.
Het is te hopen dat Gingrich zijn aanval voortzet op Romney’s werkzaamheden voor Bain Capital, de investeringsmaatschappij waar hij een slordige $200 miljoen mee “verdiende” tussen 1984 en 1999 (en waarschijnlijk weinig belasting over betaalde). Volgens Gingrich was Romney als CEO van Bain een uitbuiter, een aasgier die bedrijven leegpikte en duizende Amerikaanse werknemers berooid achterliet. Romney zelf claimt dat hij aan creative destruction deed en dat hij netto zo’n 100.000 banen heeft gecreëerd. Wie heeft er nu gelijk? En maakt dat uit?
Verschillende media doken nog eens in het werkzame verleden van Romney. Daaruit komt het beeld naar voren van een elitaire, koele, berekenende, maar getalenteerde pionier die in de jaren ’80 het Amerikaanse bedrijfsleven een lesje efficiëntie leerde. Onrendabele werknemers werden weggeautomatiseerd of geoutsourced. Topmannen die presteerden gingen nu eens echt goed verdienen. (In 1980 verdiende een CEO zo’n 35 keer meer dan een gemiddelde werknemer, in 1990 was dat 80 keer meer). En alles met maar een doel: het creëeren van aandeelhouderswaarde.