De ellende van de politieke verslaggeving

Heel even leek het of de Nederlandse parlementaire journalistiek wakker werd. De komst van het kabinet Wilders werd behoorlijke kritisch benaderd. Zeker toen Geert aan kwam draven met drie belachelijk foute minister-kandidaten. Enkele dagen later, het kabinet zit er nu, was die houding weer voorbij. De parlementaire journalisten wilden ons doen geloven, dat we het kabinet toch maar als gewoon moesten zien en een kans moesten geven. En de oppositie moet meer over de inhoud melden. Wat was er gebeurd? Tja, het bureau Ipsos had een onderzoekje gedaan onder de bevolking en daaruit bleek het vertrouwen in de overheid fors gestegen. Vooral onder lager opgeleiden. Hoe het zat met het nadenkend deel van de bevolking werd niet vermeld. Oei, dachten de heren en dames toen, hebben we toch weer gemist wat het volk denkt. Oké, dan matigen we onze toon. Zover de kwaliteit van de Nederlandse parlementaire pers, zowel die van de schrijvende als de beeldende. Hielenlikkers zijn het, zo niet van de politici dan wel van de krantenbazen. Nee, stel je voor dat gewone lezers zich niet meer herkennen in onze nieuwsgaring. Ben je gek, we schrijven gewoon wat ze willen lezen. Wat leeft onder het volk? Het hier boven beschreven proces was een herhaling van dat van de dagen na de opkomst van en moord op Pim Fortuyn. Potdorie, kregen de journalisten te horen. Jullie hebben niet geluisterd naar wat onder het volk leeft. Dat hadden we wel, maar het leek ons beter dat niet te melden en dat vonden de lezers eigenlijk wel goed ook. Konden ze lekker racistisch brallen in de patatzaak zonder gevolgen. Toen de kranten, vooral de regionale, lezersonderzoeken gingen houden was het hek echt van de dam. De lezers begrepen weinig van wat in de krant stond. Veel te moeilijk allemaal. Tja, en toch waren duizenden, honderdduizenden abonnee. Zou het kunnen, dat het wel ietsje meeviel met dat niet begrijpen. De hoofdredacties wilden daar niet aan. Journalisten waren elitaire betweters. Die moesten terug in het hok. Gewone mensen in de krant, wat voor onzin die ook uitkramen. En als ze gek op Wilders zijn, dan geven we ze Wilders, of Baudet, of welke fascist dan ook. Leuke verhalen maken, geen kritiek op wat domme mensen willen. Dus meer misdaad, meer media over de media en leuke columns over echte mensen. Weg met die cynische oude mannenstukjes. Tegensputteren hielp niet binnen de redacties. Kritiek op de politieke verslaggevers was not done. Dat die verslaggevers stuk voor stuk overliepen naar de politiek als voorlichter of erger nog als mediatrainer, maakte niet uit. In de ogen van de hoofdredacties waren zij de elite. De rest van de redactie moest leuke dingen doen. Het hielp niet, want de abonnees liepen nog harder weg, inmiddels ook de hoger opgeleiden. Zonder kritische volgers En nu zitten we dus met een extreemrechtse regering en een parlement met een flink racistisch en fascistisch smaldeel. Zonder echte kritische volgers. En een land dat voor een kwart analfabeet is. Hadden we dat niet kunnen voorspellen? Had gekund, met misschien wat meer cynische oude mannen en vrouwen in de journalistiek en het onderwijs. Geletterde mensen dus, die hadden kunnen zien wie Wilders echt was. Een uit de VVD gekegelde fascist, die zijn bewondering voor de communistenjager, die de VS op zijn grondvesten had doen trillen, Joseph McCarthy, niet onder stoelen of banken stak. Een hufter met een diepe haat tegen alles wat beter geschoold was dan hij of links. Die na de eerste uitgelokte bedreigingen uit de extreem islamitische wereld het verdienmodel van bescherming vanwege bedreiging ontdekte. Ja, riepen de politieke verslaggevers, hij wordt wel bedreigd. En nu? Van de parlementaire pers moeten we het niet meer hebben. Er is amper een land met een slechtere te vinden in Europa. Zeker die van omroepen. De kwaliteitskranten zijn amper beter maar bereiken geen breed publiek meer. De regionale zijn armlastig ingekapseld door grote concerns. Het is om gek van de te worden. Misschien moeten we weer van onderop beginnen. Maar eerst de mensen weer leren lezen, de journalisten voorop. [overgenomen van het blog Blad voor de mond]

Foto: Minister-president Rutte (cc)

Hang op! Click weg! Bel uw bron!

COLUMN - Potdicht zat de formatie van 2017. Journalisten meldden zich keurig bij verschillende woordvoerders, maar die hielden gedisciplineerd te kaken stijf op elkaar. Philip van Praag kan er nog steeds niet over uit en komt, na een lange tirade tegen de professionele woordvoerder en spindoctor tot de conclusie dat die ‘weg’ moeten. Tegenover deze formatie staat nog altijd die fameuze van 1977. Die voltrok zich eerder in de kolommen van kranten dan in het Catshuis. Zoals alles in die tijd was ook de transparantie radicaal, wat overigens leidde tot een veroordeling van de PvdA, met tien zetels winst tot de oppositiebanken. Om maar even het belang van informatiemanagement in een politieke omgeving aan te geven.

Het idee dat wat van belang is (zoals de vorming van een kabinet) los te laten in de veronderstelling dat dat beter is, is natuurlijk naïef. Los van de vraag of vrije informatie kwaliteitswinst oplevert (ik ben overigens geneigd te denken van wel), heeft de overheid een intrinsieke drive om te reguleren.

Anders gezegd: er is nauwelijks een fundamenteel betwister begrip dan openbaarheid. Aan vrije informatie kleven risico’s en regeren is bovenal reduceren van die risico’s. De geschiedenis wordt achteraf geschreven (door overwinnaars). Dat er mannetjesmakers, spindoctors, image experts, newsmanagers en voorlichters rondlopen om de actualiteit te bewaken (Rutte zoekt iemand die zijn tweets wil componeren), is dus niet zo verbazingwekkend. Dat journalisten zich ermee inlaten, is dat wel.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.