De (on)mogelijkheden van ‘user generated’ beleid
Wat moet de overheid met internet? Waarom zou zij zich er überhaupt mee moeten bemoeien? De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) heeft zich er de afgelopen tijd mee bezig gehouden. Op Sargasso vertellen een aantal experts de komende weken over de kansen en bedreigingen en over de vraag wat de overheid met internet moet.
Overheden experimenteren met online medezeggenschap op beleid, maar de ervaringen zijn wisselend. Het wereldwijd meest bekende voorbeeld van cocreatie via het internet is de herziening van de IJslandse grondwet. Een commissie van 25 burgers heeft een nieuw ontwerp gemaakt en daarbij IJslandse burgers de gelegenheid gegeven via onder meer Facebook en Twitter voorstellen aan te dragen. Dit heeft geleid tot belangrijke voorgestelde wijzigingen, onder meer over het private eigendom op visgronden. De nieuwe grondwet moet echter nog door het Parlement worden aanvaard. Het referendum vindt daarover deze maand plaats, tegelijk met de presidentsverkiezingen.
De interactieve overheid, de term alleen al wekt de suggestie van daadkracht en bedrijvigheid. In het buitenland zijn er voorbeelden te over en ook in Nederland timmeren we hard aan de weg op dit vlak. Cocreatie van burger en overheid blijkt echter knap lastig in elkaar te steken. Hoe komt het dat de ervaringen zo wisselen? Wat zijn de lessons learned?