Deze bijdrage aan het open podium is van Machosofty (website)Angst is een slechte raadgever zo heet het. Angst is echter wel een heel belangrijk middel voor politici om macht te verkrijgen. Dramatiseer een probleem en doe net alsof jij de oplossing hebt en de kiezers hangen in volledige afhankelijkheid aan je lippen. De praktijk wijst onomstotelijk uit dat dit werkt maar er zijn ook ondersteunende psychologische verklaringen voor.
Electorale strategieën
Wie in een democratie politiek succesvol wil zijn moet veel aanhangers weten te verkrijgen. Zonder aanhangers is er geen macht, en zonder macht is er geen mogelijkheid om invloed uit te oefenen. Politieke partijen beseffen dit maar al te goed en lijken minstens zo veel tijd te besteden aan het ontwerpen van electorale strategieën als aan het vertegenwoordigen van het landsbelang. Toch laten veel individuele politici en politieke partijen (fatsoenshalve?) na om optimaal gebruik te maken van de meest effectieve marketingstrategie; het zaaien van angst.
Meer aandacht voor het slechte dan voor het goede
Geert Wilders en zijn PVV laten zien dat het zaaien van angst voor immigratie en angst voor de islam heel veel electoraal gewin geeft. De partij groeide in enkele jaren uit van een marginaal partijtje met enkele zetels naar een zetelaantal van 25, en inmiddels lijkt de PVV virtueel de grootste partij te zijn. De angst die de PVV zaait is weliswaar gebaseerd op een paranoïde mythe, de zogeheten Eurabia hypothese, maar het scoort enorm. Dat heeft heel veel te maken met hoe het menselijke brein functioneert. De menselijke geest heeft meer aandacht voor slechte dingen dan voor goede, zo blijkt uit psychologisch onderzoek.
Lijfsbehoud
De oorzaak voor het feit dat mensen meer gericht zijn om hun aandacht op slechte dingen te richten dan op goede is te vinden in de hersenen. Het belangrijkste in het leven van de mens is het vermijden van fysiek schade en de dood. Daarom hebben evolutionaire processen (of God) er voor gezorgd dat onze fysieke en mentale functies als hoogste prioriteit lijfsbehoud hebben. Wanneer we in gevaar zijn of in gevaar denken te zijn worden de kortste verbindingen in ons lichaam gebruikt om snel te kunnen reageren. Hiervoor is met name de amygdala verantwoordelijk.
Snelle reactie op gevaar
De amygdala is een onderdeel van het limbische systeem en bestaat uit een amandelvormige kern van neuronen. De amygdala interpreteert informatie die afkomstig is van zintuiglijke waarnemingen, en bepaalt welke emotionele reactie daar bij aansluit. Daarbij gaat echter de grootste aandacht uit naar gevaren, want bij gevaar moet er immers snel gereageerd kunnen worden. Ook maakt de amygdala bij de beoordeling van een situatie gebruik van het geheugen om in te kunnen schatten of een situatie gevaarlijk is. Is in het geheugen bijvoorbeeld opgeslagen dat slangen gevaarlijk zijn, dan wordt het lichaam binnen fracties van seconden in een totale staat van paraatheid gebracht om over te gaan tot vluchten of vechten bij het zien van een slang. Dit soort reacties gaan reflexmatig en bijna volledig automatisch via de hersenstam.
Tweerichtingsverkeer
De amygdala heeft echter ook invloed op de cortex en daarmee op ons denken. De sociaal psycholoog Jonathan Haidt schrijft hierover in zijn boek “De gelukshypothese”:
“Hij (de amygdala) reikt niet alleen naar beneden naar de hersenstam om een reactie op gevaar los te maken, maar ook tot de frontale cortex om je denken te veranderen. Hij beweegt het volledige brein tot een terugtrekreactie. Emotionele en bewuste gedachten zijn te vergelijken met tweerichtingsverkeer. Gedachten kunnen emoties veroorzaken (zoals wanneer je nadenkt over iets doms wat je hebt gezegd), maar emoties kunnen ook gedachten veroorzaken, voornamelijk door de mentale filters op te heffen die de daaropvolgende informatieverwerking beïnvloeden. Een opwelling van angst kan je extra waakzaam maken voor nog meer bedreigingen; je bekijkt de wereld door een filter dat alles wat twijfelachtig is eruit pikt als een mogelijk gevaar.”
Op een andere plek in zijn boek geeft Haidt enkele instructieve voorbeelden van hoe onze negatieve inslag ons beïnvloedt:
“Het grondbeginsel dat “aanleg tot negativisme” wordt genoemd, steekt overal de kop op in de psychologie. Bij interacties tussen gehuwden zijn er minstens vijf goede of constructieve handelingen nodig om de schade goed te maken die door elke kritieke of vernietigende handeling is veroorzaakt. Bij financiële transacties en kansspelen is het plezier van het winnen van een bepaald bedrag kleiner dan de pijn bij het verliezen van hetzelfde bedrag” en: “Steeds weer ontdekken psychologen dat de menselijke geest sneller, sterker en volhardender op slechte dingen reageert dan op gelijke mate van goede dingen”.
Potentieel gevaarlijk
De uitleg van Haidt is gebaseerd op tal van onderzoeken, maar is ook logisch onderbouwd, en leidt tot de onomstotelijke conclusie dat mensen een eerder in beslag worden genomen door het negatieve dan door het positieve. Dit betekent in de praktijk dat als een politicus voortdurend een podium in de media krijgt en dat gebruikt om negatieve uitspraken over bijvoorbeeld de islam te doen, dat wij met onze neiging tot negativisme daar toch op enigerlei wijze door beïnvloed zullen worden, ook wanneer we daar eigenlijk niet aan toe willen geven. Ergens in ons geheugen wordt een plekje gemaakt waar een indrukje wordt opgeslagen met “de islam. Potentieel gevaarlijk”. En wanneer er dan ergens in de wereld een aanslag plaats heeft wordt daar weer een indrukje aan toegevoegd dat het beeld versterkt. Een politicus die macht krijgt over onze amygdala kan zo ons bestaan gaan beheersen.
Ban Ki-moon
Wat daarbij ook opvalt, is dat politieke partijen die het mechanisme van angst zaaien niet of weinig gebruiken op dit moment ook niet succesvol zijn. Dat heeft mede te maken met het feit dat zij zich in de discussie met Wilders slechts uiten in termen van tweedeling, splijtzwam etc. Dat spreekt de amygdala van de kiezer helemaal niet aan. Het zal hun worst zijn dat er een tweedeling ontstaat, zolang zij er zelf maar geen last van hebben.
Een mooi voorbeeld wat dat betreft is dat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon op 20-10-2010 een waarschuwing gaf voor hoe Europa met immigranten, en vooral islamitische immigranten omgaat. Hij deed dit in niet mis te verstane woorden. Enkele citaten uit een artikel in NRC Handelsblad:
“De VN topman zei zeer bezorgd te zijn dat de situatie voor immigranten de afgelopen jaren niet is verbeterd. Hij bekritiseerde personen die inspelen op de angsten van anderen en met de beschuldigende vinger naar immigranten wijzen. Zij verwijten immigranten dat die de Europese waarden schenden, terwijl ze dat met hun uitlatingen zelf doen, zei hij.”
En:
Hij sprak over een “gevaarlijke tendens”, verwijzend naar een nieuwe politiek van polarisatie. Dergelijke beleidsmakers misbruiken liberale waarden voor niet-liberale doelstellingen, aldus de VN topman: “De donkerste pagina’s van de Europese geschiedenis zijn in een dergelijke taal geschreven”.
Het werkelijke gevaar
Stevige uitspraken van Ban Ki-moon, die bevestigen dat de lastercampagne tegen de islam niet alleen onmenselijk is maar ook een gevaar inhoudt voor onze Europese samenleving. Toch bleek uit niets dat deze belangrijke boodschap ook binnen is gekomen in de harten van onze Nederlandse samenleving. De media reageerden er lauw op, en op de artikelen die er wel over zijn geschreven werd door lezers ook amper gereageerd. Geen wonder, want Ban Ki-moon richt zich niet tot onze amygdala. Hij spreekt wel over een gevaar, maar daar kunnen we van denken dat het slechts een gevaar is voor de immigranten en niet voor onszelf. Wanneer hij echter het werkelijke gevaar had benoemd zouden zijn woorden zijn ingeslagen als een bom. Wanneer hij bijvoorbeeld had gezegd dat het gevaar inhoudt dat we ook in Europa met oorlogen te maken kunnen krijgen wanneer politici als Wilders teveel invloed krijgen. Wanneer hij bijvoorbeeld had gezegd dat maatregelen als het verbieden of onmogelijk maken van een geloof gewelddadige reacties uitlokt. Wanneer hij bijvoorbeeld had gezegd dat het niet prettig leven is in een land dat wordt geteisterd door aanslagen en andere gewelddadigheden. Wanneer hij had gezegd dat het beter is om bang te zijn voor mensen als Wilders dan om bang te zijn voor de islam. Ja, dan had hij onze amygdala bereikt, en dan hadden we zijn woorden ter harte genomen.
Het wordt tijd dat politici die de tsunami van haat tegen de islam willen stoppen de dingen bij de naam gaan noemen. Laat ze maar vertellen dat situaties zoals in Srebrenica, Tstetsjenië, Irak, Israël, Ierland uiterst onaangenaam voor burgers zijn. Laat ze onze amygdala maar aanspreken op het meest reële gevaar. En dat is de islamofobie.