Gedoneerde studieboeken rotten weg in Ambon

De Universiteit van Wageningen doneerde 40.000 studieboeken aan de Christelijke Universiteit Ambon. Maar ze worden zelden gebruikt. 'Wat hebben we nou aan boeken die we niet kunnen gebruiken, we kunnen ze toch niet eten?' 'Soms is het niet goed om spullen zoals eten en schoolboeken aan andere landen te schenken,' zegt Lieuwe Anema (62). 'Óf er wordt gevochten om de spullen, wat eindigt in oorlog, óf de spullen worden niet gebruikt omdat ze niet weten hoe ermee om te gaan.' Hij begon in 2007 aan een plan om 40.000 studieboeken vanuit Nederland naar Ambon te brengen. Niet alleen blijken de meeste studenten de Engelstalige boeken niet te kunnen lezen, de studieboeken gaan over opleidingen die ze op Ambon achteraf niet hebben. 'Ik had niet verwacht dat het zo’n rompslomp met zich mee zou brengen. Als ik dit van te voren geweten had was ik er nooit aan begonnen. Al krijg ik geld toe, ik doe het nooit meer. Het heeft me jaren van mijn leven gekost,' aldus Anema. In 2007 werden alle deelbibliotheken van de universiteit Wageningen opgeheven. Veel studieboeken werden overbodig en werden ter beschikking gesteld aan andere universiteiten. Anema pikte dit nieuws op en kwam met een idee. Anema, die meer dan de helft van het jaar op Ambon woont, stelde voor een groot deel van de studieboeken over te plaatsen naar Ambon. 'Door ruzies tussen moslims en christenen zijn er afgelopen jaren veel bibliotheken afgebrand en zijn studieboeken hard nodig,' dacht hij. Hij ging om tafel met Edwin Kisman, directeur van de Deventer-Maasstichting, om te onderhandelen over het verschepen van de boeken. De stichting geeft beurzen en subsidies op het gebied van onderwijs in Indonesië.

Door: Foto: Marleen Hoftijzer copyright ok. Gecheckt 23-11-2022
Foto: koschi (cc)

‘Belastingsysteem multinationals werkt niet goed meer’

INTERVIEW - Wat zijn de gevolgen van belastingontwijking voor ontwikkelingslanden? Daarop promoveerde Francis Weyzig afgelopen woensdag aan de Radbouduniversiteit Nijmegen. ‘Ik heb altijd geprobeerd heel duidelijk te zijn met de interpretatie. Dus van mij hoor je ook niet zo snel over hoe schandalig het allemaal is. Ik probeer juist om de maatschappelijke discussie te voeden met wetenschappelijk onderzoek.’

We horen veel in het nieuws over dit onderwerp, wat is er nieuw aan jouw onderzoek?

‘Één van de dingen die nieuw was, is dat ik de eerste was die de gedetailleerde data van de Nederlandsche bank heeft kunnen gebruiken. Dat zijn data over de Bijzondere Financiële Instellingen (BFI’s), de financiële draaischijven van buitenlandse multinationals. Omdat die data zo gedetailleerd zijn,  kan je daar heel veel mee in kaart brengen. Ik laat zien hoeveel dividenden of renteontvangsten er wordt ontvangen uit ontwikkelingslanden, maar ook hoeveel wordt doorbetaald aan obligatiehouders, hoeveel wordt doorbetaald binnen het concern en specifiek naar vestigingen op eilanden als Bermuda en de Kaaimaneilanden. Daarin is dit onderzoek heel specifiek dus dat is ook nieuw.’

Wat was je conclusie?

‘Het blijkt dat directe investeringen in ontwikkelingslanden best wel hoog zijn, zowel voor ontwikkelingslanden die geen belastingverdrag hebben met Nederland, als ontwikkelingslanden die wel een belastingverdrag hebben met Nederland. Het gaat om substantiële bedragen:  een aantal jaar geleden liep 53 miljard euro aan totaal bestaande investeringen via Nederland. Het grootste deel kwam uit de Europese Unie en andere hoge inkomenslanden zoals de VS, Japan en Canada. Er komt ook een gedeelte uit belastingparadijzen, zoals de Kaaimaneilanden, Bermuda maar ook Luxemburg en Zwitserland.  Het blijkt dat ook deze belastingparadijzen tussenschakels zijn, dus als geld uit Luxemburg via Nederland wordt geïnvesteerd in Zambia, dan is Luxemburg meestal ook een tussenschakel en komt het uiteindelijk bijvoorbeeld uit het Verenigd Koninkrijk.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Goya Bauwens (cc)

Verkeer wordt grotere killer dan HIV/AIDS en malaria

ACHTERGROND - Als de huidige trend doorzet, zullen verkeersongevallen in 2030 HIV/AIDS en malaria voorbijstreven als belangrijke doodsoorzaak in ontwikkelingslanden. Toch lijkt het alsof verkeersongevallen grotendeels genegeerd worden door ontwikkelingsorganisaties. De nadruk in ontwikkelingshulp ligt met name op gezondheidsrisico’s. Is het tijd voor verandering? Vice Versa sprak met Paul Wesemann, directeur van stichting Road Safety for All.

Wereldwijd komen jaarlijks 1,24 miljoen mensen om in het verkeer. De prognose is dat dit aantal in 2020 opgelopen zal zijn tot 1,9 miljoen en in 2030 tot 3,6 miljoen. Daarmee is verkeer tegen die tijd een grotere doodsoorzaak dan HIV/AIDS en malaria, waar jaarlijks 1,6 miljoen mensen aan sterven. Met name in ontwikkelingslanden is het probleem groot.

Van het totale aantal verkeersongevallen vindt vijftig procent plaats in ontwikkelingslanden en maar liefst negentig procent van de totale fatale ongelukken vindt in deze landen plaats. Het verkeer wordt hiermee doodsoorzaak nummer vijf, zo geeft het onderzoek Global Burden of Disease van de World Health Organization’s (WHO) aan. Volgens het onderzoek zijn verkeersongevallen wereldwijd doodsoorzaak nummer één voor jongens en mannen in de leeftijdcategorie 15-29 jaar. In de leeftijd 30-40 jaar is het nummer twee, na HIV/AIDS. Voor vrouwen is het de vierde doodsoorzaak. Procentueel gezien verschillen de cijfers per land, waarbij het grootste risico te zien is in ontwikkelingslanden, en dan met name voor jongere generaties.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Slums have a bright future

UN Habitat has just published its State of African Cities 2010: Governance, Inequality and Urban Land Market. Globally, the 21st century is and will continue to be an urban century, but especially so in the periphery. As the report states:

“In 2009 Africa’s total population for the first time exceeded one billion, of which 395 million (or almost 40 per cent) lived in urban areas. Whereas it took 27 years for the continent to double from 500 million to one billion people, the next 500 million will only take 17 years. Around 2027, Africa’s demographic growth will start to slow down and it will take 24 years to add the next 500 million, reaching the two billion mark around 2050, of which about 60 per cent living in cities. Africa should prepare for a total population increase of about 60 per cent between 2010 and 2050, with the urban population tripling to 1.23 billion during this period.

Strong demographic growth in a city is neither good nor bad on its own. Experience shows that across the world, urbanisation has been associated with improved human development, rising incomes and better living standards. However, these benefits do not come automatically; they require well-devised public policies that can steer demographic growth, turn urban accumulation of activities and resources into healthy economies, and ensure equitable distribution of wealth. When public policies are of benefit only for small political or economic elites, urbanisation will almost inevitably result in instability, as cities become unliveable for rich and poor alike.Around 2030, Africa’s collective population will become 50 per cent urban. The majority of political constituencies will then live in cities, demanding means of subsistence, shelter and services. African governments should take early action to position themselves for predominantly urban populations. In the early 2040s, African cities will collectively be home to one billion, equivalent to the continent’s total population in 2009. Since cities are the future habitat for the majority of Africans, now is the time for spending on basic infrastructure, social services (health and education) and affordable housing, in the process stimulating urban economies and generating much- needed jobs. Deferring these investments to the 2040s simply will not do. Not a single African government can afford to ignore the ongoing rapid urban transition. Cities must become priority areas for public policies, with investment to build adequate governance capacities, equitable services delivery, affordable housing provision and better wealth distribution. If cities are to meet these needs, municipal finance must be strengthened with more fiscal freedom and own-source funding.”

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zekerheid over klimaatrampen?

Dit is een gastbijdrage van Eco Matser, klimaatspecialist van Hivos.

In onze nieuwste campagne vragen wij aandacht voor de ernstige gevolgen van klimaatverandering voor mensen in ontwikkelingslanden. Met de leus: ‘Energiebesparing hier scheelt rampen daar’ leggen wij bewust de link tussen de uitstoot van co2 en het toenemende aantal natuurrampen. Volgens sommigen is dat pure retoriek, of op z’n minst voorbarig. Ik vind het tijd dat we die link leggen.

Rampenzomer
Rampen zijn actueel. De extreme hitte in Rusland, overstromingen in Pakistan en Mexico en modderstromen in Midden Amerika beheersten het nieuws deze zomer. De gevolgen zijn ernstig: als gevolg van de droogte in Rusland is de graanprijs op de wereldmarkt met meer dan 80 procent gestegen en zijn arme mensen op andere plaatsen in de wereld – bijvoorbeeld in Mozambique – bang het brood niet meer te kunnen betalen. Als gevolg van de overstromingen in Pakistan zijn al meer dan duizend mensen omgekomen, minstens zes miljoen mensen dakloos en worden honderdduizenden mensen bedreigd met de dood als geen adequate hulp wordt gegeven. Herstel van de schade zal tientallen jaren gaan kosten.

De vraag is natuurlijk of deze rampen (mede) veroorzaakt zijn door klimaatverandering. Die vraag is, zoals critici terecht opmerken, niet direct te beantwoorden. Een enkele extreme weerssituatie is geen bewijs van klimaatverandering en het is alleen na verloop van jaren te zeggen of een bepaalde ramp mede is veroorzaakt door klimaat verandering. Zo zegt Gavin Schmidt, klimaatonderzoeker van de NASA, in de New York Times dat hij als persoon denkt dat de Russische hittegolf te maken heeft met klimaatverandering maar dat hij het als wetenschapper nog niet heeft bewezen.
 
IPCC
Zoals een zwaluw nog geen zomer maakt, is één ramp ook geen bewijs voor de invloed van klimaatverandering. Uit bestudering van statistieken blijkt echter dat rampen in aantal en intensiteit toenemen. Deze toename kan wél worden gekoppeld aan klimaatverandering. Dit wordt ook voorspeld in de IPCC rapporten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

“Een verbeterd web verbindt en versterkt de mens”

De volgende gastbijdrage is van Harm Hopman.

tim-berners-leeSir Tim Berners-Lee sprak tijdens het symposium ter gelegenheid van zijn eredoctoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam een korte introductie uit bij de initiatieven die hij recentelijk ontplooid heeft. Na het ontwikkelen van het World Wide Web, zijn werk ter bevordering van het Semantische Web en webstandaarden, richt hij zich nu op de rol die internet kan spelen in ontwikkelingslanden.

Berners-Lee’s introductie begon met de ontstaansgeschiedenis van het World Wide Web bij het CERN-instituut, dit jaar precies 20 jaar geleden. Het systeem van overal bereikbare documenten, die naar elkaar en andere data konden verwijzen via hyperlinks, werd bedacht ter ondersteuning en documentatie van de onderzoeken van het CERN. Inmiddels heeft het www zich ontwikkeld tot een volwaardig nieuw (multi)-medium met enorme invloed, terwijl de nieuwe Gutenberg nog maar een kwieke vijftiger is. Berners-Lee wil deze enorme invloed ook gaan onderzoeken, met behulp van het in 2006 opgerichte Web Science Research Initiative, een verzameling academici van verschillende disciplines over de hele wereld, geïnitieerd door MIT en de universiteit van Southampton.


Meta-informatie

Berners-Lee’s inspanningen rond het web ontwikkelden zich in eerste instantie vooral in het nastreven van standaarden, zodat het open web toegankelijk zou zijn voor iedereen. Het w3-consortium heeft de standaarden doorontwikkeld en met de introductie van xml werd ook de portabiliteit van informatie (ook naar andere niet-computer talen) sterk verbeterd. Een andere eigenschap van xml is ook de mogelijkheid om meta-data toe te voegen aan documenten. Deze informatie over informatie maakte een ander stokpaard van Berners-Lee mogelijk: de ontwikkeling van het Semantische Web. Meta-informatie biedt de mogelijkheid die voorheen aan mensen voorbehouden was, om informatie door machines te laten interpreteren en ordenen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Dat daar, de sluitpost van Kopenhagen?

Als we het klimaatprobleem binnen enige perken willen houden, moeten we in Kopenhagen met een gigantische koevoet een trendbreuk zien te forceren in de tot op de dag van vandaag versneld stijgende uitstoot van broeikasgassen. In het afgelopen jaar is daarom het getal 40 (emissiereductie voor alle industrielanden tussen 1990 en 2020) uitgegroeid tot de absolute succesfactor voor de klimaattop en het nieuwe klimaatverdrag.

daarbenik
Maar dat neemt niet weg dat de opvolger van Kyoto, volgens Yvo de Boer ‘het meest complexe verdrag ooit’, ook over zaken gaat die ver weg staan van onze kolencentrales, permanent verlichte badkamers en volgepakte snelwegen:

Het stoppen van ontbossing. Het vinden van een financieringsstructuur die structurele investeringen in koolstofarme economische groei mogelijk moet moet mogelijk maken.

Last Post
En dan is er de sluitpost. Voor ons althans. Want voor miljoenen mensen is het adaptatiefonds straks het enige beetje compensatie dat ze krijgen voor een vernietigd land – een vernietiging waar zij niet verantwoordelijk voor waren.

Als na rijst ook tarwe het niet meer doet in grote delen van India, zullen nieuw gekweekte droogtebestendige gewassen beschikbaar moeten zijn, zodat boeren nog ergens op kunnen overstappen. Wanneer de Kalahari zich uitbreidt over zuidelijk Afrika kunnen de kusten bewoonbaar blijven met onziltinsinstallaties, net als de Peruviaanse miljoenenstad Lima, dat straks geen zoet water meer heeft, want geen gletsjer bovenop de berg. Hollanse dijken zullen er wellicht wel altijd te duur blijven, maar als Bangladesh nog vaker onderloopt, moeten er tenminste vluchtheuvels kunnen worden gebouwd, voor de mensen en hun vee.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bedrijven als armoedebestrijders, kan dat?

bedrijven“De inkadering is verkeerd” klaagt Kees Hudig op Globalinfo over de bijeenkomst die vanavond wordt gehouden in de Rode Hoed in Amsterdam. In het debat ‘Zijn bedrijven betere armoedebestrijders?’ staat de theorie ‘De Zeven Gewoonten van zeer succesvolle bedrijven’ van bedrijfsgoeroe Stephen Covey centraal. Wat zijn de zeven gewoonten van bedrijven die heel succesvol zijn in het scheppen van welvaart in arme landen? Als aankeiler voor de bijeenkomst publiceerden OneWorld en OnzeWereld een artikel met zeven voorbeelden van multinationals die door te doen waar ze goed in zijn tegelijk armoede bestrijden in de Derde Wereld. De stelling boven het artikel luidt: “De tijd dat we ontwikkelingslanden hulp boden met geld van ngo’s is voorbij. Ontwikkelingslanden worden nu gezien als economische uitdaging, waar bedrijven samen met overheden en ngo’s economische groei tot stand kunnen brengen. En dat is de oplossing voor armoedebestrijding”.

De andersglobalisten-site Globalinfo is niet te spreken over deze aanpak. In zijn artikel wijst op Globalinfo Hudig op de gelikte greenwash waarmee bedrijven tegenwoordig ngo’s inpakken.

greenwashHij vreest dat tijdens het debat de bedrijven niet het vuur aan de schenen gelegd kan worden. “Door alleen in te zoomen op een leuke praktijk van een multinational, zal die er altijd goed vanaf komen en valt er eigenlijk ook niets meer te debatteren”. Nu ontwikkelingshulp door de overheid ter discussie staat worden de bedrijven te gretig omarmt als heilige graal voor armoedebestrijding stelt Hudig. Terwijl diezelfde bedrijven toch ook zoveel slechts doen in ontwikkelingslanden: “Tegelijkertijd staat Unilever bekend als een van de meest genadeloze transnationale bedrijven als het gaat om het veroveren van lokale markten, en mankeert er natuurlijk van alles aan de productie van de grondstoffen die gebruikt worden”. Het lijkt erop dat Globalinfo liever helemaal geen rol voor bedrijven in armoedebestrijding ziet? Dit is weer een inkadering van het debat waar de organisatoren het niet mee eens zullen zijn.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tweede Wereld

Een oud-collega van mij moest vroeger regelmatig voor wetenschappelijke congressen naar de Verenigde Staten. “Ik ga weer naar de Tweede Wereld” grapte hij dan vaak bij zijn vertrek en als ie terugkwam verzuchtte hij: “Prettig om weer in de Eerste Wereld te zijn”. Want ondanks dat het wetenschappelijk onderzoek in de VS wel op orde is en van hoog niveau gaf de reis naar het congres vaak de aanblik van een verarm land. Verpauperde terminals, slechte wegen en overal laag opgeleide mensen en bedelaars.

usa-hdi_klBovenstaande boude beweringen zijn natuurlijk louter subjectieve perceptie, wat écht telt zijn cijfers. Want: Meten is Weten! De Human Development Index (HDI) meet voornamelijk armoede, analfabetisme, onderwijs en levensverwachting in een bepaald land of gebied. De Verenigde Staten in hun geheel bevinden zich volgens de HDI wel onder ontwikkelde economieën: de Eerste Wereld. Maar als de HDI wordt opgesplitst in afzonderlijke staten vallen sommige staten opeens in de Tweede Wereld. Tennessee, Oklahoma en Albama hebben het slechter dan Wit-Rusland. Arkansas presteert nog net iets beter dan Mauritius. Maar Louisiana en West Virginia moeten Bosnië-Herzegovina boven zich dulden. Met name de staten langs de Mississippi rivier behoren tot de Underdeveloped Core en zijn armer dan Cuba, Servië en Panama. In enkele staten valt de HDI zelfs lager uit dan Albanië waar men een BNP per capita heeft van 6000 dollar.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Vorige Volgende