Crisis in de psychologie: nog maar een experiment

Blogs kunnen iets wat wetenschappelijke artikelen niet kunnen: de wanhoop van de onderzoeker laten zien. Neem het stuk dat de prominente Canadese sociaal psycholoog Michael Inzlicht onlangs publiceerde op zijn eigen website. "Ik voel dat de grond onder mijn voeten beweegt", schreef hij daarop, "en ik weet niet meer wat werkelijk is en wat niet." En: "De sociale psychologie verdient een nieuw begin. Maar waar moeten we beginnen? Waarvan ben ik het meest zeker en waar kan mijn scepsis eindigen?" Waar lees je zulke kreten in de vakbladen? Nee, het gaat niet goed in de sociale psychologie. De ontmaskering van Diederik Stapel bleek slechts een van de voorboden van een veel diepere crisis. Kon je in zijn geval nog denken dat het ging om een enkeling wiens bizarre onderzoeksresultaten gewoon niet goed genoeg waren getoetst, nu blijkt een van de kernpunten van het vakgebied – een effect waarvan men meende dat het in allerlei condities en in allerlei laboratoria was getoetst – ineens onvindbaar.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Wantrouw/vertrouw onderzoeksresultaten

Elke eerstejaarsstudent krijgt op een gegeven moment, meestal al in de eerste maand, uitgelegd waarom de overdracht van wetenschappelijke informatie zo moeilijk is. De onderzoeker doet het namelijk nooit goed.

1. Stemt zijn onderzoeksconclusie overeen met iets wat we al op onze klompen aanvoelden, dan zeggen we dat hij zich de moeite had kunnen besparen.
2. Ontkent de geleerde iets dat volgens ons wel het geval is, dan vinden we hem een dwarsligger.
3. Als hij iets beweert dat we onwaarschijnlijk achten, dan beschouwen we hem als een fantast.
4. Bevestigt een onderzoeker onze mening dat iets niet zo is, dan vragen we wat hem bewoog het te onderzoeken.

Er zijn dus vier manieren om onderzoeksresultaten weg te redeneren. Ondertussen is het onderzoek natuurlijk wel degelijk nuttig. In het eerste en vierde geval is een subjectief vermoeden bevestigd en onze kennis kwalitatief verbeterd. In het tweede en derde geval zijn veronderstelde zekerheden ter discussie gesteld.

Elke wetenschapper weet dit en kent ook de gevolgtrekking: zijn eigen ongeloof over andermans onderzoek zegt op voorhand niet heel veel. Je moet als wetenschapper natuurlijk een zeker wantrouwen behouden, maar als een andere geleerde zijn onderzoek goed uitvoert, moet je je persoonlijke ongeloof opofferen en aanvaarden dat het anders is dan je vermoedde.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Melk toch niet zo goed voor elk?

Je kon erop wachten. Na het démasqué van Diederik Stapel en Roos Vonk met hun ronkende persbericht over de vermeende (en naar achteraf bleek verzonnen) hufterigheid van de vleesetende medemens, blijken ook andere onderzoeksresultaten achteraf minder spijkerhard dan aanvankelijk aangekondigd.

Zo besteedt vandaag de Volkskrant aandacht aan een bepaald niet minne beschuldiging van prof. Walter Willett, die WUR Wageningen beticht van het verdraaien van de resultaten van een onderzoek waaraan hijzelf meewerkte. Al eerder had WUR Wageningen behoorlijk wat water bij de melk gedaan door de kop “Melk goed tegen hart- en vaatziekten” af te zwakken naar “Melk lijkt goed tegen hart- en vaatziekten” en de subkop “Joris Driepinter had toch gelijk” te schrappen. Overigens grappig en wrang dat genoemde Joris nog wel in de URL staat.

Links en rechts hoorde ik al opmerken dat het “toch wel érg jammer” was dat er nu zo sceptisch werd gekeken naar wetenschappelijke research, maar daar wil ik het vanaf deze plek toch even hartgrondig mee oneens zijn. Zoals ik al eerder schreef, is het daarentegen hoog tijd dat er eens wat kritischer wordt gekeken naar onderzoeksresultaten en vooral naar de persberichten waarmee die werekdkundig worden gemaakt. Dat geldt vooral in disciplines die vooralsnog boterzacht zijn, zoals de voedingswetenschap en de psychologie. Beide kennen zoveel variabelen dat uiterste voorzichtigheid is geboden bij het toeschrijven van waarnemingen aan specifieke factoren. Die voorzichtigheid is met name in persberichten vaak veel te ver weg.