DATA - Globalisatie en digitalisering hebben financiële diensten en producten toegankelijker gemaakt, maar tegelijkertijd ook complexer. 15-jarigen worden tegenwoordig vaker geconfronteerd met situaties waarin ze moeten beslissen over hun uitgaven, ze moeten oppassen voor fraude, ze moeten weten dat sommige aankopen gekoppeld zijn aan langdurige verplichtingen of dat sommige aanbiedingen te mooi zijn om waar te zijn.
Vlaanderen publiceerde vorige week een eigen landenrapport over financiële geletterdheid onder 15-jarigen: gebaseerd op resultaten uit het PISA2015-onderzoek. Een uitgebreide website gaat in op de resultaten. De publicatie viel samen met het wereldwijde OESO-rapport. Het Nederlandse rapport van de OESO verscheen ook op dezelfde dag. Een vergelijkbaar rapport als in Vlaanderen met een verdere verdieping op het OESO-rapport, kon ik zo snel nog niet vinden.
In Vlaanderen behalen 15-jarigen in PISA2015, net als in PISA2012, een gemiddelde score van 541 punten. Dat is, zowel in PISA2015 als in PISA2012, de hoogste score van de OESO-landen die deelnamen aan financiële geletterdheid in PISA2015.
Het tweede vaardigheidsniveau wordt binnen PISA gezien als het basisniveau dat nodig is om te kunnen functioneren in de maatschappij. 1 op 8 Vlaamse leerlingen haalt dit basisniveau niet en beschikt dus niet over de basisvaardigheden voor financiële geletterdheid. In Nederland haalt 1 op de 5 leerlingen het basisniveau niet.
De 15-jarigen in Vlaanderen hebben een hogere financiële geletterdheid dan de Nederlanders. Waarschijnlijk hangt de hogere financiële geletterdheid samen met de expliciete aandacht die het onderwerp in het curriculum krijgt (via zogenaamde vakoverschrijdende eindtermen, afgekort VOETEN). Het NIBUD is verontrust over de resultaten voor Nederland en pleit ook voor structurele inbedding van het onderwerp in het curriculum.
Ook in andere opzichten is er nog veel te verbeteren: zowel in Vlaanderen als in Nederland. De verschillen tussen autochtonen en leerlingen van buitenlandse afkomst zijn in beide landen veel groter dan het OESO-gemiddelde. Dat lijkt me een serieus probleem – en de vraag is hoe het komt dat de verschillen in andere landen veel kleiner zijn.
Bron: Financiële Geletterdheid Bij 15-Jarigen Vlaams Rapport Pisa 2015.
Een manier om alle leerlingen de kans te geven om kennis over de financiële wereld te verwerven, los van de kennis die ze meekrijgen van hun ouders of vrienden, is financiële geletterdheid opnemen in het schoolcurriculum. De school kan op die manier de sociale ongelijkheid verkleinen en een meer genuanceerd beeld scheppen over financiële kwesties dan de berichten die 15-jarigen mee krijgen uit reclame en media. In Vlaanderen werd met de nieuwe VOETEN bewust gekozen om financiële kennis op te nemen in alle curricula.
Via Onderwijs in grafieken.