Onthoofdingen in de hofstad

Hij liep ontspannen, zelfverzekerd, richting het schavot. Begroette bekenden en vrienden door zijn hoed af te nemen – en dat deed hij ook voor de nieuwsgierigen die uit de ramen hingen van het Stadhouderlijk kwartier, de werkvertrekken van prins Maurits op het Binnenhof. Eenmaal op het schavot legde hij kalm zijn mantel af, legde zijn degen neer, wierp zijn hoed nonchalant naar zijn lijfknecht, en knoopte zijn wambuis los. Hij liep naar de hoop zand waarop straks zijn hoofd zou rollen, en sprak de verzamelde menigte kort toe: ‘Wraakgier en kwade raad hebben mij hier gebracht. Heb ik iemand iets misdaan, dan smeek ik Christus mij te vergeven.’ En hij knielde en boog zijn hoofd. Niet in de richting van de Plaats, met de rug naar de Hofvijver, zoals gebruikelijk bij een onthoofding daar, maar met de rug naar Maurits, de blik gericht op de Kneuterdijk. Zodat hij, op het laatste moment, het huis van zijn vader kon zien. De beul hief het zwaard. Zo stierf Reinier van Oldenbarnevelt, zoon van Johan van Oldenbarnevelt. De vader was op 31 mei 1619 onthoofd; de zoon volgde op 29 maart 1623. Reinier was ter dood veroordeeld wegens majesteitsschennis. Dat wil zeggen, hij had zijn broer Willem geld geleend om een aanslag te organiseren op prins Maurits. Willem ging daarbij behoorlijk amateuristisch te werk en het plan lekte uit, maar hij wist naar Brussel te ontkomen. Reinier, die verder waarschijnlijk niets van de plannen wist, werd opgepakt en moest boeten. De straf was ongekend hard. Al viel ze in zekere zin ook mee. Zijn lichaam en hoofd werden in een zwart kleed gewikkeld en thuis afgeleverd, zodat hij die nacht bij zijn vader begraven kon worden. Andere samenzweerders werden na onthoofding in vieren gehakt en hun lichaamsdelen waren ‘voor galg en rad’, voor iedereen te zien aan de vier uitvalswegen van Den Haag.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 14-10-2022

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.