Deng deng deng deng deng deng, dat repeterende, hypnotiserende gitaargeluidje (bijna) de hele song door, (wat me wel een beetje doet denken aan enkele Velvet Underground songs) wat rommelige, niet traditionele, percussie (drilboor, hamer) wat naargeestige dystopische teksten. Industrial, noise: Einstürzende Neubauten begin jaren tachtig. Het klinkt allemaal erg experimenteel, direct, primitief haast. Het was niet de bedoeling van de energieke sombermannen om een mooi liedje met een catchy melodie te maken, het was niet de bedoeling om erg muzikaal te zijn. Dat was het concept niet. Wel om rauw te zijn, om de woede, de bitterheid uit te schreeuwen vanaf de rafelranden van de Westerse wereld (zie en hoor ik daar een kettingzaag?) die ten onderging, snel, er is niet veel tijd meer, zoiets.