Thuis bij de vijand

'Durf je dat wel?', hadden vrienden gevraagd. Natascha van Weezel durfde wel. Alhoewel, zo schrijft ze, ze nog 'koude rillingen' voelde als ze er aan terugdacht. Op 4 mei 2003 hadden Marokkaanse jongeren op het Sierplein in Amsterdam-West gevoetbald met de kransen van de dodenherdenking. En nu, twaalf jaar later, had men haar gevraagd om daar, op diezelfde dag, te spreken. Ze kwam en vertelde het verhaal van haar familie, over de Holocaust, over haar documentaire over kleinkinderen van de Holocaust. En over dat voetballen, en dat ze inzag dat dat wangedrag toen waarschijnlijk voortgekomen was uit woede over de Tweede Intifada. Ze besloot haar toespraak met een oproep aan ieder die gelooft om nooit de nieuwsgierigheid naar de ander te verliezen. Daarna was er applaus. 'Het was een mooie bijeenkomst.'

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.